"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De regen van Ionah

Vrijdag, 21 juni, 2019

Geschreven door: Santiago Pajares
Artikel door: Marjon Nooij

Geloof is datgene wat je rest als je verder niets meer hebt

[Recensie] Vanuit het ik-perspectief vertelt Ionah zijn verhaal. Het post-apocalyptische verhaal over zijn leven in de woestijn. De regen van Ionah is een kleine filosofische en fabelachtige vertelling. In overwegend korte hoofdstukken en met geen woord teveel, wordt de queeste van Ionah uiteengezet.

Samen met zijn moeder woont hij in een uit restmateriaal opgebouwde keet – “Daarom weigerde ze ook er ‘huis’ tegen te zeggen” die de zandstormen, de zon en de dieren buiten houdt. Een met zand gevulde matras, twee stoelen, een tafel, hun waterzakken en een rek met glazen potten, zijn hun schamele bezittingen. Om zich te laven is er een eigenhandig gegraven waterput. Een kommerlijke moestuin, dadelpalmen en hagedissenvlees – voor de broodnodige eiwitten – voorzien hen van voedsel.
Zijn moeder leert hem vele belangrijke dingen om te kunnen overleven en de elementen van het harde woestijnleven te trotseren, onder andere door hem de technieken van het vechten bij te brengen. Ook hagedissenvallen zetten, de moestuin onderhouden, masturberen en schrijven met een stokje in het zand zijn elementaire lessen.

“Mama  legde me uit dat woorden dienden om ons die dingen te herinneren die we niet wilden vergeten, dat wat gebeurd was en voor ons belangrijk was. […] Mama liet me zweren dat ik nooit iets op zou schrijven wat niet waar was, tenzij ik dat duidelijk aangaf. En ik beloofde het, al wist ik best dat ik alleen maar het zand had om op te schrijven, en dat de wind die woorden in het zand uiteindelijk altijd mee zou voeren. Ik vroeg me af waarnaartoe.”

Er was een tijd “voordat alles anders werd” en wanneer hij daar nieuwsgierig naar wordt, vertelt ze hem over steden, het egocentrisme van de mensen, muziek, vliegtuigen, betaalmiddelen, manieren om ziekten te genezen, regen – “Ik had zo graag de regen gezien” – en het bestaan van toiletten.

“Ik vroeg het zo vaak dat ze me uiteindelijk uitlegde wat dat was, maar ik n het niet geloven. Poepen in water! Dat ging lijnrecht in tegen alles wat ze me had geleerd, dus dacht ik dat het een grapje was. Als water in contact kwam met uitwerpselen raakte het besmet. Water was om te drinken of om de moestuinen te begieten. Zo lang ik me kon herinneren, wist ik dat al.”

Pajares geeft de lezer verschillende filosofische boodschappen mee die hij magnifiek door het verhaal heeft verweven. Heel mooi laat hij woorden en zinnen mee-evolueren met de geestelijke groei van de protagonist.
Wanneer Ionah twaalf jaar is sterft zijn moeder en is hij op zichzelf aangewezen. De wijze lessen die ze hem ook nog op haar ziekbed heeft verteld, stellen hem in staat om te overleven in de kale uitgestrektheid van het verzengend hete, dystopische oord.

“Zandstormen zijn de manier waarop de woestijn schreeuwt. Hij herinnert ons eraan dat hij hier altijd is geweest, dat hij veel meer is dan zand en zon. De woestijn praat tegen ons en net als iedereen die praat, schreeuwt hij ook. Het is een kwestie van tijd. Mama verstond hem en heeft ervoor gezorgd dat ik dat ook deed, want daardoor zou ik kunnen overleven. Ze kon de luchtstromen en de taal van de duinen lezen. Ze wist wanneer we konden blijven staan en wanneer we in de keet moesten schuilen en het hoofd buigen.”

Na haar dood blijft ze haar zoon in zijn gedachten volgen. Hij praat tegen haar en hoort haar antwoorden. Uit angst om haar wijze lessen te vergeten, herhaalt hij ze steeds hardop voor zichzelf, als om de doodse stilte om hem heen te kunnen trotseren.

In de tekst op de achterflap staat dat Ionah wijs is, maar ook naïef. Dat behoeft nuancering. Het is zijn onwetendheid die maakt dat hij de kennis van zijn moeder als een droge spons absorbeert. Hij is leergierig en bovenal zó nieuwsgierig naar water dat uit de hemel valt.

Op een dag besluit hij om te vertrekken en met volle waterzakken en rugzak met proviand trekt hij westwaarts. Wanneer hij onderweg een man vindt – op sterven na dood – neemt hij hem mee, terug naar de keet. Het blijkt een Chinese koerier te zijn, neergestort – hier zit de link naar De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry – met zijn vliegtuig, en documenten heeft die getuigen van de rampspoed die ervoor heeft gezorgd dat alles anders werd. Tussen hem en Shui bloeit een vriendschap op en Ionah krijgt de documenten om op de achterkant daarvan de woorden van zijn moeder te schrijven. Met deze woorden trekt Ionah later de woestijn weer in…

Een juweel van een boek, pretentieloos en heerlijk leesbaar. Het is bedrieglijk eenvoudig geschreven, maar met veel, ontzettend veel inhoud.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken

Boekenkrant