"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De reizen van Olafur Egilsson

Vrijdag, 11 oktober, 2019

Geschreven door: Ólafur Egilsson
Artikel door: Marjon Nooij

Geen vakantie door Europa voor Ólafur Egilsson

[Recensie] Een 17e-eeuwse IJslander ontvoerd door moslimpiraten is het jubileumboek van Uitgeverij de Brouwerij. De kroon op 12,5 jaar noeste arbeid en de honderdste publicatie van de uitgeverij.

Dit is het verhaal over een brute inval op van dinsdag 17 juli 1627 op het eilandje Heimaey – onderdeel van de Vestmannæyjar (Westman Eilanden) ten zuiden van IJsland – door Barbarijse moslim-piraten uit Noord-Afrika om er slaven te roven. Dat is op zich al heel heel bijzonder. Waarom reizen Noord-Afrikanen, Algerijnse moslim slavenhandelaars, ‘Turken’ ( zo werden de moslims in de 17e eeuw vaak genoemd), helemaal naar IJsland om daar mensen te roven? Enerzijds omdat er veel op IJsland gezeild werd, meestal om vis te vangen, maar ook omdat er, verrassend genoeg, Nederlanders bij betrokken waren.

Eerwaarde Ólafur Egilsson heeft het allemaal meegemaakt: drie zeilschepen naderden het eiland en in een ommezien werden de sloepen gevuld met zo’n 300 man, Barbarijse piraten maar ook een handjevol Engelsen die als gids dienden te fungeren. Ze waaierden uit over het eiland en de paniek onder de bevolking sloeg toe. Veel om zich te verdedigen hadden ze niet, slechts wat buskruit en een paar musketten. Gedurende twee etmalen roofden de piraten alles wat los en vast zat, staken huizen in brand, slachtten de zich verzettende bevolking op barbaarse wijze af en wisten uiteindelijk bijna 250 mensen te overmeesteren en gevangen te zetten. Vanuit de Oostfjorden waren er ook al ongeveer 150 gevangenen, wat het totaal aan mannen, vrouwen en kinderen op zo’n 400 man bracht. Ze werden allen ondergebracht in het ruim van de drie schepen.

Ook Ólafur werd met vrouw en kinderen gevangen gezet en naar Algiers gevaren, waar ze als slaven verhandeld zouden worden. Dominee Ólafur zocht veel steun in zijn geloof.

Ons Amsterdam

“Alles geschiedt zoals de Heer wil: als we geoordeeld worden, dan worden we gestraft door God, zodat we niet eeuwig verloren zijn.”

Hijzelf werd vanuit Algiers weggestuurd om losgeld te verzamelen om zichzelf en zijn gezin vrij te kopen. Dat is een situatie die op dit moment nog steeds bestaat: dat mensen gevangen genomen worden en dat voor hen losgeld gevraagd wordt. Zo komen opstandelingen in met name in Afrika, en ook piraten, aan broodnodige inkomsten. Zo’n situatie wordt bijvoorbeeld ook beschreven in het laatste boek van Peter Buwalda, Otmars zonen, waar in Nigeria een beroemde vrouw en haar vriend gekidnapt worden; daar schijnt het zelfs zo te zijn dat je als prooi-in-spe gebeld wordt en dan kun je jezelf direct vrijkopen, nog voor je gevangen genomen wordt. Een geweldloze oplossing van het probleem chantage.

Ólafurs reis door Europa naar de Deense koning om een grote som geld in te zamelen, maken wij mee. Saillant detail is zijn beschijving van Nederland, waar hij zich verbaasde over de vele windmolens die hij tegenkwam en waar de aardigste mensen en aantrekkelijkste vrouwen woonden.

Helaas was hij onfortuinlijk en moest onverrichterzake naar huis terugkeren. De kans om zijn vrouw en kinderen vrij te kunnen kopen zag hij verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Door de bisschop werd hem gevraagd om zijn wederwaardigheden op te tekenen. Zijn manuscript werd pas veel later uitgegeven in 1741, in het Deens, en daarvan verscheen nog weer later een Engelse vertaling. Het oorspronkelijke manuscript van Ólafur werd handmatig gekopieerd. De boekdrukkunst die zich in Europa explosief ontwikkelde als de moderniteit bij uitstek, te vergelijken met onze digitale wereld, vond in IJsland geen vruchtbare bodem: te duur wellicht en er woonden te weinig mensen om dure drukpersen in te voeren.

Ólafurs verdriet en ontberingen zijn zeer navoelbaar. Dat maakt dit reisverslag voor een groot deel herkenbaar en sympathiek. Zijn omzwervingen door een Europa dat zo heel anders is dan zijn geboorte-eiland, zijn erg aandoenlijk, temeer hij ook geen geld heeft om rond te komen en van giften afhankelijk was. Van de reis wist hij zich nog veel te herinneren, waardoor hij vele details heeft kunnen beschrijven. Ook de geografische en historische beschrijvingen van hetgeen hij onderweg ziet en meemaakt, zijn invoelbaar en op een bepaalde wijze een beetje grappig, misschien omdat hij aandoenlijk is.

“Tot aan de avond slaagde ik er niet in om onderdak te vinden, hoewel ik bij meer dan twintig woningen smeekte of ik er mocht blijven. Bij zonsondergang, toen ik ergens zat te treuren, kwam er een vrouw naar me toe. Ze sprak feilloos IJslands en vroeg: ‘Wat voor iemand bent u?’ Ik antwoordde: ‘ Ik ben een arme IJslander.’ ‘Bent u IJslander?’ Vroeg ze. ‘Kom dan maar met mij mee. Ik ben ook IJslander. Verbannen, net als u. Ik zal u vannacht een kamer geven.”

Vrij snel nadat Heimaey was overvallen schreef Kláus Eyjólfsson zijn ooggetuigeverslag, opdat deze afgrijselijke gebeurtenis nooit meer vergeten zal worden. Ook dit verslag is opgenomen in het boek. Dit boek is van een voorwoord voorzien door Prof. dr. Hans Renes. De proloog en epiloog zijn van de hand van Karl Smári Hreinsson en Adam Nichols, degenen die in 2008 het originele IJslandse verhaal in het Engels hebben vertaald. Hierin beschrijven

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken