"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De ronde van Italië

Zaterdag, 28 juli, 2018

Geschreven door: Dino Buzzati
Artikel door: Ronnie van den Bogaart

Dino Buzzati en de Giro van 1949

[Recensie] Gezien door de ogen van de kroniekschrijver, die ‘door allerlei omstandigheden die waarschijnlijk te maken hebben met de grillen van het noodlot’ nog nooit een wielerwedstrijd had gezien, werd de tweestrijd tussen Fausto Coppi (29) en Gino Bartali (34), op dat moment de twee groten van het wielerpeloton, een Homerische strijd, met de oudere Gino Bartali in de rol van Hector.

Buzzati, in Napels: “Bartali, oude leeuw (…) Plotseling, dat weet je, zal de geheimzinnige genius je in de steek laten. Midden in een wedstrijd, onverwacht, zul je je merkwaardig alleen voelen: als een koning in de strijd die zich omkeert om bevelen te geven en bemerkt dat zijn leger er niet meer is, dat het bij toverslag verdwenen is in het niets. Dat verschrikkelijke moment zal aanbreken. Maar wanneer? Dat weet je niet. Het zou vandaag kunnen zijn.”

Majestueuze ruïnes

Door de ogen van de kroniekschrijver komen niet alleen Coppi en Bartali weer tot leven. We zien het decor voor ons waarin de op één na belangrijkste rittenkoers van het jaar zich afspeelt. ‘Het Italië van de majestueuze ruïnes waar een hele geschiedenis aan vastzit. Het Italië van de eiken en de cipressen.’ En natuurlijk had de romanticus oog voor het veelkleurige publiek, dat een glimp van de renners hoopte op te vangen. En dan vooral van hun helden Coppi en Bartali.

Foodlog

De kroniekschrijver had ook wel raad geweten met de fraaie soloritten van de gevoelige boerenzoon Emanuele Sella afgelopen weekend in de Dolomieten. Buzzati verplaatste zich moeiteloos in de kleine renner Mario Fazio, de winnaar van de eerste etappe, die ook in 1949 werd verreden op Sicilië. In zestig jaar Ronde van Italië is er veel, maar ook weer weinig veranderd. Mario Fazio heet vandaag de dag Matteo Priamo of Pavel Broett.

Het koersverloop

En zo komen we bij het koersverloop terecht. Natuurlijk zijn de omstandigheden veranderd. Natuurlijk waren de wegen slechter. De Col d’Izoard, net over de grens met Frankrijk, was in die dagen nog besmeurd met modder. Maar het wielrennen, en zeker het Italiaanse, bestond ook in 1949 al uit wachten, veel wachten. En daar werd ook toen volop over gemopperd. Homerische heroïek of niet, wie tussen de regels door leest ontdekt dat de Giro van 1949 eigenlijk nogal saai was.

De teleurstelling van het publiek was ook Dino Buzzati niet ontgaan. Hier komen moderne winnaars als Miguel Indurain en Lance Armstrong om de hoek kijken. De kroniekschrijver richtte zich in zijn artikel van Salerno rechtstreeks tot Coppi en Bartali. Hij begreep hun verstandige manier van rijden volgens een waterdichte berekening best. Maar de twee Italiaanse tenoren zouden de toeschouwers een beetje gelukkiger maken als ze eens iets lachwekkend onverstandigs deden.

Tot aan de allesbeslissende zeventiende etappe in de Alpen deden ze dat niet. Coppi had in de Dolomieten de eerste slag gewonnen van Bartali. Maar Adolfo Leoni, de sprinter met inhoud en het uiterlijk van een filmster, reed na meer dan twee weken koers nog altijd in de roze trui. Coppi was volgens Buzzati eigenlijk te vriendelijk en hartelijk voor de rol van de wrede Achilles. Toch ‘velde hij het onherroepelijke vonnis’ over Bartali op de flanken van de Izoard.

Oppermachtige Coppi

Een oppermachtige Coppi won de grote bergetappe van Cuneo naar Pinerolo over meerdere Alpenreuzen met elf minuten en tweeënvijftig seconden voorsprong op zijn grote rivaal. En niet ‘op zijn Armstrongs’ door te wachten tot de laatste klim. Coppi reed al weg op de Col de Vars, de eerste beklimming van de dag. Alfredo Martini, derde in de rituitslag, volgde aan de finish al op meer dan negentien minuten.

Fausto Coppi won de Ronde van Italië van 1949. Het was zijn derde Girozege. Gino Bartali werd tweede. Twee maanden later werd de veteraan Bartali in de Tour opnieuw tweede achter de ongenaakbare Coppi. Na zijn nederlaag in de etappe naar Pinerolo lachte volgens Buzzati de doorgaans norse en nukkige Bartali voor het eerst. Hij had zich overgegeven.

De ogen van de kroniekschrijver waren er voor nodig om in de verslagen Bartali een trieste verwijzing te zien naar ons aller lot.

Eerder verschenen op Sportgeschiedenis.nl

Boeken van deze Auteur:

De beroemde bereninvasie van Sicilië

De ronde van Italië

De ronde van Italië