"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De slavernij in oost en west

Woensdag, 21 oktober, 2020

Geschreven door: Matthias van Rossum, Nancy Jouwe, Guno Jones, Pepijn Brandon
Artikel door: Evert van der Veen

Het Amsterdam onderzoek

[Recensie] In 2019 gaf de Amsterdamse gemeenteraad opdracht tot een onderzoek naar de betrokkenheid van Amsterdam bij de slavernij. Ruim 40 experts uit binnen- en buitenland leveren hun bijdrage aan deze bundel en behandelen ieder een bepaald aspect van de slavernij waaruit blijkt dat de stad Amsterdam en haar inwoners op allerlei manieren met de slavernij verweven zijn. De eindredacteuren hebben allen een onderzoeksfunctie: Pepijn Brandon en Matthias van Rossum zijn verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Guno Jones zit aan de VU en Nancy Jouwe is freelance onderzoeker en co-auteur van Gids Slavernijverleden Amsterdam.

Op de omslag van het boek De slavernij in oost en west staat een foto van de ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam. Dit huis werd in 1672 gebouwd door de bewindhebber van de WIC en tevens directeur van de Sociëteit van Suriname.

In het inleidende deel worden conclusies getrokken waarvan de eerste drie historisch gezien het meest van belang zijn:

1. “Amsterdamse stadsbestuurders speelden een actieve rol in de slavernij en slavenhandel in Oost en West.
2. De Amsterdamse betrokkenheid bij de slavernij was net zo mondiaal als de handelsnetwerken die de stad wereldberoemd maakten.
3. De Amsterdamse bestuurlijke betrokkenheid bij de slavernij was economisch, politiek, militair, cultureel en mentaal van aard”.

Kookboeken Nieuws

In afzonderlijke bijdragen gaan auteurs in op de VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) en de WIC (Westindische Compagnie), Suriname, slavenhandelaars en de bouw van slaafhaalders (schepen waarin slaven werden vervoerd). Amsterdam was verweven met de wereldwijde handel in slaven zoals uit diverse bijdragen blijkt. Kaap de Goede Hoop speelde daarin een rol en andere bijdragen gaan in op de rol van Brazilië, Noord-Amerika en Curacao.

Notarissen schreven de “akten van transport” en zorgden voor legalisering van de aan- en verkoop van slaven. Ook zijn er bijdragen die stiltstaan bij verzet en desertie van slaven. Interessant is de bijdrage over de fabricage van glaskralen, destijds een gewild en goedkoop ruilmiddel om slaven te verkrijgen.

Een deel van het boek De slavernij in oost en west is gewijd aan de discussie over slavernij. Zo schreef de Surinamer Anton de Kom in 1934 het boek Wij slaven van Suriname waarin hij stilstaat bij wat er in zijn land aan slavenhandel heeft plaatsgevonden. Kritiek op de slavernij is ouder dan wij denken. Zo blijkt er eind 18e eeuw een toneelstuk te zijn waarin de slavernij wordt gehekeld. In de 17e en 18e eeuw zijn er ook predikanten die zich kritisch uitlaten over de slavernij en de schrijfster Betje Wolff noemt slavenhouders “hebbezuchtige monsters”.

In het laatste hoofdstuk worden lijnen naar het heden getrokken en gaat het ook de groeiende bewustwording van ons verleden, de erkenning van onze rol in de slavernij maar komt ook racisme ter sprake.

Het boek De slavernij in oost en west is omvangrijk maar uiterst leesbaar; alle bijdragen zijn zeer toegankelijk en dat is voor een bundel waar zoveel mensen bij betrokken zijn opmerkelijk. Hoewel het geen doorlopende systematische geschiedenis is, vullen de bijdragen elkaar wel goed aan en vormen ze samen een duidelijk beeld van de slavernij en de rol van Amsterdam daarin. Vele illustraties vullen de tekst op aangename wijze aan.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles