"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Steppewolf, en Narziss en Goldmund

Vrijdag, 20 november, 2020

Geschreven door: Hermann Hesse
Artikel door: Karl van Heijster

De eenheid van Hesses tegenstellingen

[Recensie] Het geestelijke en het lichamelijke. Ratio en emotie. Het individu en de gemeenschap; de een tot grootsheid in staat, de ander gedoemd tot middelmaat. Het werk van de Duits-Zwitserse schrijver en dichter Hermann Hesse zit vol met tegenstellingen en personages die worstelen deze te overwinnen. Zijn twee bekendste romans, De Steppewolf (uit 1927) en Narziss en Goldmund (1930) zijn daar treffende illustraties van. Onlangs bracht uitgeverij De Bezige Bij deze romans opnieuw uit, de eerste in een in 2016 herziene vertaling van Peter Verstegen, de tweede in vertaling van Pé Hawinkels.

Half burgerman

De Steppewolf gaat over de middelbare Harry Haller. Haller is depressief en eenzaam. Hij leest poëzie op zijn gehuurde kamer, bezoekt kroegen en concerten, maar voor zijn gemoed mag het niet baten. In de nacht vertrouwt hij zijn gedachten toe aan het papier. Hij ziet zichzelf als een duaal wezen: half burgerman, half Steppewolf. Een Steppewolf is een eenling, een beest, een creatieve kracht, iemand die met zijn rug naar het burgerlijk bestaan staat. Maar Haller kan niet zonder dat burgerlijk bestaan. Zijn vloek is niet burgerman te zijn, of Steppewolf; zijn vloek is dat hij beide is, een persoon op het snijvlak van twee onverenigbare krachten.

Zijn leven neemt een positieve wending als hij Hermine ontmoet, die hem lijkt te kennen al vóór ze elkaar ooit hadden ontmoet. Door hem voor te stellen aan haar vrienden, saxofonist Pablo, en vriendinnen, de bekoorlijke Maria, weet ze de knoop te ontwarren waar Haller in verstrikt is geraakt. Ze neemt hem, stijve hark, mee uit dansen. Aanvankelijk gaat het moeizaam, maar dan komt hij los. Hij beseft dat hij in wezen geen duaal wezen is, geen gematigde burgerman aan de ene kant en een losgeslagen Steppewolf aan de andere. Zijn persoonlijkheid herbergt honderden, duizenden persoonlijkheden, of delen van persoonlijkheden. Er blijkt ook een Haller-de-danser te bestaan, die net zo deel van hem is als Haller-de-denker. Alleen de danser was een kind, minder misschien nog zelfs wel, want de denker had nooit de moeite genomen hem te ontwikkelen.

Geschiedenis Magazine

Magisch-gestoord

Hallers bereikt zijn doorbraak in een door drugs opgewekte droomwereld waarin hij toegang heeft tot alle deuren van zijn mogelijke persoonlijkheden. Maar de beschrijving van Hallers zoektocht heeft magisch-gestoorde kanten, al lang vóórdat hij de door saxofonist Pablo aangeleverde waar tot zich neemt. In een nachtelijke episode koopt hij een traktaat op straat, waarin zijn hoogstpersoonlijke situatie in de filosofische termen wordt geduid. Opvallend is dat de schrijver van het traktaat dan al de door Haller gevoelde tweesplitsing doorziet als onecht. Het inzicht dat hem van zijn depressie doet genezen, was al die tijd al aan hem bekend, zij het in abstracte, analytische bewoordingen. Haller had een lichamelijke, vrouwelijke kracht nodig om haar tot zich te nemen.

De lezer maakt Hallers innerlijke reis grotendeels in zijn eigen bewoordingen mee: het wordt gepresenteerd als een door de hoofdpersoon zelf geschreven manuscript. (Alleen voor gestoorden, luidt de ondertitel.) De centrale tegenstelling van het boek komt echter ook terug in haar vorm. Het perspectief van de Steppewolf komt naar voren in het door Haller gekochte traktaat. Die verhandeling leest als een nauwgezet opgebouwd argument, de filosofische duiding van een situatie. De inleiding van het boek daarentegen – gepresenteerd vanuit het perspectief van de burgerlijke neef van zijn huisbazin – is schetsmatig, vol rommelige vooruit- en terugwijzingen. Het zijn treffende voorbeelden van Hesses technische vaardigheden en zijn vermogen een thematische eenheid in zijn werk te scheppen.

Redelijk, zinnelijk

Het thema van de eenheid van tegengestelden komt in Narziss en Goldmund misschien nog wel sterker naar voren. De twee hoofdpersonen uit de titel zijn elkaars tegenpolen. De een is redelijk, de ander zinnelijk. De een een kloosterman, de ander een zwerver. De ene hetero, de ander homo (al is dat een tegenstelling die, gezien de middeleeuwse setting van het verhaal, niet tot wasdom komt). Toch is de vriendschap tussen Narziss en Goldmund diep. Zelfs als ze jaren van elkaar gescheiden zijn, gaan blijven hun gedachten naar elkaar uitgaan.

Een kloosterleven, dat is wat Goldmunds vader hem wenste. Als manier om boete te doen voor de zonden van zijn moeder, maar dat zei hij er niet bij. De jongen is een jaar of vijftien als hij hem afzet bij het klooster van Mariabronn. Daar trekt hij onmiddellijk de aandacht van de intellectuele Narziss, zijn leraar, ondanks dat ze maar een paar jaar van elkaar schelen. Narziss overtuigt de rusteloze jongen ervan dat hij niet voor het klooster is geschapen. Goldmund heeft te weinig op met grammatica – Grieks, Latijn -, en logica – Aristoteles, Thomas van Aquino. Hij is een vrije geest, een kunstenaar die nog niet weet dat hij kunstenaar is. De jongen vertrekt en leeft het leven van een zwerver. Met zijn knappe gelaat en gevoelige inborst beroert hij het hart van menig vrouw die zijn pad kruist. Maar het zwerversbestaan bestaat niet alleen uit liefkozingen, leert hij. Zijn tocht leert hem de lessen van het leven op een manier waar geen kloosterwijsheid tegenop kan.

De pest

Verteld als klassieke roman, volgt het boek de omzwervingen van Goldmund. De mooie momenten in zijn leven – die veelal verband houden met vrouwen, en later met kunst – worden afgewisseld met zwaar weer. Uit zelfverdediging vermoordt Goldmund een mede zwerver, later verliest hij de mensen in zijn omgeving aan de pest. Eén van de meest ijzingwekkende scènes in het boek, vindt plaats als hij een dood gezin in hun woning aantreft – de jongen met zijn gezicht naar de vloer, liggend in de deuropening, zijn handen tot knuistjes geknepen. Opvallend genoeg behoudt Goldmund juist op dit moment de rust waar hij zijn vriend zo om bewondert. Hij observeert de situatie koel, en maakt er tegen zijn angstige reisgenoot, zelfs een cynische grap over. Het is een koelte die verhult dat Goldmund op dat moment op een pad terecht is gekomen dat hem van zijn geloof zal brengen, hem zal doen inzien hoe wanhopig hij tekortgeschoten is in het vervolmaken van zijn schepping. 

Het duurt lang – decennia – voordat Goldmunds pad zich eindelijk weer kruist met dat van Narziss. Maar wanneer ze elkaar opnieuw ontmoeten, blijken ze elkaars exacte spiegelbeeld te zijn. Zoals Narziss Goldmund liet inzien dat hij niet gemaakt was voor het klooster, toont Goldmund Narziss dat het door hem geleden leven in datzelfde klooster, slechts een half leven was Hij komt tot het inzicht dat de lichamelijkheid niet minder is dan het geestelijke, de tijdelijkheid niets minder dan het eeuwige. Het ene leven toont het andere leven haar gebrek; hun vriendschap vervolmaakt beiden. De tegengestelden zijn samen één.

De Steppewolf en Narziss en Goldmund zijn beide uitstekende voorbeelden van hoe literatuur in staat is ogenschijnlijk onoverbrugbare tegenstellingen te overwinnen. Hesses nauwgezette vertellingen dagen de lezer uit verder te kijken dan de oppervlakte en te zien waarin twee uitersten met elkaar overeenkomen. Net als de personages in zijn romans, wordt het subjectief vertelde manie van De Steppewolf verenigd met het objectief geschetste gevoelsleven van Narziss en Goldmund in een allesoverkoepelende eenheid: de schrijver Hermann Hesse zelf.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: