"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De strafkolonie

Woensdag, 3 juni, 2020

Geschreven door: Wil Schackmann
Artikel door: Peter van Dam

Verzedelijken en beschaven in de koloniën van weldadigheid, 1818-1859

[Recensie] De Koloniën van Weldadigheid in het noorden van Nederland blijven de aandacht trekken. Eerst verscheen Suzanna Jansens Pauperparadijs, daarna publiceerde Wil Schackman De Proefkolonie en boeken over de bedelaars- en kinderkolonie. Nu buigt hij zich over de strafkolonies in Ommerschans en Veenhuizen. De in 1818 opgerichte Maatschappij van Weldadigheid wilde in de Koloniën mensen uit de lagere klassen door landbouw en scholing verheffen. Een bitter mengsel van idealisme en bevoogding was het resultaat. De strafkolonies waren plaatsen waar kolonisten tijdelijk werden afgezonderd, zodat ze geen kwalijke invloed op de andere bewoners zouden hebben.

We volgen onder andere Willempje van der Dooze, die in 1825 met haar vier dochters naar de strafkolonie werd gestuurd. De weduwe had door de Maatschappij in bruikleen gegeven huisraad verkocht en was ook nog eens ongehuwd zwanger van een jongeman die de Maatschappij zelf ‘ter volmaking van het huisgezin’ in huis had geplaatst. Waarom blijft dit onderwerp aantrekkelijk? Schackmann geeft met een veelvoud aan citaten uit brieven en processtukken mensen uit lagere klassen een gezicht. Als historische voyeurs kunnen lezers volop gruwen van hardvochtige leefomstandigheden en vunzige details. Tegelijkertijd fascineert de jammerlijke mislukking van mooie idealen. Een overtuigende verklaring heeft Schackman niet – in De strafkolonie overweegt de bevreemding.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Boekenkrant

Boeken van deze Auteur: