"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De tegenaanval

Woensdag, 26 juni, 2019

Geschreven door: Henk Bussemaker
Artikel door: Jan van den Berg

Leven en ondergang van onderzeebootcommandant Anton Bussemaker

[Recensie] De strijd tussen de Nederlandse en Japanse marines in Nederlands-Indië is vooral bekend door de Slag in de Javazee op 27 februari 1942, waarbij een geallieerde vloot onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman vernietigend werd verslagen. Reeds eerder waren er Nederlandse marineschepen verloren gegaan. Zo was op 15 december 1941 de onderzeeboot O 16 bij Maleisië op een mijn gelopen en gezonken. Het schip stond onder bevel van luitenant-ter-zee eerste klasse Anton Bussemaker. Van de 42 opvarenden lieten er 41 het leven, waaronder Bussemaker.

Het boek De Tegenaanval, Anton Bussemaker (1900-1941) – Onderzeebootcommandant, beschrijft het leven van Bussemaker en het leven van zijn vrouw en drie zoons tijdens de Japanse internering. Tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Azië leidden zij een gelukkig bestaan. Bussemaker klom sinds zijn indiensttreding op vijftienjarige leeftijd gestaag op in de rangorde van de Koninklijke Marine.

Naast zijn werkzaamheden bij de vloot in zowel Nederland als Nederlands-Indië schreef hij veel krijgskundige verhandelingen, onder andere over de beste tactieken voor de inzet van onderzeeboten. Bussemaker was een groot voorstander van de roedeldivisietactiek, ofwel het optreden in groepen om zo een grotere slagkracht tot stand te brengen. Met deze tactiek behaalde de Duitse marine in de Tweede Wereldoorlog grote successen tegen geallieerde konvooien.

Toen de oorlog in Azië uitbrak, werd Bussemaker commandant van Flottille 1 Onderzeeboten. Hij stond in die hoedanigheid onder bevel van de Britse marine. Daar zag men weinig in de roedeldivisietactiek. De Nederlandse onderzeeboten zijn gedwongen om individueel op te treden. Bussemaker ervoer dat als verraad door (toenmalig) vice-admiraal Conrad Helfrich, die als Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië had ingestemd met het onder Brits commando plaatsen van de Nederlandse onderzeeboten.

Op 12 december 1941 wist Bussemaker met de O 16 vier Japanse troepentransportschepen in ondiep water voor de kust van Thailand met torpedo’s tot zinken te brengen en veilig weg te komen in een actie die door vriend en vijand als uiterst moeilijk werd omschreven. Drie dagen later kwam de O 16 in een onbekend mijnenveld aan zijn einde. Bussemaker ontving postuum de Militaire Willems-Orde voor zijn acties.

De Tegenaanval is een persoonlijk document, onder andere doordat een van de auteurs Anton Bussemakers zoon Henk is. Behalve de vele schriftelijke bronnen die de auteurs gebruiken, vormen de herinneringen van Henk ook een belangrijke bron. Hij heeft tot 1995 moeten wachten tot het wrak van de O 16 werd gevonden en was erbij toen duikers afdaalden naar het wrak en het bronzen stuurwiel van de O 16 naar de oppervlakte haalden.

Ook bleek hoe het schip ten onder gegaan was. Aan de onderzijde, vlak voor de commandotoren gaapte een groot gat, dat was veroorzaakt door de ontploffing van een mijn. Het voorschip maakte een hoek van 30 graden met de rest van de romp. De laatste rustplaats van schip en bemanning zou helaas niet ongestoord blijven. Bij een nieuw bezoek aan het wrak in 2014 bleek dat het was beschadigd door plunderaars.

Eerder verschenen in Armex, nummer 3, 2017.