"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De terugkeer

Dinsdag, 22 december, 2020

Geschreven door: Esther Gerritsen
Artikel door: Annette Wierper

Het verleden op losse schroeven

[Recensie] Kun je de waarheid aanpassen als die je in problemen brengt? Zijn herinneringen manipuleerbaar? Is het verleden eindig? In de nieuwe roman van Esther Gerritsen is het allemaal mogelijk. Gerritsen, kampioen in het blootleggen van gevoelige zenuwen in ogenschijnlijk gewone families, doet het ook dit keer weer. In broodnuchter proza begeleidt zij een gezin naar een ontknoping waarin iedereen verliezer is.

Hoofdrolspelers in dit familiedrama zijn Johanna en haar kinderen Jennie en Max. Een bijrol is weggelegd voor oom Ed, de jongere broer van vader Gerrit, die al twintig jaar dood is. De goeiige vrijgezel Ed doet zijn best; hij wil altijd graag helpen, zo zit hij nu eenmaal in elkaar. Hij vergeet nooit een verjaardag en schiet het gezin te hulp als het even niet meezit. Ed heeft zelfs een vaste slaapplek in huis; in de bijkeuken ligt standaard zijn matras. Ook nu is Ed direct in de auto gestapt toen Johanna hem belde. Johanna, die jaren na de dood van Gerrit eindelijk een nieuwe liefde leek te hebben gevonden in Frans, met wie zij naar Ibiza verkaste, is door Frans teruggebracht. Ze blijkt Alzheimer te hebben en dat was iets te veel voor Frans’ plichtsbesef. “Hier had hij niet voor gekozen.” Gelukkig heeft zoon Max tijdens Johanna’s afwezigheid netjes op haar huis gepast, dus ze kan er zo weer in. Maar eigenlijk staat haar toestand niet toe dat ze daar alleen woont, dus heeft Johanna samen met oom Ed besloten dat ze naar een verpleeghuis gaat. Ze wil de kinderen niet belasten met de zorg voor haar. Max heeft een stabiele relatie met Nora, ze hebben een leuk huis en een lief dochtertje. Jennie, vijf jaar jonger dan Max, heeft net een nieuwe vriend. Johanna vindt dat haar kinderen hun eigen leven moeten kunnen leiden. Tot zover is alles redelijk normaal.

Zelfmoord

Niet normaal was de dood van Gerrit. Na verschillende periodes van diepe depressies en fysiek verval werd hij op een ochtend door Max -dan tien jaar oud – dood gevonden op de bank in de woonkamer. Zelfmoord, concludeerde de schouwarts, er lag een doosje slaappillen naast het lijk. Na de dood van Gerrit was Max nog geruime tijd bij zijn moeder blijven wonen. Hij voelde zich nu eenmaal verantwoordelijk voor haar geluk. Toen hem duidelijk werd dat zijn moeder hem helemaal niet nodig had besloot hij voor zichzelf te kiezen en werk te maken van het meisje dat hij onlangs ontmoette. Ook Nora heeft een dode ouder. Dat schept een band.

Boekenkrant

Hogere versnelling

Als Jennie zegt dat ze “iets over papa” met haar moeder en haar broer wil bespreken, kantelt het beeld van een redelijk gewoon gezin. Hier gaat Gerritsen in een hogere versnelling en morrelt aan de kleine kantjes van haar personages. Precies zoals we van haar gewend zijn: in ogenschijnlijk eenvoudige dialogen legt ze de spanning tussen haar personages bloot en toont ons haarscherp de rol die zij verkiezen te spelen. Er zijn overduidelijk twee kampen: aan de ene kant staat Jennie, die haar vader vooral kent van foto’s. Dat de herinneringen aan haar vader schaars zijn, verwart haar. Ze heeft wel herinneringen aan die ochtend van zijn dood maar ze was vijf, wat zijn zulke herinneringen waard? Wat is er waar van de verhalen die ze in haar hoofd maakte? Waarom herinnert zij zich haar vader vooral van die ene keer dat hij, languit liggend op de bank, in zijn broek plaste? Jennie is van mening dat het onderzoek naar Gerrits dood te summier was en wil dat het onderzoek opnieuw geopend wordt. Desnoods wil ze hem laten opgraven. Zelfmoord kan ze niet accepteren, ze wil de waarheid. Tegenover haar staan Max, zijn moeder Johanna en oom Ed, die elk hun eigen redenen hebben om het verleden los te laten. Max wil niet terug naar die nacht. Oom Ed vindt dat iemand de schuld moet krijgen. Desnoods is hij die Iemand, dat is nu eenmaal de tragiek van zijn leven. En Johanna maakt dankbaar gebruik van de Alzheimer om iets niet te zeggen.

Detective

In naturalistische dialogen, warrige gedachtestromen en wisselende perspectieven is Gerritsen op haar best en komt het verleden op losse schroeven te staan. In stroperige, stroeve gesprekken draaien de personages om elkaar en de waarheid heen. Zij wisselen ook geregeld van rol: de ene keer zijn zij passief slachtoffer, de andere keer actieve dader of manipulator. Daarmee strooit Gerritsen de lezer, die dacht een roman te lezen maar in een detective blijkt te zijn beland, zand in de ogen.

Het is jammer dat de dode Gerrit het zelfs vanuit het hiernamaals niet kan laten het leven van zijn gezin te domineren. Het is een kunstgreep van de schrijver die niet goed uitpakt. Gerrits’ commentaren voegen weinig toe en het onrealistische karakter ervan doet eerder afbreuk aan de opgebouwde spanning dan dat ze de oorzaak ervan duiden. Ze wekken bovendien irritatie op: terwijl zijn gezinsleden allemaal “wegzakten in het zwarte gat dat hij was” gaat Gerrit, comfortabel dichtbij God, vrijuit. En zo tobben de personages naar de ontknoping toe, waarin alleen Jennie winst behaalt. Zij krijgt wat zij verlangde: de waarheid. Dat die waarheid een totaal andere is dan die van haar broer en moeder maakt van haar alsnog een verliezer.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: