"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De toekomst van de stad

Dinsdag, 28 november, 2017

Geschreven door: Zef Hemel
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Leven op het platteland is voor sukkels

[Recensie] Wat Zef Hemel vermoedelijk zo ongeveer het meest irriteert in Nederland is het Groene Hart. De hoogleraar Grootstedelijke vraagstukken aan de UvA houdt in zijn boek De toekomst van de stad een vurig pleidooi voor de metropool, de stad die is samengesteld uit een aantal steden, aaneengegroeid, waar miljoenen mensen samenleven, werken, recreëren, ideeën bedenken, uitvindingen doen, waar het zindert en bruist, waar de toekomst van de mensheid wordt gegarandeerd.

“Grote steden zijn namelijk beter [dan kleine steden en het platteland/red.], de allergrootste zijn zelfs het beste wat deze wereld aan mensen te bieden heeft. Hele grote steden zijn veel rijker, complexer, gevarieerder, innovatiever en duurzamer dan kleine steden, ze bieden de mens de grootste kansen op ontwikkeling, vooruitgang, carrière, zingeving, geluk, ook als je arm bent. Ze maken de mensen vrij en zullen de wereld redden.”

Door in Nederland op een dwangmatige manier vast te houden aan het behoud van het Groene Hart als plattelandsregio komt het in Nederland nooit van een echte metropool. Het blijft zo sukkelen met steden als Amsterdam, Utrecht en Rotterdam die weliswaar groeien, maar niet snel en groot genoeg, aldus Hemel. Pas er als echt een Randstad ontstaat, waarin deze steden aaneengegroeid zijn tot een metropool heeft Nederland nog een toekomst, zo zou je Hemels pleidooi kunnen samenvatten.

Ook hekelt Hemel de, al zeker een eeuw oude, Nederlandse politiek van het proberen te redden van de zwakkere regio’s. We hadden nooit DSM in Zuid-Limburg moeten laten ontstaan; al die investeringen in de drie noordoostelijke provincies zijn weggegooid geld. Laat daar de boel maar de boel en zorg dat Nederland met een enorme Randstad, nog veel groter dan nu, kan floreren.

Yoga Magazine

Hemel gaat de geschiedenis in om zijn gelijk te bewijzen. Hemel beargumenteert, in tegenstelling tot wat mijn kinderen al jaren bij de start van elk schooljaar leren, dat het niet de dorpen waren die eerst ontstonden in de prehistorie. Nee, volgens Hemel is de stad ouder dan het dorp en er ontstonden eerst steden waaromheen dorpen kwamen. Hij baseert deze theorie op de Amerikaanse stedenbouwkundige Jane Jacobs die aan de hand van de beschrijving van diverse oersteden liet zien dat die steden ouder waren dan de omliggende landbouwdorpen. Dorpen waren er alleen maar om te zorgen dat er in de stad voldoende eten en drinken was. Zo functioneerde ook de Griekse en Romeinse steden in de oudheid. Ook al ben je geneigd om precies het tegenovergestelde te denken, is er volgens Hemel in de stad altijd meer voedsel dan op het platteland. Eenvoudigweg omdat de stad machtiger en rijker is en zo de voedselstromen van het platteland naar de stad kan afdwingen en reguleren vaak ten koste van de politiek en economisch zwakkere plattelanders. Behalve dan als er echt een crisis van formaat uitbreekt zoals in de Hongerwinter tijdens WOII, dacht ik er wel bij, maar daarover geen woord in De toekomst van de stad.

Hemel heeft nog meer interessante inzichten. Hij schets de ontwikkeling van een aantal steden aan de hand van de beschikbare energie en brandstoffen. Amsterdam kon tot bloei komen dankzij de turf die rondom de stad in oude veenlagen werd gestoken. Londen werd in de 18de en 19de eeuw een wereldstad dankzij de winning en aanvoer van steenkool, wat nodig was voor de eeuw van het stoom. Als wij denken dat steden door de politiek en machtshebbers worden gecreëerd, dan hebben we het mis. Hemel laat zien dat ook hier geldt: ‘It’s the economy, stupid’. Hij voorspelt dat als we in de steden door gebruikmaking van zonnepanelen op elk plat dak qua energievoorziening zelfstandig worden, zelfs het bestaan van natiestaten overbodig wordt.

Steden moeten wel van onderaf groeien. De maatregelen van Napoleon III om halverwege de 19de eeuw de hele binnenstad van Parijs van bovenaf te hervormen onder regie van Georges-Eugène baron Haussmann, bekend van de aanleg van de lange en brede boulevards en allee’s, brachten de stad tot de rand van het bankroet. Veel bedrijven werden met hun arbeidslui en al de stad uitgejaagd, waardoor er minder inkomsten binnenkwamen. Nee, steden moet je hun gang laten gaan, aldus Hemel, en dan zul je zien dat krottenwijken langzaamaan betere wijken worden, en bewoners zich ontwikkelen in positieve zin. Het Franse centralisme is daarvoor funest. Voor Hemel zijn steden haast natuurverschijnselen:

“De stad als een gigantisch brein. Steden zijn […] hele intelligente organismen. Hun geschiedenis is er een van innovaties, economische voorspoed, groeiende rijkdom, grote beschavingen. […] Miljoenen mensen zijn in staat op een klein oppervlak betrekkelijk vreedzaam met elkaar samen te leven, nee juist door hun onderlinge nabijheid bouwen ze aan een geweldige economie. Ook op de werkvloer, in de buurten en wijken, vinden hele gewone mensen oplossingen voor razend ingewikkelde problemen waarmee ze dagelijks worstelen. […] Hoe groter, complexer en chaotischer de steden, hoe beter het ze lukt om te innoveren, zich aan te passen, armoede te bestrijden, welvaart te creëren, de wereld duurzamer te maken, te beginnen bij zich zelf.”

De toekomst van de stad is een heerlijk optimistisch en vrolijk boek. In deze tijden van somberheid en doemdenken is het alleen daarom al de moeite waard om dit boek te lezen. Ook al kun je bij een groot aantal van Hemels’ aannames de nodige twijfels plaatsten, blij word je er wel van. En een grote geruststelling voor alle stedelingen, u zit goed waar u zit. Nu is het wel zo, dat ik net na bijna veertig jaar wonen en werken in een middelgrote stad overweeg om over een paar jaar naar het platteland te verhuizen. Ik zal Hemels droom van het ontstaan van een megastad in Nederland op afstand met plezier waarnemen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Tijdens de Leesclubavonden van DLVAlive in Utrecht en Rotterdam, resp. 11 en 18 december 2017 bespreken we het boek van Zef Hemel. In Utrecht met stedebouwkundige Ron Buiting en in Rotterdam is Hemel zelf de gast. Kijk hier voor meer informatie.