"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De toppen van het kunnen

Maandag, 11 januari, 2021

Geschreven door: Dirk van Delft
Artikel door: Cyril Lansink

Over de drijfveren van wetenschappers

[Recensie] “De dingen wentelen rond in je geest, je schuift het probleem terzijde en in je dromen zie je spookbeelden waarbij begrippen uit de wiskunde en het dagelijkse leven door elkaar lopen. Blijken er bij het ontwaken toch zaken van plaats veranderd te zijn. Opeens: klik! Dat geeft een extreem hevige reactie, het zijn de mooiste momenten, de momenten waar je wiskunde voor doet”, aldus Hendrik Lenstra, hoogleraar getaltheorie aan de Universiteit Leiden, in een bundel met 21 portretten van Nederlandse topwetenschappers.

Wat bezielt hen? Waar komt hun passie voor onderzoek vandaan? En hoe krijgt die gestalte? Vanwaar hun nieuwsgierigheid en hun tomeloze werkdrift? Hoe bereikten ze de top in hun vakgebied? Gewapend met deze vragen sprak Dirk van Delft, vroeger redacteur wetenschap van NRC Handelsblad, met een keur aan bekende en minder bekende hoogleraren. Bèta’s zoals fysicus Gerard ’t Hooft, meteoroloog en gletsjer-onderzoeker Hans Oerlemans en astrofysica Ewine van Dishoeck komen aan het woord. Maar ook alfa’s en gamma’s zoals mediëvist Frits van Oostrom, sinoloog Maghiel van Crevel en socioloog Paul Schnabel.

Stuk voor stuk heeft het boeiende verhalen opgeleverd, waarin het persoonlijke aspect – de mens achter de wetenschapper – en het inhoudelijke aspect – het onderzoek van die wetenschapper – op een organische manier met elkaar verweven zijn.

In kort bestek komt de lezer iets te weten over de biografische achtergronden en drijfveren van de wetenschappers. Ook krijgt hij uitleg over de vragen die hen bezighouden en over de weg die zij hebben afgelegd om de antwoorden op die vragen te vinden. Dat hun succes – Spinozaprijswinnaars zijn bij de geportretteerden ruim vertegenwoordigd – daarbij aandacht krijgt ligt voor de hand. De gesprekken laten echter tevens mooi zien dat dit succes nooit uit de lucht komt vallen maar een zaak van lange adem is, van trial and error, en mede afhankelijk van een netwerk van slimme collega’s en een goede institutionele onderzoekssetting. En dan nog is er vaak niets gegarandeerd. “Op een laboratorium zit je maanden te ploeteren en gaan je proeven aan de lopende band de mist in”, zo laat de vooraanstaande viroloog Ab Osterhaus zich ontvallen.

Boekenkrant

21 verschillende personen, 21 verschillende onderzoeksterreinen – de een werkt het liefst in stilte, de ander is voortdurend aan het netwerken; de een tobt over de kleinste deeltjes in het universum, de ander over strafrecht in tijden van terrorisme; de een onderzoekt de verankering van het taalvermogen in het brein, de ander de relatie tussen voeding en gezondheid. En toch vertoont deze bundel interviews meer eenheid dan je op grond van deze grote diversiteit misschien zou verwachten. Want wat al die toponderzoekers delen is het rusteloze verlangen om te weten hoe iets echt zit én het aanstekelijke enthousiasme om van dat weten verslag te doen. Van Delft toont zich een perfecte intermediair bij het overbrengen van dat verlangen en dat enthousiasme naar de lezer. Ja ook, als het gaat om de abstracte problemen waar een hoogleraar getaltheorie zich in verdiept.

Eerder verschenen in Intermediair