"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De tovenaarszoon

Woensdag, 13 november, 2019

Geschreven door: Adrian Stahlecker
Artikel door: Marjon Nooij

Het bizarre leven van Klaus Mann

[Recensie] 16 april 2019 werd op initiatief van het Klaus Mann Initiative Berlin, het zeventigste sterfjaar van Klaus Mann herdacht in het Goethe Instituut met het stuk Überfällige Worte – Fiktives Gespräch zwischen Klaus und Thomas Mann. In de dialoog op basis van nagelaten teksten, ook die van Thomas Mann, wordt de complexe vader-zoon relatie tot uitdrukking gebracht. Een mooie gelegenheid om aandacht te schenken aan het boek De tovenaarszoon van Adrian Stahlecker.

Er is al veel geschreven over Klaus Mann, maar de mythe rond deze oudste zoon van Thomas Mann is nog altijd groot en interessant. Stahlecker heeft – met deze fraaie hardcoveruitgave van Geldermalsen Publications – een uitstekend gedocumenteerde biografie geschreven, waarbij hij zich niet alleen heeft gericht op Klaus, maar onlosmakelijk ook op de rest van de familie Mann. De bijzonder gespannen omstandigheden in het gezin, zijn homoseksualiteit en de afstandelijke houding van zijn vader zijn van grote invloed geweest. Niet alleen Klaus plukte hier de wrange vruchten van, maar ook de andere gezinsleden.

Klaus – Essie genoemd door zijn broers en zussen – wordt in München geboren op 18 november 1906 als tweede kind van de niet onbemiddelde Thomas Mann en Katia Mann-Pringsheim. Hij wordt niet alleen vernoemd naar de tweelingbroer van Katia, maar ook naar de protagonist uit Königliche Hoheit, de pas voltooide roman van Thomas.

Bij de geboorte van Erika, het oudste kind, is Thomas hevig teleurgesteld dat het een meisje is. In een brief aan zijn broer Heinrich Mann beklaagt hij zich hierover. Een zoon zou volgens hem poëtischer zijn, “meer als een voortzetting en nieuw begin van mijzelf onder nieuwe bedingingen”. Deze wetenschap rust als een zware last op de schouders van Klaus, een last die hij zijn verdere leven mee moet torsen en een opgave zal blijken die hij niet waar kan maken. Met zijn moeder heeft hij een liefdevolle relatie, zij staat immers altijd en onvoorwaardelijk voor hem klaar. Vanaf het moment dat hij zijn eerste woordjes kan schrijven, schrijft hij schriften vol verhalen en houdt een dagboek bij. Zijn eerste werk Kindernovelle komt uit in 1923. Hij is dan amper zeventien jaar oud.
Wanneer Klaus in 1915 door een buikvliesontsteking en totale darmafsluiting ernstig ziek wordt, verkeert hij op het randje van de dood. Deze ervaring leidt tot een bijzondere fascinatie voor de dood en hij schrijft daar later over:

“Ik geloof dat het belangrijk voor mijn verdere leven was dat ik op die leeftijd zo dicht bij de dood was. De schaduw heeft me duidelijk getekend.”

Boekenkrant

Met Erika en zijn jongere broertje Golo heeft Klaus een sterke band, maar met Erika ontwikkelt hij een soort geheimtaal. De grote afwezigheid van hun vader en de voortdurende dreiging dat ze zich in huis vooral niet mogen laten horen, leidt ertoe dat de kinderen een eigen universum creëren. Voor Klaus staat al heel vroeg vast dat hij een grote drijfveer heeft om beroemd te worden.

De biseksuele Erika en Klaus – die geen geheim maakt van zijn homoseksuele geaardheid – vormen, tot grote zorg van hun ouders, een nogal recalcitrant duo. Erika en Klaus tonen zich ware pacifisten en zijn niet in toom te houden. Hierop worden ze naar een internaat gestuurd. Een zware psychische crisis voor zijn examen maakte zijn ouders radeloos. Later staan Erika en Klaus samen op het toneel en reizen de wereld over om lezingen en interviews te geven. Tijdens een bezoek aan Marokko komt Klaus in aanraking met verdovende middelen. Dit leidt ertoe dat hij een te grote hoeveelheid gebruikt en in het ziekenhuis belandt. Hij zegt hier later over dat het ‘de hel‘ was, maar hij zal zijn verdere leven drugsverslaafd blijven. Met de liefde wil het ook niet echt lukken en hij zoekt zijn seksuele vertier in allerhande artistieke gelegenheden. De depressieve trekken ontwikkelen zich steeds heviger.

“Overal zal ik een vreemdeling blijven, een mens met mijn aard is steeds en overal volkomen eenzaam.”

Na vele omzwervingen door onder andere Europa en Amerika, het verblijf in ballingschap in Amerika tijdens de Tweede Wereldoorlog en verscheidene betrekkingen, belandt de flamboyante Klaus in Frankrijk, waar hij op 21 mei 1949 in Cannes een einde aan zijn leven maakt.

Deze interessante biografie, rijkelijk voorzien van schitterende fotos, is bijzonder uitgebreid gedocumenteerd en beschrijft alle zijtakken en omstandigheden die van invloed zijn geweest op de ontwikkeling en het leven van Klaus Mann, zijn relaties, ontmoetingen, worstelingen die hem gedurende zijn (te korte) leven ten deel zijn gevallen. De auteur heeft ervoor zorg gedragen dat het geen droge opsomming van feiten is geworden. Het is zeer prettig leesbaar en een magnifieke verslaglegging van deze ongekend extravagante man/Mann. De stamboom van de familie én het persoonsregister achter in het boek zijn van een grote aanvullende waarde.
Kortom: een absolute must read voor de Mann-liefhebber!

Eerder verschenen op Met De Neus In De Boeken