"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De troepenmacht in Suriname

Woensdag, 17 juli, 2019

Geschreven door: Ellen Klinkers
Artikel door: Jan van den Berg

Geschiedenis van het Nederlandse leger in Suriname geboekstaafd

[Recensie] Een deel van de Nederlandse militaire geschiedenis heeft zich afgespeeld in Suriname. Over de periode 1940 – 1975 is het boek De Troepenmacht in Suriname gepubliceerd door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

Na de capitulatie van Nederland in 1940 namen de Amerikaanse strijdkrachten de verdediging van Suriname over van het kleine Nederlandse contingent. Suriname was voor de Amerikanen van strategisch belang in verband met de bauxietmijnen. Die waren van groot belang voor de aluminiumproductie voor de vliegtuigindustrie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Suriname dienstplichtigen geworven voor de verdediging van de kolonie. De Nederlandse regering in Londen had echter om raciale redenen geen enkele animo om (zwarte) soldaten uit Suriname op te nemen in de Prinses Irenebrigade, die bij de bevrijding van Nederland zou meehelpen. Later zouden er wel Surinaamse militairen worden ingezet in de koloniale oorlog in Nederlands-Indië (1945 – 1949) en de Korea-oorlog (1950 – 1953).

In de tien jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de troepenmacht in Suriname steeds Nederlandser. Er was wel enige instroom van Surinamers, die in Nederlandse militaire dienst waren geweest, maar die was geringer dan het aantal militairen dat uit Nederland werd gestuurd. Dat waren voornamelijk dienstplichtigen.

Dit gaf spanningen, omdat in Suriname een steeds sterkere wens ontstond naar autonomie en onafhankelijkheid. In 1955 kreeg de kolonie een grote mate van autonomie. Voor de overwegend Nederlandse troepenmacht hield dit in dat zij terughoudend moest zijn in interne Surinaamse aangelegenheden en voorzichtig moest optreden in een land waar de bevolking steeds meer politiek bewust werd.

Bovendien kreeg Suriname te maken internationale ontwikkelingen, zoals de communistische machtsovername in Cuba in 1959, en het conflict met buurland Guyana over het verloop van de grens tussen de zuidelijke delen van deze landen. Bij de legerleiding in Surinaamse bestond steeds de vrees dat militairen van Surinaamse afkomst mogelijk niet voldoende betrouwbaar zouden zijn, als er grote binnenlandse spanningen optraden.

In de jaren zeventig werd de internationale toestand rustiger. Tegelijk groeide Suriname toe naar volledige onafhankelijkheid van Nederland. Deze werd in 1975 uitgeroepen. De Surinaamse regering had al daarvoor de wens te kennen gegeven een eigen krijgsmacht te willen oprichten. De Troepenmacht in Suriname (TRIS), zoals het Nederlandse krijgsmachtdeel heette, werd omgevormd tot een geheel Surinaamse organisatie. Nederlandse militairen verlieten het land in 1975 definitief.

Voor velen was hun diensttijd in Suriname een mooie en indrukwekkende ervaring. Land en volk maakten een diepe indruk, evenals het leven en patrouilleren in het oerwoud. ‘De Troepenmacht in Suriname’ geeft hiervan in chronologische volgorde een duidelijk overzicht. Hierbij komen niet alleen de buitenlands-politieke en militaire aspecten aan de orde, maar ook de, soms moeizame, relaties tussen krijgsmacht en volk.

Het boek is geschreven door Ellen Klinkers, die als historicus is gespecialiseerd in de geschiedenis van Suriname. Zij publiceerde eerder over onder andere de politie in Suriname.

Eerder verschenen in Armex