"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De verborgen hand

Vrijdag, 10 april, 2020

Geschreven door: Noud Bles
Artikel door: Tea van Lierop

Een meesterlijk requiem

[Recensie] Noud Bles weet de lezer op het puntje van de stoel te laten zitten om vooral maar niets te missen van wat er allemaal vertoond wordt. De roman is niet zomaar een fictief verhaal over een vertaler van toneelliteratuur en rechterhand van een controversiële regisseur. Nee, het is een aaneenschakeling van scenes, die samen een gecomponeerde voorstelling vormen. Strak geleid door iemand die op dat moment al niet meer onder de levenden is. Het woord scene zegt het al: het zijn geen eendimensionale passages, maar complexe levendige gebeurtenissen waar zintuiglijke beleving en menselijke oerdriften strijden om de eervolle eerste plaats.
 
Daarbij spelen de talloze verwijzingen naar muziek en andere vormen van kunst een veel meer dan ondersteunende rol, ze zijn  stevig verankerd in het eigenlijke verhaal dat au fond gaat over vriendschap en liefde, over leven en dood.
 
Hoofdstuk één begint met de crematie van Jurriaan, de overleden regisseur. Zoals te verwachten wordt dit geen crematie zoals te doen gebruikelijk, maar zijn er verrassende elementen waardoor duidelijk wordt dat Jurriaan zijn stempel wilde drukken op de plechtigheid en hij als het ware van boven de touwtjes strak in handen houdt. De toon is tussen serieus en humoristisch in, tragikomisch is misschien de juiste term. De verteller, Peter de vertaler, zal gedurende het hele verhaal personages ontmoeten die een rol hebben gespeeld in Jurriaans kunstenaarsleven, het zijn altijd vrouwen die doorgeschoven worden naar Peter met een boodschap. Zoals bijvoorbeeld Leonoor die bij hem komt met de opdracht die Jurriaan haar meegaf: Peter moet een geschreven portret van haar maken. Meteen doet dit hem denken aan Het portret van Dorian Gray van Oscar Wilde , waarin het hoofdpersonage zich laat schilderen en waarvan de schilder zegt dat het portret de schilder weergeeft en niet het model.
 
Al deze bijzondere vrouwen – Jurriaan vertoont sterke gelijkenissen met Apollo omringd door zijn muzen – spelen een rol in dit bijzondere toneelstuk dat zijn definitieve vorm nog moet krijgen. Het raamwerk is klaar, net als het gloednieuwe theater dat met dit stuk, The unseen hand – Sam Shephard, feestelijk geopend zal worden op de dag van crematie na de plechtigheid, als sluitstuk van deze gedenkwaardige dag. Die hand is natuurlijk een motief, Peter als rechterhand van Jurriaan, de naam van het te spelen stuk The unseen hand en de onzichtbare hand van Jurriaan die dit allemaal zo gewild heeft.
 
Muziek heeft een belangrijke plek gekregen in het boek, ook een heel mooie plek en voegt zeker iets toe, vooraleen zintuiglijke touch. Zo is de naam van één van de muzen Teresa. Wanneer zij doorgestuurd is en bij Peter terecht komt blijkt hij een roofdier in huis te hebben.
 
“Misschien, overwoog ik terwijl mijn ogen de punten van haar nagels volgde, bezit ik voor waarnemingen een uiterlijk en een innerlijk orgaan, twee zintuigen die los van elkaar functioneren. Mijn stiltes vul ik op met muziek. Wat zou ik het roofdier in mijn huis kunnen laten horen? Iets van Maria Theresia von Paradis?”
 
De roman is niet chronologisch opgebouwd. Door de flashbacks ontvouwt zich het verloop van Peters jeugd en de vriendschap met Jurriaan. De reden van Jurriaans dood wordt ook door die flashbacks verteld, dit wordt subtiel gebracht, gevoelige momentjes in het boek worden gecompenseerd door scenes met wat meer humor, soms ook absurdistisch. Dat absurde past perfect bij de stijl die Jurriaan zo karakteristiek maakt en ook de auteur van wie het stuk The unseen hand gespeeld wordt, ook hij staat bekend om zijn absurdistische stijl.
 
Over stijl gesproken, Noud Bles is ook dichter en ik vind zijn stijl in deze roman van tijd tot tijd ook wel poëtisch. Vooral wanneer het aankomt op het thema vriendschap. Tijdens de ziekte van Jurriaan beschouwt Peter zijn relatie met zijn vriend. Ronduit ontroerend vind ik deze passage:
 
‘’’Waar denk je aan?’, vroeg Nina opnieuw. Weer hoorde ik de echo van Gilgamesj. Die verloor zijn vriend (Enkidu TvT) en hield niet op zijn mond over hem te openen. ‘Hoe zou ik kunnen zwijgen,’ zei Gilgamesj. ‘De vriend waar ik van houd, wordt tot de aarde waar ik op sta.’”
 
In dit stuk, één van de oudste literaire werken, wordt gerefereerd aan vriendschap. Het is een schitterend epos over macht, opoffering en vriendschap. Erg mooi dat Noud Bles juist dit stuk aanhaalt in combinatie met The unseen hand, twee stukken die wat betreft de tijd mijlenver uit elkaar liggen, maar door de metaforische hand samenkomen. Dat lijkt pure poëzie en geeft deze roman precies dat element mee waar alles om draait, de oerwaarde ‘onvoorwaardelijke vriendschap’.
 
Na het lezen en af en toe stukjes herlezen is de conclusie dat dit een prachtig gecomponeerde roman is met voldoende muziek en humor om het loodzware onderwerp wat te verlichten. Op zich mag een roman over zo’n beladen onderwerp een beetje zwaar op de hand zijn, maar juist die paar lichte klanken zorgen voor een mooie balans. Fijn boek.
 
Over de auteur

 
Noud Bles werd 19 maart 1945 in Vinkeveen geboren. Begon in de jaren zestig te schrijven en ontving in 1964 de poëzieprijs van de Jong Nederlands-Belgische Literaire Dagen. Publiceerde vijf romans, twee verhalenbundels, drie gedichtenbundels en losse bijdragen in kranten en tijdschriften. Is zelfstandig auteur, lid van de Auteursbond (voorheen VVL/Vereniging van Schrijvers en Vertalers) en woont in Gendt (Over-Betuwe). Verzorgt cursussen verhalen schrijven, begeleidt leeskringen en maakt literaire programma’s, ook werkt hij aan literaire projecten zoals het culturele huisprogramma Radboud Reppen en Roeren van de Radboud Universiteit. In Nijmegen is hij mede-oprichter van de Stichting Literaire Activiteiten Nijmegen en de werkgroep Literaire bakens Nijmegen. De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid honoreerde zijn bijdragen aan de lees- en taalcultuur met een TAALent 2016.
 
Noud Bles schrijft columns en feuilletons, vertaalt soms uit het Duits, vertelt en schrijft over de literatuur uit veel uiteenlopende landen, organiseert regelmatig literaire publieksactiviteiten en werkt aan nieuwe verhalen en aan een nieuwe roman. Op 11 november 2011 verscheen zijn laatste verhalenbundel en werd op museum De Stratemakerstoren het literaire baken Faust aan de Waal onthuld. Op zaterdag 14 oktober verschijnt bij Uitgeverij Aspekt zijn nieuwe roman, de zesde, onder de titel: De verborgen hand
 
 
Eerder verschenen op Met de neus in de boeken
 

Boeken van deze Auteur:

De verborgen hand

De Poolse weg

De verborgen hand