"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Verlossing

Vrijdag, 25 augustus, 2017

Geschreven door: Willem Elsschot
Artikel door: Tea van Lierop

Vlaamse twist met mythische proporties

[Recensie] Deze roman van Elsschot uit 1921 beschrijft de strijd  tussen Pol van Domburg en pastoor Kips. Van Domburg is met zijn vrouw neergestreken in het dorp Groendal als winkelier en timmerman. De zaken gaan goed, maar op sociaal niveau maakt hij zich niet bij iedereen geliefd. Hij slaat zijn vrouw, sympathiseert met de socialisten en probeert onder het juk van de graaf uit te komen.

In 22 hoofdstukjes weet Elsschot een roman neer te zetten met enorme vaart. Gezinsleven, kerk, kroeg, de vakbond en de sociale structuur van de gemeenschap worden gedetailleerd weergegeven. Vanzelfsprekend in de snedige schrijfstijl die Elsschot eigen is. Geweldig is de typering van de kleine graaf Robert “die vergulde lummel” of  “’t fluwelen graafje”, hiermee zet hij op de karakteristieke Elsschot-manier personages neer.

Het verhaal wordt bijna als een thriller gebracht. Omdat beide kemphanen, Pol en Kips, allebei hun gebreken hebben is niet te voorspellen welke kant het uitgaat. Wanneer pastoor Holemans, mild karakter, overlijdt komt opvolger Kips de parochie flink opschudden. Vandaar dat de strijd tussen Pol en Kips kan oplaaien. Pols socialistische zwager Hemeldonck komt met 12 helpers (discipelen) naar Groendorp om zijn ideeën uit te dragen. “Van Hemeldonck schaarde zijn twaalf mannetjes om zich heen en ging op de stoel staan want de mis was uit.”

Cycloop

Heaven

Religie speelt een belangrijke rol, Kips wordt niet geportretteerd als een lichtend voorbeeld van pastoor. Eén oog verwijst naar de mythische figuur Cycloop zie afbeelding. Zo wordt hij beschreven: “Het was een stuurse man, die maar één oog had. Hij keek niet naar de grond, liep met grote schreden als iemand die een broek aan heeft in plaats van een lijfrok, prevelde geen gebeden onder ’t wandelen en had niet eens een kerkboek bij zich.”

Daarbij stroopt hij ook nog illegaal. Een citaat om de typering van Pol en Kips uit te diepen: “Behalve zijn lijfrok had Kips niets van een geestelijke. Hij had het voorkomen van een veldheer, van iemand die steeds gebieden moet en onmogelijk kan gehoorzamen, terwijl Pol met zijn hoog voorhoofd, zijn bittere mond en zijn vaal gezicht een pracht van een kardinaal zou geweest zijn”.

Pol keert zich niet alleen tegen het katholieke geloof, maar is tegen elke autoriteit. Zoals uitgewerkt in de passage waarin hij zich grond toe-eigent via de jonge graaf. Dit geeft hem een uitzonderingspositie in de gemeenschap, de rest van het dorp pacht.

De titel van het boek is terug te vinden in het verhaal en is op meerdere punten te verklaren. Aan het eind van het verhaal krijgt Anna, één van Pols dochters de hoofdrol. Zij is sterk religieus en reageert op een tragische gebeurtenis. In dit deel komt alles samen, de kerk, de sluwe kantjes van de handel, en de verlossing.

Eerder verschenen op http://metdeneusindeboeken.blogspot.nl


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.