"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De vriendschap

Maandag, 2 april, 2012

Geschreven door: Connie Palmen
Artikel door: Bob Hopman

Een liefde die vriendschap heet

Eind zomer 1966 ziet Kit Buts, vijfde klas basisschool, een nieuw, zesdeklas meisje, Ara, geleund staan tegen ‘het muurtje’. Ara heeft een peerfiguur – reusachtige dijen en smalle schouders – en maakt een onaangepaste, domme, maar desondanks intrigerende indruk op de jongere Kit. Ze wil de zware zesdeklasser tot haar vriendin maken, wat ze doet met de zorg van een jonge Anton Wachter die zijn Ina benadert. Een vergelijking die ik niet toevallig maak: waar Simon Vestdijk ooit zijn alter ego gevormd liet worden door een meisje op de hbs, laat Connie Palmen in De vriendschap met Kit een meisje – en later vrouw – gevormd worden door vriendin Ara, in een zeldzame ‘vrouwelijke Bildungsroman’.

[Deze recensie verscheen tijdens de Boekenweek op Athenaeum.nl.]

Angst, dwanggedachten en het tegengeluid

Kit is een door angst en neuroses, eindeloos peinzen, overgevoeligheid en overmatig medeleven geteisterd kind. Die angst wordt gevoed door de katholieke opvoeding, het bidden, de eeuwige aanwezigheid van God, schuld en boete. Ara biedt tegenwicht. Zij is niet katholiek, trekt zich van niemand (uit dommigheid of uit zelfmedelijden?) wat aan, en wellicht het belangrijkst, lijdt aan een vorm van woordblindheid die maakt dat de taal, die in Kits hoofd voortdurend zijn gang gaat, voor haar niets betekent. Alleen als de twee bij elkaar zijn, vindt Kit rust en tederheid. ‘Het is heel moeilijk om van nare gedachten af te komen, vooral ’s nachts,’ zegt Kit, maar dan merk je plotseling hoe die ene neurose verdwijnt bij Ara’s aanwezigheid.

‘We liepen over het trottoir, ik gewoon, want als ik met iemand ben geldt het niet, en Ara zweeg. Ik kon goed met haar zwijgen, dus zweeg ik ook. Maar het ene zwijgen is het andere niet en toen we ons huis naderden, voelde ik dat ze aan iets onaangenaams dacht en dat ze zich voorbereidde om dat te zeggen.’

Boekenkrant

Wat ‘geldt’ niet? Een van Kits dwanggedachten: op de lijntjes van de tegels letten bij het lopen. En ook kan er alleen gezwegen worden in Ara’s bijzijn. Al is het maar voor eventjes, want hoeveel rust het oudere meisje ook brengt, de piekerende Kit steekt toch steeds weer de kop op. Het is al met al een heel triest kind, wat Palmen dankzij dit soort wilde, van de ene gedachte in de andere springende passages kleur geeft. De zinnen zijn kort, met veel ‘maar’, veel ‘en’, veel plotselinge wendingen.

Die schrijfstijl werkt goed, maar is niet altijd even geloofwaardig. De korte, strakke zinnen leiden tot een te archaïsch (ze ‘bereidde zich voor iets te zeggen’ in plaats van ‘ze leek te willen’), maar ook een iets te volwassen taalgebruik om van een kind te zijn.

‘Zo is mijn vader, die heeft altijd compassie met de mensen en daarom klopt iedereen bij hem aan, als ze iets nodig hebben, want mijn vader is een halve heilige, die veel goed doet voor de mensen. Bij Oom Stan loopt hij dan ook regelmatig even naar binnen, om hem wat aanspraak te bezorgen en hem een cake te brengen, die mijn moeder speciaal voor hem gebakken heeft, want van dat soort lekkernijen blijft een vrijgezel natuurlijk verstoken, zegt zij.’

Het regelmatige kommagebruik zal wel ‘kinderlijk’ over moeten komen, het woordgebruik doet dit effect teniet. Een tienjarige, die denkt in ‘compassie’, ‘aanspraak bezorgen’ en ‘verstoken zijn van’? Het gaat er bij mij niet in.

De adolescent, de eetstoornissen, nog altijd Ara

Die ongeloofwaardigheid verdwijnt als het tweede (van de drie) deel aanbreekt en ze de pubertijd en adolescentie doormaakt. De vriendschap met Ara blijft bestaan, ondanks hun gang naar verschillende scholen; Kit is een denker, Ara een doener.

Het heeft ongetwijfeld evenveel te maken met de – tussen neus en lippen door genoemde – onzedelijke betasting door ‘ome Stan’ tijdens haar jeugd, als met Kits drang alles te doordenken, dat Ara de enige is waarbij Kit enige intimiteit durft te voelen. Ze praten over liefde en seks, terwijl Kit met haar hoofd op Ara’s inmiddels reusachtige, eetverslaafde schoot ligt. En hoewel de jongste steeds meer begint te voelen dat haar vriendin haar op manipulatieve, kille wijze overheerst – het is te bezien blijft of dit gevoel terecht is –, geeft ze altijd toe aan die tederheid, de enige echte intimiteit die ze kent.

‘Met vaste hand buigt ze mijn hoofd voorover en streelt mijn nek. Voordat ik het weet lig ik plat op mijn buik, trekt ze mijn trui uit en steelt ze mijn naakte rug tot ik in een lichte slaap val.’

Te veel, te weinig ruimte, te mooi om te blijven bestaan

In tegenstelling tot wat bovenstaande citaat doet vermoeden, is er geen sprake van een homoseksuele relatie, hooguit van vriendschappelijk bedoelde intimiteit. Het is een bijzondere vriendschap, waarin alles kan, maar die helaas geen stand kan houden. In het derde deel verlaat Kit haar geboorteplaats, en steekt een enorme vernielzucht in haar op, die zich uit in de greep naar de drank, waarmee ze haar taal, haar geest weet te stillen, maar ook in een complexe, misschien wel onterechte haat jegens haar vriendin, die ze al gauw van alles – haar frêle voorkomen, haar onkunde zich aan iemand te binden – beschuldigt.

En dan wordt ze toch verliefd, haalt ze een universitaire graad, gaat haar leven, in het eerste deel tot in de details beschreven, in sneltreinvaart voorbij. Dit boek is dan ook veel te klein om een mensenleven te beschrijven, de focus ligt vooral op die vriendschap: hoe minder invloed Ara heeft op Kits leven, hoe minder daarvan wordt verteld, tot een onvermijdelijk en dodelijk tragisch einde. De verbondenheid verdwijnt, zoals met echte vriendschap, nooit helemaal, maar de dommige, grote vrouw kan niet voorkomen dat Kit zich ontwikkelt tot een vernielzuchtig, gebroken wezen, dat het vooral op zichzelf heeft voorzien.

En zo is het in een echte Bildungsroman, met afstand mijn favoriete genre binnen de literatuur, vaak: met de hoofdpersonages komt het zelden helemaal goed. Ook niet bij Palmen, die mij zeer positief verraste met deze trieste, wellicht iets te korte, maar zeker wat het Boekenweekthema betreft, uiterst zorgvuldige roman.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: