"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De vrolijke wijsheid

Zondag, 30 juli, 2017

Geschreven door: Alexander Roose
Artikel door: Jonas Vandroemme

Zoeken, leven en denken met Montaigne

[Recensie] ​”I​k hoop dat de dood mij aantreft terwijl ik kolen plant in mijn onaffe tuin.​”

Deze bekende quote van Michel de Montaigne (1533-1592) heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het onaffe beeld dat ik had van de Franse filosoof en humanist: een wat zonderlinge figuur met een protserige plooikraag die zich afzonderde op zijn uitgestrekte landgoed in Bordeaux en die daar, in een toren volgestouwd met boeken van antieke denkers, het essay als literair genre uitvond door zijn bespiegelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen neer te pennen. Met een ganzenveer, uiteraard.

‘Fricassée barbouillée’

Michel Eyquem de Montaigne heeft nochtans alles in het werk gesteld om zich zo kenbaar mogelijk te maken voor nieuwsgierige lezers. In zijn levenswerk, de in 1580 gepubliceerde Essais, belicht hij de mens door er één in het bijzonder onder de loep te nemen: zichzelf.

Boekenkrant

Montaignes eigen leven, lichaam en gedachten vormden het primaire onderzoeksterrein. Door te schrijven wilde hij zichzelf verhelderen, maar vooral rust vinden door greep te krijgen op zijn – naar eigen zeggen ‘monsterlijke’ – gedachten. Montaigne leefde immers in een turbulente wereld: in tijden van protestantisme, wetenschappelijke vooruitgang en de ontdekking van de Nieuwe Wereld kwamen heel wat aangenomen waarheden op losse schroeven te staan. Het resultaat: drie boeken met in totaal 107 essays over onder meer oorlogspaarden, geuren, kannibalen, dronkenschap, leugenaars en de vraag waarom mensen kleren dragen. Ook deze schijnbaar banale onderwerpen geven aanleiding tot rijke subjectieve gedachtegangen, overvloedig gelardeerd met citaten van filosofen uit de oudheid, historische anekdotes en tal van zijsprongetjes. Montaigne noemde zijn eigen werk dan ook zelf een ‘fricasée barbouillée’: een mengelmoes van autobiografische beschouwingen en algemene ideeën.

Que sais-je?

In deze ‘hutsekluts’ schuilt echter een veelzijdige en verrassend moderne denker die ook vandaag nog actueel is. Om daar achter te komen, kan je de Essais zelf doornemen, maar zet je dan wel schrap voor 1.300 moeilijk verteerbare pagina’s. Een veel betere optie lijkt het me De Vrolijke Wijsheid van Alexander Roose te lezen. Roose was verbonden aan de universiteit van Cambridge en is docent Franse literatuur aan de Universiteit Gent. Hij kent de essays op zijn duimpje en is een uitstekende gids in het denken van Montaigne.

Om greep te krijgen op de woelige wereld rondom hem, wendt Montaigne zich vooral tot de stoïcijnen, de sceptici en de epicuristen. In elk van deze filosofische scholen vindt hij elementen die hem op weg zetten in zijn zoektocht naar een moedig en waarachtig leven. Roose toont echter duidelijk aan dat Montaigne geen systeembouwer is: hij is in de eerste plaats een scepticus die altijd verwonderd blijft over alles wat rondom hem gebeurt.

In zijn beroemde motto ‘que sais-je?’ zit deze fundamentele twijfel aan de menselijke rede vervat. Montaigne verwerpt dan ook elke vorm van dogmatisme in religie, politiek, filosofie of wetenschap. Hij hekelt ook de absurditeit van de godsdienstoorlogen en toont zich een vurig verdediger van tolerantie. Roose legt onder meer uit hoe Montaigne hiermee zowel conservatieve als liberale politieke filosofen zoals Friedrich Hayek en Isaiah Berlin inspireerde.

De vrolijke wijsheid

De Essais blijven bovenal een uitdrukking van Montaignes verlangen om rust te vinden. Door de blik naar binnen te richten en na te denken over zijn eigen beperkingen, wil hij leren genieten en ‘passend’ leven. Voor Montaigne komt dat vooral neer op het houden van maat en het vinden van de middenweg. Roose besluit: “Daar ligt Montaignes vrolijke ‘wijsheid’: in zijn pleidooi voor een intens beleefd en weloverwogen leven, in zijn apologie van het genot en zijn waarschuwing voor mateloosheid, in zijn honger naar inzicht en het besef dat er ook een grens zit aan de menselijke wijsheid. “

Montaigne is fundamenteel verward en zijn werk is bij momenten ook verwarrend. De Vrolijke Wijsheid is dan ook een uitstekend boek om kennis te maken met de 16de-eeuwse humanist en zijn boeiende filosofische werk. Ook Roose combineert historische feiten met citaten en anekdotes, maar hij maakt er geen ‘fricasée barbouillée’ van. Wel integendeel: in een glasheldere en meeslepende stijl laat hij je kennismaken met een filosoof die zoveel meer was dan een wat zonderlinge figuur met een protserige plooikraag.

Eerder verschenen op https://vreemderdanfictie.be/


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.