"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De waanzinnige veertiende eeuw

Woensdag, 26 mei, 2021

Geschreven door: Barbara Tuchman
Artikel door: Quis leget haec?

Niemand was veilig.

[Recensie] Na het lezen van De waanzinnige veertiende eeuw van Barbara Tuchman, kan het adagium “Vroeger was alles beter” voorgoed de prullenbak in. Dit is toch een tijdperk waarin je beter niet geleefd kan hebben. Ik wist er wel iets van, maar mijn liefde voor geschiedenis kon dit boek absoluut niet laten liggen, ik leer vast iets bij in zo’n 660 pagina’s.

Tuchman stelt niet teleur. Om de ellende meteen maar te benoemen, de veertiende eeuw werd geteisterd door vier gesels, namelijk niet-aflatende oorlogen, de pest, de vrije benden en het pauselijk schisma. Die thema’s worden, met talrijke uitstapjes, belicht aan de hand van het leven van een belangrijke edelman uit die tijd, Enguerrand VII van Coucy (1340-1397). Wat mij betreft een prima formule. Waar in een geschiedenisboek de valkuil van dorre feiten dreigt, wordt met een hoofdpersoon het verhaal leven ingeblazen.

De oorlogen dan. Eigenlijk een stroom van niet-aflatende conflicten tussen Engeland en Frankrijk. Frankrijk, dat van zichzelf vond de dapperste ridders ter wereld te hebben moest bijvoorbeeld het onderspit delven tegen de Engelsen die zowaar voetvolk inzetten met een nieuw apparaat, de handboog. Fransen zijn hardleers, onbesuisde dapperheid zou ze veel vaker de kop kosten.

De pest deed zijn intrede en decimeerde uiteindelijk 40 tot 50% van de Europese bevolking. Men wist eenvoudig niet waar de ziekte vandaan kwam en wat er tegen te doen. Joden werden beschuldigd van het vergiftigen van bronnen en er werden onvoorstelbare wreedheden tegen hen begaan. Er ontstonden gemeenschappen van geselbroeders die door zelfkastijding de pest trachtten te weren, zonder resultaat uiteraard.

Hereditas Nexus

Had men de pest overleefd, dan waren er nog de vrije benden. Als de oorlog op een laag pitje stond, vormden zich benden van voetvolk en al of niet verarmde ridders, die het land werkelijk teisterden. Niemand was veilig. Moord, plundering en verkrachting was aan de orde van de dag.

Het schisma in de kerk is wat ingewikkelder, maar kort gezegd was er een paus in Rome en een tegenpaus in Avignon. Beiden werden gesteund door andere machtsblokken en dat hielp niet mee voor het machtsevenwicht in Europa. Hoe belangrijk dit was geeft Tuchman zelf aan:

“De verkiezing van een tegenpaus zou onvermijdelijk verdeeldheid brengen…De verkiezing van een man die in heel Italië werd gevreesd en veracht doet denken aan een machtswaan die bijna even waanzinnig was als het gedrag van Urbanus. Misschien was op dit tijdstip de 14de eeuw zelf wel niet helemaal bij haar verstand.”

Het boek staat vol met beschrijvingen van allerlei veldslagen (de Gulden Sporenslag bijvoorbeeld) vol wapperende banieren en glanzend gepoetste harnassen. Geweldig om te lezen vind ik, maar wat ik minstens zo mooi vind zijn de beschrijvingen van alledag, hoe de mensen leefden:

“’s Zomers werden de vloeren bestrooid met welriekende kruiden en grassen en in andere jaargetijden met biezen of stro dat viermaal per jaar werd verwisseld of, zoals in de armere huizen, eens per jaar; tegen die tijd wemelde het van de vlooien en was bezaaid met hondepoep en afval. Een welgestelde koopman strooide vóór een feestmaaltijd viooltjes en andere bloemen op de vloer en sierde zijn muren en tafels met vers groen dat in de vroege morgen op de markt werd gekocht.”

Dit zijn inkijkjes die er toe doen. Lees over de mechanieken om elkaar voor de gek te houden, zoals die van graaf Robert van Artois:

“In zijn tuin stonden standbeelden die de bezoekers natspoten als zij er langs liepen (14de eeuw, I remind you – kdj) of als papegaaien woordjes naar hen krijsten; door een valluik viel men op een verenbed in de diepte; in een vertrek werd er bij het openen van de deur regen, sneeuw of onweer geproduceerd, er waren leidingen die onder een bepaalde druk ‘de dames van onderen natspoten’.”

Een persoonlijke noot dan; uit mijn jeugd staat één boek mij het meest bij en dat is Het rad van fortuinvan Thea Beckman. Gefascineerd was ik door de heroïsche figuur Bertrand du Guesclin. Ook hij krijgt in dit boek zijn plaats in de geschiedenis als connétable, opperbevelhebber, van de Franse troepen.

‘Vroeger was alles beter’? Welnee. Dit boek laat zien dat de gruwelen die we vandaag op tv zien vroeger ook voorkwamen, soms op nog veel grotere schaal ook. Ik denk dat we wel moeten leren van de geschiedenis en daar mag best een paar tanden bijgezet, maar ik ben prima tevreden in dit tijdsgewricht. Een must-read voor geschiedenisliefhebbers, dit boek.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

De waanzinnige veertiende eeuw

De kanonnen van augustus