"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De wezenlozen

Woensdag, 31 oktober, 2012

Geschreven door: Wytske Versteeg
Artikel door: Anoek Boers

Een sprekend portret van sprakeloosheid

Wytske Versteeg (1983), van huis uit politicologe, maakt indruk met De wezenlozen, haar weergaloze romandebuut. In vier delen, elk met een eigen hoofdpersoon, onderzoekt Versteeg de gave van de spraak en de gevolgen wanneer die iemand ontnomen wordt. Ze publiceerde eerder het filosofieboek Dit is geen dakloze en won al verschillende prijzen met haar essays en verhalen. In De wezenlozen laat ze onomstotelijk zien de stem van een groot schrijfster in zich te hebben.

De stille hoofdpersoon van De wezenlozen is Gone, een meisje dat op jonge leeftijd haar vermogen om te spreken verliest na een ongeval waar alle sprekers zich op hun eigen manier verantwoordelijk voor voelen. De vertellers van haar verhaal zijn Gones tweelingzus Ismeen, haar moeder Clarissa, haar oom George en haar vader Siegfried. Elk van deze personen werpt een ander licht op de situatie en via fragmenten wordt Gones verhaal verteld.

Ismeen, de eerste die het woord neemt, opent haar verhaal met de woorden:

‘Ik heb mijn zus vermoord, het was een ongeluk. Zoals moordenaars altijd zeggen. Het was niet zo bedoeld, ik heb het niet gewild, ik kon er niets aan doen. Ik heb haar weggaan, haar geleidelijke verdwijnen niet gestopt, misschien heb ik het zelfs nooit geprobeerd, zo gaat het als je zo graag iemands plaats wilt innemen.’

Boekenkrant

Zo word je direct een verhaal in geworpen waarvan je de achtergrond niet kent, waarbij het motief al besproken is voordat het lijk gevonden is. In een persoonlijk relaas in de ik-vorm vertelt Ismeen de tragische geschiedenis van Gone, een opvallend meisje dat in haar ogen altijd de ‘andere’ en de ‘betere’ zus was en op wie ze jaloers was, zelfs toen Gone niet meer kon spreken. De vader van de tweeling is ernstig ziek, maar hij is de enige die tot Gone door kan dringen en daardoor de sleutel van het verhaal. Binnen de bijzondere band tussen vader en dochter zijn geen woorden nodig. Waar de verbinding tussen Siegfried en Ismeen vertroebeld wordt door woorden is het bij Gone juist de stilte die maakt dat hij zijn dochter zo kan verbeelden dat ze precies is hoe hij wil: anders dan hij.

Wanneer de volwassen Gone niet meer bij haar stervende vader terecht kan voor diens bescherming wordt ze door haar zus naar hun oom gebracht. Daar gaat ze, zonder haar redenen daarvoor kenbaar te kunnen maken, in hongerstaking. Haar situatie wordt al snel zo schrijnend dat ze door een woedende menigte ‘gered’ wordt uit het huis van haar oom, een realityster met extreem overgewicht. Dit blijkt tevergeefs; het uitgehongerde meisje sterft in het ziekenhuis.

Na Ismeen is het de beurt aan George, de oom bij wie Gone haar laatste weken doorbracht. George heeft een villa gewonnen in een realityprogramma. Buiten dit huis is George een eenzame man met een eetprobleem die zijn hele leven via een livestream deelt met de wereld. Zijn aandeel in het drama wordt verwoord door een afstandelijke alwetende verteller. Georges afwijkende herinneringen aan zijn familie roepen een ander beeld op van de verschillende betrokkenen waardoor het verhaal zich als een olievlek uitbreidt.

De derde stem komt van Clarissa, de moeder van de tweeling. Zij werd eerder door Ismeen beschreven als een harde en koude vrouw maar blijkt juist zeer liefdevol te zijn voor haar dochters en haar eigenzinnige man Siegfried. Als jonge moeder heeft zij altijd blind vertrouwd op het oordeel van haar man maar naarmate de situatie met Gone verslechtert, verandert haar houding en wordt haar angst om een kind te verliezen steeds groter.

Ten slotte neemt Versteeg je overtuigend mee in de hallucinaties van de stervende Siegfried, die spijt betuigt over zijn rol in het overlijden van Gone. In dit laatste deel komen een aantal in het verhaal uitgezette lijnen samen, maar lang niet allemaal. Dit komt overeen met de manier waarop de rest van het boek geschreven is: op een verwijzende en indirecte manier waarin weinig plaats is voor expliciete feiten.

Ieder personage dat aan het woord komt krijgt van Versteeg een eigen motief, een eigen verhaal en een eigen visie op het ongeluk. Via momentopnames, een ingewikkeld samenspel van herinneringen en minieme aanwijzingen wordt een verhaal geconstrueerd waarvan de onderdelen elkaar steeds net niet overlappen. Met fijne streken schetst Versteeg haar ondoorgrondelijke personages. Door haar stijl, die eerder toont dan vertelt, en door het gebruik van filosofische, mythische en moderne elementen ontstaat een verhaal dat zowel ongrijpbaar als pakkend is.

Naarmate je dieper in de structuur van de roman doordringt valt er steeds meer te ontdekken: hierin schuilt de grootste kwaliteit van De wezenlozen, een boek dat leest als een speurtocht waarbij je met elk woord dichter bij de kern komt.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: