"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Witte Weg, verslag van een obsessie

Dinsdag, 16 augustus, 2016

Geschreven door: Edmund de Waal
Artikel door: Chris Reinewald

De queeste van de keramist Edmund de Waal naar het ‘witte goud’

[Recensie] Het is weinig beeldend kunstenaars gegeven om coherent over hun vak te schrijven. Of het is praktisch en gortdroog, dan weer ergerlijk filosofisch of – nog erger –navelstaarderij. Uitzonderingen zijn er natuurlijk ook. Bij dubbeltalenten als Jan Wolkers, Armando of Hugo Claus zie je niet zozeer één-op-één hun schilderstijl terug als wel hun vermogen tot het beeldend en ‘plastisch’ kunnen observeren.

Bij Edmund de Waal (Brits met Nederlandse voorouders) ligt dat anders. Zijn uiterst minimale, seriematige aanpak van keramiek zou saaiig proza kunnen opleveren. Bij De Waals voorgaande roman, de familiegeschiedenis De Haas met de amberkleurige ogen, wereldwijd een bestseller, was dat echter niet geval.

In De Witte Weg doet De Waal – naar eigen zeggen “verslag van een obsessie”: in dit geval de ontwikkeling van porselein en de wonderbaarlijke ontdekking van dit ‘witte goud’ dat eraan vooraf ging. Uiterst nauwkeurig, als was het ‘slow journalism’ volg je De Waal naar Jingdezhen, Venetië, Dublin, Versailles, Dresden, Plymouth, Ayoree, Londen, Dachau (!). De vondsten van antieke scherven waar je letterlijk de werk(stook)wijze aan kunt aflezen beschrijft De Waal even nauwkeurig als de oorspronkelijke geschriften die hij erbij raadpleegt. We lezen over wonderlijke alchemisten, jonge tovenaarsleerlingen bijna, die opgesloten in een werkplaats goud of iets vergelijkbaar kostbaars moeten ontwikkelen voor een statusverslaafde monarch. Tussendoor maakt De Waal ook nog eigen werk, dat – hoe kan het anders –  zijn queeste naar de traditie van keramiek weerspiegelt.

Ofschoon traag uitgesponnen blijkt telkens weer De Waal passie en liefde voor het materiaal, die hij ook begrijpelijk op leken overbrengt. Zijn keuze voor korte hoofdstukken wreekt zich tegen het einde wanneer zijn relaas toch wat verbrokkelt. Enige strenge eindredactie had dit voorkomen. Iedereen, met meer dan gemiddelde interesse in ambachtelijke maakprocessen, toegepaste kunst en keramiek in het bijzonder, kan dit perfect vertaalde boek gewoon niet ongelezen mag laten. De dorrige stukken neem je daarbij voor lief.

Yoga Magazine

Mooiste passage is wanneer De Waal de schrijver en scheikundige Primo Levi citeert als hij het heeft over het “voordeel jezelf te kunnen testen zonder daarbij afhankelijk te zijn van anderen en jezelf in je werk te kunnen uitdrukken. Over het genoegen je schepping te zien groeien. […]”

En hij waarschuwt voorzichtig te zijn over het beschrijven over hoe iets wordt gemaakt. De Waal geeft zelf echter het goede voorbeeld, immers: “..de manier waarop we iets maken zegt hoe we zijn.”

Eerder gepubliceerd op Alleroogen


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.