"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De wonderen van de woestijn

Maandag, 23 maart, 2020

Geschreven door: Martin Michael
Artikel door: Evert van der Veen

Over zandstormen, leegte en jezelf oriënteren

[Recensie] “Brandend zand en nergens water…” Dit liedje van Anneke Grönloh uit 1962 zal veel – vooral wat ouderen – te binnen schieten wanneer ze aan een woestijn denken. Populair gezegd: een onmetelijk grote zandbak. Dat is niet helemaal onwaar maar woestijn is zoveel méér en vaak ook verrassend ánders.

Auteur Michael Martin maakte als jongen al een fietstocht naar Marokko en reist sindsdien al veertig jaar in woestijnachtige streken van de wereld en is hierdoor gefascineerd. Hij onderkent bovengenoemd beeld aan het begin van zijn boek: ”Het cliché dat er in de woestijn niets anders is dan zand, dat de woestijn ‘waardeloos’ zou zijn, is nog steeds wijdverbreid”, pag. 13.

Dit boek zal voor veel mensen dan ook een ware ontdekkingsreis zijn omdat hij vertelt over de rijkdom en variatie aan woestijngebieden in de wereld:

“In de woestijn is alles juist tot een minimum beperkt. Hij is overzichtelijk, uitgestrekt, puur en op een weldadige manier ‘leeg’ en stil”, pag. 18.

Dans Magazine

Martin weet de sfeer van de woestijn goed over te brengen, geef geografische informatie en historische en culturele achtergronden over de gebieden die hij heeft bezocht. Mooi is zijn beschrijving van de zandstormen die overigens minder vaak voorkomen dan men denkt. Hij geeft ook interessante informatie die vrijwel onbekend is zoals over het stof uit de Sahara dat in Midden- en Zuid-Amerika neerdaalt en daar zorgt voor vruchtbare grond; boeiend is zijn uitleg over de ‘zingende’ duinen. Verder is er informatie over planten, dieren en mensen die in woestijngebieden wonen zoals het feit dat een dadelpalm per dag 200 liter water nodig heeft.

Het boek is hier en daar verrassend zoals zijn constatering dat het in de woestijn vaker steenkoud dan bloedheet is, een gegeven dat haaks op onze beeldvorming staat.

Wat de ‘zandbak’ betreft: Martin laat zien dat er verschillende soorten woestijnen zijn, allereerst droge zoals de Sahara maar ook koude zoals Antartica. In de droge woestijnen kunnen we zand-, grind-, puin- en zoutwoestijnen onderscheiden.

Elk landschap heeft voor de auteur zijn eigen bekoring maar over de puinwoestijn is hij niet zo enthousiast. Gezien het beeld dat hij oproept van een troosteloze, somber ogende vlakte die met stenen is bezaaid, kun je je daar wel iets bij voorstellen. Uiterst fascinerend daarentegen is het ‘hellegat van de schepping’: een vulkaangebied in het noordoosten van Afrika met actieve lavafonteinen. Ook de Namib woestijn met zijn hoge rode zandduinen is fraai.

Het boek bevat ook een katern met mooie foto’s en misschien wel de mooiste is die van Guelta d’ Archai in het Ennedi gebergte in de Sahara. Het is van bovenaf een schitterende opname van een grote kudde badende en drinkende kamelen. Van mij hadden er nog wel meer foto’s in het boek mogen staan!

Als ervaren reiziger geeft de auteur hier en daar ook adviezen. Zo is het absoluut af te raden om in een wadi – droog gevallen rivierbedding – te overnachten, hoe logisch dat ook lijkt wanneer het kurkdroog is. In de Sahara kan het water plotseling komen; zo waren hier in 2007 overstromingen, hoe ongeloofwaardig dat ook klinkt.

Aan het eind maakt de auteur de balans op en hier blijkt hij een echte romanticus te zijn die het verlies aan culturele tradities betreurt. Hij pleit voor bescherming van de woestijn en nomaden die hier wonen. Interessant is ook de aandacht voor moderne woestijnlanden als Qatar en Dubai en hetgeen hier met moderne middelen én veel geld tot stand is gebracht.

Dit boek is een eye-opener en geeft de lezer een verrassend beeld van grote delen van onze aarde.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles