"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zeven levens van Abraham Kuyper

Zondag, 8 mei, 2022

Geschreven door: Johan Snel
Artikel door: Henk Slechte

Biografie van een veelzijdige staatsman

[Recensie] Deze biografie van Abraham Kuyper (1837-1920) is niet chronologisch maar thematisch van opzet, waarbij Johan Snel een indeling volgt die Kuyper zelf aanleverde in een nu pas opgedoken schets voor een autobiografie uit 1912. Kuyper beschrijft zichzelf erin als een man met zeven levens: alpinist, reiziger, spreker, wetenschapper, activist, journalist en staatsman.
De alpinist trok ’s zomers naar de Alpen om zijn hoofd leeg te maken. Zijn reislust – hij heeft onder andere het Midden-Oosten en de Verenigde Staten bezocht – leverde hem de bijnaam minister van Buitenlandse Reizen op. Spreken was een van Kuypers favoriete bezigheden, bij voorkeur voor veel toehoorders die zijn ijdelheid bevredigden door hem toe te juichen. Tot de onderwerpen waarover hij bevlogen het woord voerde, hoorde zijn strijd voor de gelijkstelling van het bijzonder onderwijs met het openbaar onderwijs. Productief was deze domineeszoon als wetenschapper.

Hij studeerde en promoveerde in de klassieke talen en theologie in Leiden. Hij publiceerde onder andere de driedelige Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid (1894) en richtte in 1880 in Amsterdam de Vrije Universiteit op: ‘vrij’ van staatsinvloed. Kuyper vond zichzelf ook een activist. In 1879 richtte hij de eerste politieke partij op, de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), en Snel noemt hem de eerste democraat vanwege zijn stellingname in de discussie die in 1863 in de kerk speelde: machtigen de gemeenteleden de kerkenraad zichzelf aan te vullen? Of hebben ze het recht zelf nieuwe kerkenraadsleden te kiezen? Kuyper koos nadrukkelijk voor het laatste. Omdat hij gelijke rechten voor iedereen predikte, noemen de socialisten Jan en Annie Romein hem “de klokkenist der kleine luyden”. Dat die rol hem niet altijd paste bleek bij de Spoorwegstaking (1903), toen zijn kabinet een wet maakte die overheidspersoneel verbood te staken. Kuyper was ook een zeer productieve journalist. Hij richtte in 1872 het gereformeerde dagblad De Standaard op, en schreef tot zijn dood commentaren op de actualiteit. Dat bleef hij ook doen als voorzitter van de ministerraad, niet meer onder zijn eigen naam, maar wel herkenbaar. Zelf noemde Kuyper zijn laatste leven dat van staatsman. Hij speelde als eerste minister van 1901 tot 1905 een rol op het internationale politieke toneel in de vredesonderhandelingen inzake de Boerenoorlog en haalde de internationale pers.

Snel geeft een verrassender en veelzijdiger beeld van het leven van deze boeiende historische figuur dan de vele eerdere biografieën. Wie Kuyper over de volle breedte van nabij wil leren kennen kan hier terecht. Snel geeft ook aandacht aan de talloze Kuyper-spotprenten van de gematigde Johan Braakensiek en de felle Albert Hahn, maar vermeldt niet in welk blad ze stonden. Het maakt in historisch perspectief echter wel degelijk wat uit of een prent in de liberale Amsterdammer of de socialistische Notenkraker stond.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Boekenkrant