"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zeven steden

Zondag, 31 mei, 2020

Geschreven door: Violet Moller
Artikel door: Bart Deckx

Een reis door duizend jaar geschiedenis: hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten

De term ‘middeleeuwen’ werd gemunt om de tijd tussen de klassieke oudheid en de renaissance aan te duiden, ongeveer duizend jaar aan onbeduidendheid, geestelijke armoede, oorlog en onderdrukking. Of dat was toch het traditionele beeld … Want die schitterende schat aan wijsheid werd ook in de middeleeuwen doorgegeven. Hoe werden de oude teksten bewaard? Wie heeft ze overgeschreven en bewerkt? Hoe konden de wetenschappers van de renaissance weer aanpikken? Violet Moller beschrijft het in De zeven steden.

[Recensie] Het einde van de klassieke cultuur was uiteraard een langzaam proces. Een symbolische einddatum is 529 n.C. In Athene wordt de Academie, gesticht door Plato, definitief gesloten. In hetzelfde jaar sticht de Heilige Benedictus in Monte Cassino een indrukwekkend klooster. De middeleeuwen zijn begonnen, de christelijke cultuur neemt het stokje over van de heidense. Veel teksten zijn verdwenen in de “ravijnen van de tijd”, maar dankzij talloze monniken is ook veel bewaard kunnen blijven. Geboeid door de natuurwetenschap koos historica Violet Moller voor teksten van drie grondleggers van wiskunde (Euclides), astronomie (Ptolemaeus) en geneeskunde (Galenus).

Oude teksten werden minutieus op papyrus genoteerd, een poreus materiaal dat onherroepelijk na een tijd vergaat. Om teksten te bewaren, is overschrijven absoluut noodzakelijk. Moller neemt de lezer mee naar zeven steden waar de teksten van Euclides, Ptolemaeus en Galenus (enigszins) achtereenvolgend gekoesterd werden. Het belangrijkste kenniscentrum van de oudheid was Alexandrië. De gigantische bibliotheek overschaduwde de rest van de bekende wereld; toen die tot verval gekomen was, namen Bagdad en Córdoba het vuur van de wetenschap over. Terwijl Europa “leefde van knollen en zich de Vikingen van het lijf probeerde te houden”, bewaarde en verdiepte de islamitische beschaving de wetenschappelijke kennis. Die gaf het op haar beurt door aan Toledo, kruispunt tussen de Arabische en christelijke cultuur. Wetenschap kan slechts onder bepaalde omstandigheden bloeien, stelt Moller. Steden die het voortouw namen kenmerkten zich door vrede en welvaart, vrijheid en multiculturaliteit en bovenal tolerantie. Het vruchtbare samengaan van Arabische, Griekse en Latijnse cultuur bracht de wetenschap vanaf de renaissance opnieuw tot bloei, na Toledo in Salerno en Palermo. 

De zeven steden brengt een interessant en waardevol verhaal en getuigt van een groot inzicht in de middeleeuwse wetenschap. Maar de stijl is te droog en beschrijvend – biografie volgt op biografie, beschrijving op beschrijving. Te weinig weet het verhaal te begeesteren.

Pf

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles