De pols en het glazen oog
[Recensie] Het Perenlied uit 2020 was het romandebuut van Joost Oomen, maar niet het eerste proza dat hij publiceerde, dat was De zon als hij valt. Dit boekje verscheen in 2016 als chapbook bij Literair Productiehuis Wintertuin. Voor liefhebbers van Het Perenlied is dit een aanrader, evenzo voor mensen die met plezier Oomen hebben zien deelnemen aan De slimste mens.
Het verhaal is gebaseerd op twee objecten: het glazen oog dat overbleef na een drone-aanval op de terrorist Mokhtar Belmokhtar en de pols van een vrachtwagenchauffeur, het enige lichaamsdeel dat werd teruggevonden na een explosie op een camping in Spanje. Oomen vertelt eerst de twee gebeurtenissen om vervolgens de twee voorwerpen te volgen. Het oog wordt door een jongen gevonden. Later steekt hij vanuit Afrika de Middellandse Zee over in een kleine, overvolle boot en wordt gered door de Italiaanse kustwacht.
De gemummificeerde pols komt terecht bij een meisje dat in een klein dorp woont. Zij heeft nauwelijks contact met de rest van de bewoners. Zij doet weinig, maar dobbert weleens op een half opgeblazen luchtbed in haar eentje rond in de rivier. De lezer voelt natuurlijk aan zijn water dat de twee jongelingen elkaar moeten ontmoeten en dat de twee voorwerpen bij elkaar gebracht moeten worden, maar gebeurt dit ook? Je komt erachter als je het verhaal leest.
Tot besluit een citaat uit dit mooi uitgegeven boekje.
“En nu sta ik zelf in het midden van zo’n altaar. Met naast mij de reiswekker met lichtgevende wijzers en aan de andere kant de smurf met het cadeau. En in de hele wereld staan nog eens miljarden van dit soort altaartjes, opgesteld in oude letterbakken, op vensterbanken, boekenplankjes of bovenop tv’s. En al die potjes met melktanden, gladde steentjes, uitgeblazen eieren, muziekdoosjes, uilenveren, ansichtkaarten, schelpen, armbanden, kinderschoenen, Playmobilpoppetjes en namaakvruchten vormen samen een gigantisch netwerk waaraan miljoenen mensen over de hele wereld enorme waarde hechten. Het grootste geloof ter wereld vindt zijn oorsprong in miljarden prullen. En wij, lief oog, vormen samen hun koning en koningin.”
—
Eerder verschenen op Uitgelezen Boeken
