"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zus die Anna Magnani niet was

Vrijdag, 22 oktober, 2010

Geschreven door: Aristide von Bienefeldt
Artikel door: Judith van den Berg

Een post-itgeel twinset

Sommige auteurs beschrijven elk minuscuul detail om die pagina maar vol te krijgen – tot vervelens aan toe. Niet iedereen wil zijn kostbare tijd besteden aan het lezen over bijvoorbeeld ‘een donderdag in de maand oktober, ’s namiddags omtrent één uur, [waar] de steile ijzeren trede [werd] neergelaten van gele diligence, rijdende over D – van C – tot E – vice versa,’ etc. Een citaat van niemand minder dan Hildebrand, die het opsommen tot een kunst verheft. Ook schrijver Aristide von Bienefeldt wil graag hopen details kwijt, maar wat mij betreft wordt ook hem dat vergeven vanwege de schoonheid van de zinnen.

De zinnen zijn vaak ellenlang, wat je eerder in een klassieke roman tegen zou komen dan in een modern boek. Het punt is dat de absurde wereld van De zus die Anna Magnani niet was nu eenmaal veel beschrijvingen nodig lijkt te hebben en niet in een paar woorden te vatten is. Zo wordt een van de personages als volgt beschreven:

‘Hij droeg een post-itgeel twinset en zijn kapsel, onvermoeid blond maar te lang volgens de vorige haarmode en te kort volgens de laatste, was het kapsel van iemand die op de kerkdrempel in slaap valt omdat hij de tekst van zijn biecht vergeten is.’

Het navertellen van het verhaal van hoofdpersonage Alice is geen eenvoudige taak, want het boek lijkt speciaal geschreven te zijn om de lezer op een dwaalspoor te zetten. In een ware ode aan Alice in Wonderland (1865) is niets wat het lijkt en lijkt logica niet aan de orde te zijn.

Boekenkrant

Tussen alle bizarre gesprekken en gebeurtenissen door, is een verhaallijn te destilleren, waarin Alice op zoek is naar de eigenaar van de kat die bij haar is aan komen lopen. De kat, die ze Brenas noemt, wordt haar bondgenoot, want ze voelt zich niet op een lijn met haar zus en twee broers, met wie ze samenwoont sinds haar ouders zijn overleden. Daarnaast kent het verhaal nog vele zijsporen, zoals Alice’s incestueuze relatie met haar broer Castro en het Jezusbeeld in de schuilkerk dat door Brenas onthoofd wordt. Reeds vanaf het begin is het duidelijk dat dit geen standaard boek is en dat uiterste concentratie vereist is om niet de draad van het verhaal kwijt te raken.

En net als je je bedenkt dat de personages wel heel erg op die van de Italiaanse regisseur Federico Fellini lijken, ben je al verloren in het boek. Het is even doorbijten, maar zo ongeveer tegen driekwart van het verhaal valt het spreekwoordelijke muntje en passen de puzzelstukjes in elkaar. Aanvankelijk is de bizarre schrijfwereld van Von Bienefeldt moeilijk te begrijpen. Net als je tot de conclusie bent gekomen dat de hoofdfiguur Alice wel erg grotesk is, blijken de andere karakters in het verhaal niet voor haar onder doen en hun bizarre leefomgeving volledig te accepteren. Alle personages in het boek reageren op exact dezelfde, surrealistische manier. Dit in tegenstelling tot Lewis Carroll’s Alice, die in het klassieke kinderboek het enige ‘verstandige’ personage is.

Ook de lezer kan niet anders dan de absurde omgeving domweg accepteren. Van begin tot eind gaat het verhaal als een duizelingwekkende wervelwind alle kanten op, zonder tot een duidelijk pointe te komen. Maar dat hoeft ook niet: De zus die Anna Magnani niet was neemt de lezer mee op een literaire achtbaanrit en laat hem of haar natrillen met minstens honderd nieuwe ideeën in het hoofd; al dan niet met een betekenis.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.