"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zwaardvis

Maandag, 19 maart, 2012

Geschreven door: Hugo Claus
Artikel door: Daan Stoffelsen

Cybele; Sybele; Sibylle

Lanoye is niet de eerste Vlaamse boekenweekgeschenk auteur. Hupert Lampo (1969) en Marnix Gijsen (1978) gingen hem voor, en Hugo Claus. In De zwaardvis (1989) vermengde hij een moordzaak met een kleine dorpsgeschiedenis, waaraan hij scherpe kritiek op het katholicisme toevoegde en – voor de getrainde lezer – een dubbele dosis verwijzingen naar de klassieke Oudheid. Dat dorpse en dat katholieke zullen eind jaren tachtig weinig weerklank hebben gevonden in Nederland, maar er is meer dan decor en politieke lading waarom je deze novelle kan waarderen. Goed in elkaar gezet, soepel geschreven en voorzien van een verrassend einde – je begrijpt niet waarom de Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek niet meteen in 1990 al besloot om voortaan om de paar jaar Vlaamse schrijvers te vragen voor het geschenk.

Sibylle

Het zwaartepunt van de novelle ligt in het huishouden van de nog geen acht maanden geleden gescheiden Sibylle. Zij brengt haar leven door in ledigheid en bikini, op de boerderij die haar man ooit wilde, met een bloedmooi, verwilderd zoontje dat fundamentalistisch katholiek aan het worden is. De verschillen tussen Sibylle en haar ex zijn overduidelijk. Hij weet wat hij wil en wat hij heeft:

‘Mijn linde, mijn terrein, mijn zeepziederij, mijn firma Olympia, mijn meststoffen, mijn vogeldodende chemicaliën, mijn vrouw Sibylle die ik om een onnozel misverstand in de steek zal laten, mijn zoontje Maarten met zijn lang, woest haar en amberen blik.’

En zij weet dit niet:

Boekenkrant

‘Een advertentie zetten. “Gerestaureerde villa, nee, landhuis, met rustieke, landelijke charme, twee badkamers in marmer, dubbele beglazing, vol tapijt, grote haard, wijde haard, open haard. Eigen waterbron. Bron met eigen water.”’

Hier is een groot schrijver aan het werk (aantekening: dit is mijn eerste kennismaking met Claus). Die eerste zinnen lopen, marcheren, en die andere, die zwalken. En ze geven ongelooflijk veel informatie – en tegelijk weinig. Want wat was dat onnozel misverstand? En die amberen blik van Maarten, wat is dat voor hoogdravende taal?

Richard

Het contrapunt ligt in een reeks verhoren. Richard, de zwart betaalde, alcoholistische werkman van Sibylle, wordt aan de tand gevoeld over een moord. Dat hij de moord heeft begaan, lijkt onomstreden – al twijfel je daar als getrainde lezer natuurlijk aan -, maar de commissaris, met ‘zijn hoge meisjesstem verwonderlijk licht voor zijn logge en gespierde gevaarte’, wil de zaak reconstrueren, inclusief Richards werkdag bij Sibylle en het spijkeren van een levensgroot kruis voor Maarten. Als getrainde lezer – ik ben er nog – leg je meteen verbanden tussen het misverstand en de moord, tussen Sibylle en Richard.

Willy Goossens

Zo broeierig is De zwaardvis. Het blijft niet bij een afwisseling tussen Sibylle en Richard. Maarten loopt rond met een echt kruis op zijn rug, geïndoctrineerd als hij is door een terminaal zieke, godsdienstwaanzinnige schooljuf en schoolmeester Willy Goossens werkt aan een declamatorium, de bedoeling ‘Cybele’, op te voeren tijdens het Cultuurweekend. ‘Het is diep, mijn kwarteltje, heel diep, maar wel antiek,’ heeft zijn echtgenote gezegd, en vervolgens heeft hij alle verwijzingen, met de Prismapocket in de hand, uitgelegd.

Behalve die ene: hij spreekt Cybele uit als Sybele, en denkt aan Sibylle.

Klassiek

Zo broeierig is De zwaardvis, en zo vol van verwijzingen. Claus zal zich er bewust van zijn geweest, anders had hij zo’n citaat niet opgenomen, maar de novelle is doordrenkt met klassiek materiaal – Achille van den Branden heeft dat met enig venijn uitputtend opgesomd. Het onnozele misverstand van daarboven blijkt opeens bij de Cybele-cultus te passen (waarin castratie en eunuchen een rol spelen), en ook de schoolmeester onderwerpt zich.

Bij een minder schrijver was het oordeel makkelijk geweest dat hij het té literair had willen maken. We vergeven het Claus, en wel om de stijl en de continu intacte spanningsboog, die de afwisselende verhaallijnen overstrekt: er is iets gebeurd, iets vreselijks, maar wat? En mag die spanning iets goedkoops, literaire thriller-achtigs lijken te hebben: wees gerust. Zoals Claus zijn klassieke verwijzingen meteen ironiseert door een antiek orakel (Sibylle, zie de wiki) te verwarren met een nog antiekere wrede vruchtbaarheidsgodin (Cybele, zie de wiki), zo haalt hij elke verwachting van een whodunnit-ontknoping onderuit.

Want bij het slot sta je versteld, hoe getraind je ook bent.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De plicht van de dichter

De zwaardvis