"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Democracy Without Shortcuts

Dinsdag, 29 september, 2020

Geschreven door: Cristina Lafont
Artikel door: Pieter Pekelharing

Christina Lafonts Democracy Without Shortcuts sluit naadloos aan bij het onderzoek binnen GroenLinks naar meer deliberatieve vormen van democratie. Hoewel ze nauwelijks met concrete oplossingen komt, doet dit boek beseffen hoezeer het succes van voorstellen om de democratie te
versterken, afhangt af van de kwaliteit van deliberatie door de hele
samenleving heen: in het gezin, op school en in de media.

De afgelopen jaren verschenen veel studies over het falen van de democratie en manieren om deze te vernieuwen. Het rapport Lage drempels, hoge dijken van de staatscommissie onder leiding van Johan Remkes doet maar liefst 83 voorstellen om de ‘inhoudelijke representatie’ en ‘weerbaarheid’ van de democratische rechtsstaat te verbeteren.


Ook binnen GroenLinks zijn de opvattingen over democratie in beweging. In zijn essay ‘De burger aan de macht’ (de Helling 1, 2020) beschrijft Dick Pels hoe de opvattingen over democratie van GroenLinks na de opkomst van en de moord op Pim Fortuyn in een stroomversnelling geraakten. Aanvankelijk omhelsde GroenLinks het streven naar een fundamentele democratisering van maatschappij en politiek. Dat verandert als na 2002 de radicale democratiseringsagenda gekaapt wordt door populistisch rechts. Vanaf dat moment, aldus Pels, “vindt een terugtrekkende beweging bij alle progressieve partijen plaats, die defensief aanschurken tegen het representatief-parlementaire stelsel”.
Terwijl het referendum door rechtspopulisten nog gevierd wordt als anti-parlementaire stem des volks en het instrument bij uitstek om de macht van de elites te breken, rijzen bij links juist steeds meer bedenkingen. In het GroenLinks-verkiezingsprogramma van 2010 wordt voor het eerst geen gewag meer van referenda gemaakt. De partij doet een stap terug en belooft een breed intern debat over nut en noodzaak van democratische vernieuwing. Op het partijcongres van 2017 wordt een motie aangenomen waarin GroenLinks verzocht wordt ‘nieuwe vormen van deliberatieve democratie’ te onderzoeken.

Sluiproutes
Christina Lafonts Democracy Without Shortcuts sluit naadloos aan bij het onderzoek binnen GroenLinks naar meer deliberatieve vormen van democratie. Ook zij vindt dat het in ons parlementaire stelsel ontbreekt aan manieren waarop politici en burgers via confrontatie, deliberatie en dialoog regelmatig publieke belangen kunnen afwegen. De shortcuts uit haar titel verwijzen naar een aantal sluiproutes die democraten soms volgen om sneller tot besluitvorming te komen, met als resultaat dat ze hun doel voorbij schieten en afbreuk doen aan het ideaal van democratie.
Democratie staat of valt volgens Lafont met de eis dat burgers zich kunnen herkennen in wetgeving die langs parlementaire weg tot stand komt. Dat betekent niet dat ze daar van A tot Z bij betrokken hoeven te zijn, maar wel dat ze het gevoel behouden dat het hún wetgeving is. Onenigheid is onvermijdelijk, maar acceptabel zolang van niemand blinde gehoorzaamheid wordt verwacht.

Hereditas Nexus

Algemeen belang
De eerste sluiproute werd volgens Lafont gecreëerd door democraten die ze deep pluralists noemt. Die zijn zo onder de indruk van de meningsverschillen en conflicten die zich in een moderne democratie voordoen dat ze ‘procedurele rechtvaardigheid’ – het feit dat een wet of besluit geheel volgens de afgesproken regels tot stand komt – de hoogst haalbare eis achten die je aan democratische wetgeving of besluitvorming kunt stellen.

Fout, meent Lafont. Want achter het ideaal van procedurele rechtvaardigheid en democratische meerderheidsvorming schuilt het idee dat de afspraken die zo tot stand komen het algemeen belang dienen en de vrijheid en gelijkheid van zichzelf besturende burgers waarborgen. Dat afspraken, wetten en regels aan eisen van procedurele rechtvaardigheid voldoen, is een belangrijk element. Een ander is de inhoudelijke beoordeling. Beide vallen onder de noemer ‘democratie’ en beide processen zijn volgens Lafont nodig om te voorkomen dat burgers de wet blind gehoorzamen.
Het is belangrijk om nabijheid en reflectie in te bouwen, ervoor te zorgen dat burgers, politici en experts geregeld met elkaar in gesprek gaan en de wetgevende macht dichterbij te brengen. Maar ook voorstanders van meer reflectie en deliberatie kunnen volgens Lafont zorgen voor een vorm van democratie die te kort door de bocht gaat en van (groepen) burgers blinde gehoorzaamheid verwacht.

Minipubliekjes
Voorstanders van ‘deliberatieve democratie’ wijzen er terecht op dat het van belang is om representatief samengestelde burgerfora – minipubliekjes – te vormen waarin burgers tijd en ruimte krijgen om goed geïnformeerd en met kennis van zaken een collectief oordeel te vormen over heikele kwesties. Maar de vraag is wat er vervolgens gedaan wordt met de resultaten en inzichten. Als die niet breed genoeg worden gedeeld, kan ook deliberatieve democratie in een sluiproute veranderen, die afbreuk doet aan het ideaal van een meer participatieve democratie. Betere oordeelsvorming door een minipubliek is één ding, toezien op de spreiding van het verworven inzicht onder het brede publiek een ander ding.

Samenvattend leiden twee soorten argumenten tot een te beperkte opvatting van democratie. In het eerste geval wordt van burgers gevraagd blind op het oordeel van de meerderheid af te gaan omdat ‘burgers het toch nooit met elkaar eens worden en de meerderheidsregel de enige weg is om tot besluitvorming te komen’. In het tweede geval moeten burgers blind op de oordeelsvorming van representatieve minipubliekjes varen – ‘want dat is het oordeel dat jullie hadden gevormd als jullie voldoende tijd en informatie hadden gehad’. In beide gevallen komt het ideaal van brede participatie er bekaaid van af.

Kwaliteit van deliberatie
Het boek is teleurstellend en inzichtrijk tegelijk. Teleurstellend is dat Lafont nauwelijks met concrete voorstellen voor verbetering komt. Maar als je haar leest, besef je hoezeer onze democratie afhangt van de kwaliteit van deliberatie in brede zin: binnen gezinnen, op scholen, op het werk, op sociale media, in discussiecentra, of op radio en tv. Deliberatie in representatief samengestelde burgerfora kan een feest zijn voor de democratie. Dat geldt ook voor het correctief referendum zoals voorgesteld door de commissie-Remkes. Maar of die voorstellen de democratie versterken, hangt af van de kwaliteit van deliberatie door de hele samenleving heen.

De breuklijnen tussen jong en oud, tussen laag- en hoogopgeleid en tussen ingezetenen en nieuwkomers maken het overleg tussen burgers soms lastig en frustrerend. Zelfs voorstanders van democratie kunnen soms de verleiding niet weerstaan te denken dat ze sneller betere resultaten kunnen behalen door andersdenkende medeburgers achter te laten. Burgers moeten hier niet aan toegeven en zich aan de lange democratische weg houden. Hen overtuigen van het belang en de urgentie van deze boodschap is het diepste doel van dit boek.

Eerder verschenen in De Helling

Pieter Pekelharing doceerde jarenlang filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds zijn emeritaat is hij publicist.