"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Die neue Seidestrasse, Chinas Weg zur Weltmacht

Dinsdag, 15 juni, 2021

Geschreven door: Patrick Rohr
Artikel door: Chris Reinewald

Blij met/bang voor de nieuwe, zijdeloze Zijderoute

[Recensie] China is bezig met een grote economische expansie in de rest van de wereld. Sinds 2012 volgt een nieuwe Zijderoute grotendeels de eerste, legendarische route(s).

Door de interviews met gewone mensen langs de huidige zijdeloze zijderoute leest dit mooi gemaakt Zwitsers, Duitstalige fotoboek als een tv-documentaire. Net voor corona reisde Patrick Rohr (1968) Nederlands-Zwitserse tv-moderator, journalist en fotograaf vanaf Sjanghai westwaarts via Kirgizië, Turkije, Roemenië, Oekraïne naar Polen.

Een andere treinroute ligt uitgerold tussen Kunming (Yunnan, China) en het Rotterdamse rangeerterrein Kijfhoek. Door de pandemie moest Rohr zijn reisplannen danig aanpassen maar het resultaat mag er desalniettemin toch zijn. Open, onbevooroordeeld en nieuwsgierig noteerde hij het relaas van bewoners van de landen waar Chinese containertreinen – met aan boord vooral veel elektronische gadgets – doorheen denderen. Hiermee maakt China zich minder afhankelijk van vrachtvluchten of – in het Suezkanaal stokkende – scheepvaart.

Over de eerste Zijderoutes (2e eeuw voor Christus tot 1300) vervoerde men handelswaren als kunstnijverheid en uiteraard zijde. Misschien dat ontdekkingsreiziger Marco Polo het idee voor de Italiaanse pastawaren afkeek van de Chinese deegwaren en mee naar Italië terugnam.

Heaven

In caravanserais, overslagpunten met horeca in Perzië en Turkije vonden namelijk ook wederzijdse culturele uitwisselingen plaats die hun sporen nalieten in prenten, keramiek of de Chinese invoer van paarden. Dit historische aspect laat Rohr onbesproken. Immers, in 21ste eeuws China onder partijleider Yi Jin Ping is culturele uitwisseling ondergeschikt. Met de economische contacten biedt China fikse kapitalistische impulsen aan verarmde voormalige Sovjetstaten op de route.

Gay in Xi’an

Rohr legt eerst uit hoe hij reisde en gebruik maakte van lokale ‘fixers’ om interessante mensen te vinden om mee te praten. Kernvraag is of ”wij hier in het Westen” China’s macht en controleerdrift moeten vrezen. Hij spreekt een Chinese internetondernemer die het super zou vinden wanneer iedereen een elektronische identiteit zou bezitten. Elektronische gezichtsherkenning in plaats van overal wachtwoorden voor bedenken. Tegenwerpingen over privacy begrijpt hij niet.

Net als in de ontwapenende Vpro-tv-series over China van Ruben Terlou praat Rohr (maar hij wel via een tolk) ook met Chinezen die onbeschroomd hun gebroken hart uitstorten. Een jongeman met trouwplannen verloor zijn aanstaande vrouw aan een rijke, oudere zakenman. Had hij maar een betere opleiding gevolgd. Een teken des tijds. Rohr ontmoet een opportunistische nachtclubexploitant en bezoekt een gay-club in Xi’an, de oude centrale hoofdstad van het Rijk van het Midden. Dat kan ook daar toch allemaal maar.

De ontroering van deze kennismakingen blijft beperkt tot China. Bij iedere grensoverschrijding klinkt spijt dat hij weer door moet. Het reisschema dwingt.

National Geographic humanisme

Het economische effect en de bijwerkingen van het almachtige China komen en gaan uit beeld.  Als sympathiek (Zwitsers) tv-presentator doseert Rohr zijn kritiek behoedzaam en zet niemand ooit echt onder druk. (Blijkbaar is vooringenomen kritiek ongemerkt een ingesleten Nederlandse talkshow gewoonte geworden.) In roerige staten als Kirgizië en Oekraïne lijkt hij zich bewust van het risico dat zijn interviewees lopen door met hem te praten. Hij zet ze nooit voor het blok.

Rohr schrijft soepel met een milde ondertoon zodat je het aangename gevoel krijgt een humaan getoonzette, naoorlogse beeldreportage uit The National Geographic te lezen.

Wellicht speelt hierbij ook mee dat Rohr (en dit boek) banden onderhoudt met een Zwitserse ontwikkelingsorganisatie en een sociaal-cultureel ‘angehaucht’ reisbureau. Tussen de hoofdstukken sturen tijdschriftachtige ‘streamers’ in kapitale letters het verhaal. Evenals Terlou maakt Rohr respectvolle fotoportretten van de mensen die hij spreekt. Soms blijft het bij die foto als het gesprek blijkbaar tegenviel.

De geïnterviewden klinken meestal als vriendelijke tegenstemmen. Het zijn veeleer strakke, geldbeluste DJ’s, een hippie-kunstenaar, een Roemeense dichteres met oude, saamhorige anticommunistische mopjes en Poolse anti-abortus katholieken dan officiële vertegenwoordigers van een politieke of zakelijke macht.

Dubbele moralen

Steeds zweeft de vraag rond hoe de mensen van onderweg tegenover China staan. Tja, als armoede het enige alternatief is waarom zou je dan het aantoonbare economische profijt van handelspartner China wantrouwen? Zeker met lokale corrupte politici en gecreëerde milieurampen in eigen land. Onderweg treft Rohr in ieder geval geen zijde meer aan. Wel zijn er Kirgizische confectiefabrieken die naar Kazachstan en Rusland exporteren en de goedkoopste kleding op de thuismarkt verkopen. Via zijn foto’s (en een podcast) volgen we Rohr door desolate bergpassen, uitgestrekte steppes, platte kooplust opwekkende winkelstraten en markten, hippe maar uitwisselbare nachtclubs… en telkens de goedwillende, naar levensgeluk hakende tijdgenoten.

Tenslotte schuiven weer de containertreinen in beeld en gaat Rohr voor conclusies te rade bij een Zwitsers hoogleraar economie die met twee Chinese projectleiders bij het China Centre is betrokken. De vrouw van het stel komt wel in beeld maar niet aan het woord. Haar collega pareert de kritiek over de mee-geëxporteerde “dubbele politieke moraal” van China, bijgevallen door de Zwitser. Zij stellen dat China van het Westen gewoon respect voor hun systeem verwacht – en verdient. De rol van de zogenaamd onderdrukte Oeigoeren vindt China een interne kwestie, ketst de Chinese zakenman politiek-correct terug: Waarom bestrijdt het Westen de Islamisten en mag China iets dergelijks niet doen tegen de opstandige Oeigoeren? Het wat voorspelbare politieke gekissebis past eigenlijk niet bij Rohrs optimistisme en verbazing die hij in zijn boek wil uitstralen.

En zo dringt zich de gedachte op dat het ”westen in het oosten” voorlopig eigenlijk meer met zichzelf overhoop ligt dan met China.   

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles