"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dof goud

Donderdag, 26 april, 2018

Geschreven door: Gijs van der Ham
Artikel door: Vera Weterings

Slavenhandel, concurrentie, uitbuiting en macht en onmacht

[Recensie] Dof goud kwam in 2013 uit, het jaar waarin we herdachten dat de slavernij 150 jaar geleden werd afgeschaft. Het jaar daarop, in 2014, werd herdacht dat de slavenhandel tweehonderd jaar geleden verboden werd. In Dof goud wordt stilgestaan bij deze gebeurtenissen.  Zo wordt in het boek aan de hand van voorwerpen – voornamelijk uit de collectie van het Rijksmuseum – het verhaal verteld van de geschiedenis van de Nederlandse aanwezigheid in Ghana. Dit is een verhaal over slavenhandel, concurrentie, uitbuiting en macht en onmacht.

De publicatie is van de hand van Gijs van der Ham. Hij studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1990 op Zeeland 1940-1945. Dit onderzoek werd in 1991 bekroond met de Dr. L. De Jongprijs. Tussen 1980 en 1985 was hij verbonden aan het Rijksmuseum, waarna hij van 1990 tot en met 2001 als stafwerker van het Prins Bernhard Cultuurfonds werkte. Sinds 2001 is hij weer terug bij het Rijksmuseum. Vanaf 2010 werkt hij hier als senior conservator bij de afdeling Geschiedenis. Eerder verschenen van hem onder meer De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen (2013), Geschiedenis van Nederland (2009), 200 jaar Rijksmuseum. Geschiedenis van een nationaal symbool (2000) en Wilhelmina in Londen; documenten van een regering in ballingschap (1981).

Dat in de publicatie met name voorwerpen van het Rijksmuseum worden gebruikt is niet verwonderlijk. Dof goud is immers niet alleen een geschiedenisboek over de verhoudingen tussen Nederland en Ghana, maar tevens het eerste deel van een serie waarin het Rijksmuseum op basis van zijn collectie inzicht biedt in de historische verhoudingen tussen Nederland en een aantal landen buiten Europa. Martine Gosselink is als hoofdconservator Geschiedenis van het Rijksmuseum initiator van de landenreeks. In volgende delen komen Suriname, Zuid-Afrika, Indonesië, India, Sri Lanka, China en Japan aan bod. De collectie bestaande uit voorwerpen, kaarten, tekeningen, gravures en schilderijen toont de Nederlandse relaties met de Goudkust, van de late zestiende tot diep in de negentiende eeuw. Door de combinatie van fraaie illustraties van de objecten met begeleidende teksten weet Van der Ham een helder beeld te schetsen van de Nederlandse geschiedenis in Ghana.

Van der Ham begint in zijn eerste hoofdstuk met het aanhalen van het werk Beschryvinghe ende Historische verhael van het Gout Koninkrijck van Gunea anders de Goud-custe de Mina genaemt…. Van de Amsterdammer Pieter de Marees die dit werk in 1602 uitbracht onder de initialen P.D.M. Later. Het boekje dient als een soort reisgids met nuttige informatie voor handelaren die naar de Goudkust reisden. De Marees vertelt in het werk over zijn eigen ervaringen en start met een beschrijving hoe men via de Canarische eilanden en Cabo Verde, de kaap bij de huidige Senegalese hoofdstad Dakar, hierheen moest zeilen. Ook beschrijft hij wat men onderweg kon tegenkomen. Zeker is dat De Marees ook daadwerkelijk naar West-Afrika heeft gevaren, welke functie hij aan boord en aan de kust bekleedde is helaas onduidelijk. Naast De Marees was in 1596 al het boek Beschryvinghe van de gantsche custe van Gunea van de hand van de Enkhuizense medicus Paludanus verschenen.  Hoewel het boek een nuttige schriftelijke bron is, wijst Van der Ham erop dat dit werk is gebaseerd op ervaringen van vooral Nederlandse schippers, maar dat de schrijver zelf nooit in Ghana is geweest. Daarentegen baseerde De Marees zijn boek op zijn eigen ervaringen, waardoor dit geschrift ons beter informeert over de geschiedenis.

Yoga Magazine

Van der Ham gaat echter niet alleen in op de geschriften over de handel, maar ook over de gevolgen van de handel in Ghana. Zo stipt hij aan dat de bevolking van de vele kustplaatsen voortdurend toenam  als gevolg van de handel. Nadat de Nederlanders Fort Nassau in 1637 verruilden voor het veel ruimere en grootsere kasteel van Elmina werd dit hun hoofdkwartier in westelijk Afrika. De bevolking in Elmina besloeg in 1620 nog zo’n drie- tot vierduizend mensen en groeide naar zo’n vijftien- tot twintigduizend rond 1680. Hoewel de Nederlanders zich in eerste instantie met name vanwege de handel in goud en ivoor aan de Goudkust vestigden, groeide Elmina uit tot spil van de Nederlandse slavenhandel. Aanvankelijk was dit alleen in administratieve zin, de Nederlanders kochten aan de Goudkust in de beginperiode bijna geen slaven. Doordat Elmina een permanent hoofdkwartier werd, kwam er behoefte aan arbeidskrachten, dit betekende dat er slaven uit andere delen van de kust werden ingevoerd, die in onder andere Elmina aan het werk werden gezet. Ook werd de Nederlandse slavenhandel via Elmina geregeld. Deze vierde met name hoogtij doordat de Nederlanders in 1630 delen van Brazilië in handen hadden gekregen. Tussen 1637 en 1644 zou de West Indische Compagnie (WIC) elk jaar tussen de duizend en zestienhonderd Afrikanen vanaf de Guinese kust naar Brazilië vervoeren. In totaal ging het tussen 1636 en 1651 om ruim 31.000 mensen, van wie er zeker 5.000 aan boord zijn gestorven.

Dof goud gaat uiteraard niet alleen over dit slavenverleden, maar gaat ook dieper in op de verwevenheid van de Nederlandse en Ghanese culturen. Vele Nederlandse beambten gingen immers een relatie aan met Ghanese vrouwen. Vaak werden de kinderen uit deze relaties voor onderwijs en een christelijke opvoeding naar Nederland gestuurd. Sommige van deze kinderen bleven in Nederland en gingen daar in de samenleving op, anderen vertrokken later naar Nederlands-Indië en Suriname. Aan de hand van foto’s en archiefmateriaal worden de levens van enkele van deze Eurafrikaanse personen uitgelicht.

Met Dof goud is een nieuw concept, de landenreeks boeken van het Rijksmuseum, gelanceerd. Ik kan met volle overtuiging zeggen, dat dit een geslaagd concept is. Door het lezen van Dof goud kom je meer te weten over de Nederlandse geschiedenis in Ghana. Van der Ham toont de lezer dat deze historie meer was dan alleen een slavernijverleden.  Hij vertelt over de machtsverhoudingen in West-Afrika, de militaire strijd tussen andere Europese grootmachten in de koloniale gebieden en de Eurafrikaanse families in Elmina. Kortom, een bijzonder fraai werk over de gezamenlijke geschiedenis van Ghana en Nederland.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus

Boeken van deze Auteur: