"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Draaidagen

Vrijdag, 7 augustus, 2020

Geschreven door: Bianca Boer
Artikel door: Nathalie Brouwers

Het trauma van de oorlog in feiten en fictie

[Recensie] In Draaidagen, de debuutroman van Bianca Boer (1976), wordt er een spel gespeeld met heden en verleden, feiten en fictie. Boer is een allround auteur en schrijfdocent. Ze schreef reeds voor de Gids, Tirade en Passionate, trad al op tijdens Crossing Border en won de Nieuw Proza Prijs. In 2007 verscheen haar verhalenbundel Troost en de geur van koffie, en in 2010 haar eerste gedichtenbundel Vliegen en andere vogels.  

Draaidagen is het indringende verhaal van de 23-jarige Judith die, nadat ze met haar studentenleven heeft gebroken, terug bij haar oma Nini gaat wonen die haar als ouderloos kind heeft grootgebracht. Haar oma, een overlevende van Auschwitz, is echter ouder en hulpbehoevender geworden dan Judith zich kon voorstellen. Ze kan maar niet begrijpen hoe zij nog alleen kon wonen, en zorgt nu voor haar oma. Maar ze heeft ook iets anders omhanden nodig: ze reageert op een advertentie en wordt aangenomen als edelfigurant in een film, die blijkt te gaan over de deportatie van een joodse instelling (het Apeldoornse Bosch) tijdens de Tweede Wereldoorlog.  

Judith heeft haar oma lief, ze is tenslotte haar enige familielid, en wil haar beter leren begrijpen. Ze weet niet veel over haar eigen achtergrond en loopt ook rond met het gevoel dat alles erger was voor haar oma dan wat haar ooit overkomen is of nog kan overkomen. Ze hoopt dat de film haar daarin kan helpen, maar kan film werkelijk die brug slaan? Nini heeft vele herinneringen aan haar verleden toen heel haar familie uitgemoord werd, en die gaan haar steeds meer achtervolgen. Zo grijpen het verleden en het heden terug in elkaar. De draaidagen worden een zware periode voor Judith waarin ze afwisselend zware scènes moet draaien en waar ze zich tot een acteertalent ontpopt, en tegelijkertijd de dagelijkse verzorging voor haar oma op zich moet nemen.  

De feiten waarop de film gebaseerd is, zijn hard en indrukwekkend, zowel voor Judith als voor de lezer. De scènes worden levensecht in beeld gebracht. In de film krijgen ook kinderen met het syndroom van Down een rol, en Judith leeft erg met hen mee, ook omdat deze kinderen niet altijd het verschil kunnen maken tussen de film en de echte wereld en dit bepaald niet erg pedagogisch aangepakt wordt. Er wordt een beeld van de filmwereld opgehangen dat niet volledig positief is maar toch is er ook nog vriendschap mogelijk.  

Zowel de personages van Judith als Nini zijn sterk uitgediept en roepen veel empathie op. Ook al zijn sommige beslissingen die Judith neemt slim noch rationeel, komen deze geloofwaardig over omdat ze er alles aan doet om haar oma zo lang mogelijk bij zich te houden. Boer heeft een snelle en directe vertelstijl, daar zorgt ook het perspectief wel voor.  In het boek richt Judith zich namelijk tot haar oma in de je-vorm, en vertelt ze haar over haar filmwerk, haar studentenleven en haar dagelijkse bezigheden. Het boek is onderverdeeld in korte hoofdstukken en bevat zowel dialogen als interne monologen van Judith, waardoor het heel vlot te lezen is. Door het verhaal van de film te vertellen geeft Judith als het ware Nini haar eigen verhaal terug ondanks de dementie. Haar eigen innerlijke strijd heeft ze echter nog niet gewonnen. Deze debuutroman is een meeslepend, doorleefd en ontroerend boek geworden.  

Eerder verschenen op Hebban

Nederlandse Natuurkundige Vereniging