"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Duel

Vrijdag, 5 maart, 2010

Geschreven door: Joost Zwagerman
Artikel door: Daan Stoffelsen

De strijd tussen concept en urgentie

Is 96 pagina’s genoeg voor een ‘echte’ Zwagerman? Ja, maar niet voor de beste Zwagerman. Duel vertegenwoordigt het oeuvre van de auteur, leidt op een uitstekende manier in, maar stijgt niet uit boven het eerdere werk. Misschien is dat juist omdat het kopiëren, het verwijzen, het verbinden zo centraal staat, omdat het concept overheerst.

Het boekenweekgeschenk 2010 begint, men heeft het al gesignaleerd, met een vloek (‘Godverdomme, die hand, die vuist!’). Het gaat verder met een verzuchting, waarin Jelmer Verhooff, de hoofdpersoon, terugkeert naar een pijnlijke scène uit zijn jeugd, en naar het kunstproject dat deze museumdirecteur van zichzelf gemaakt heeft: hij woont in het museum dat onder zijn verantwoordelijkheid verbouwd wordt. Dan begint het pas echt: een jonge kunstenares, Emma Duiker, kopieert de Untitled no.18 van Rothko, verwisselt hem met de echte en laat het origineel door Europa reizen, als een democratiserend kunstproject. Jelmer wil het, deels uit schaamte over de diefstal onder zijn ogen, deels uit waardering voor het concept, zelf terughalen. Als dat besluit eenmaal genomen is, versnelt alles.

Jelmer hackt Emma’s inbox, pakt het vliegtuig naar Slovenië, vindt het stadje waar het schilderij in een school voor zwakbegaafde kinderen hangt, schakelt een stel dieven in. Het lijkt opeens een heel ander boek, eerder een thriller, inclusief dramatische afloop. Was Dueleen film, dan openden de scènes in dit gedeelte met stadspanorama’s en nerveuze groene lettertjes: Ljubljana, 15.30, Novo Mesto, 16.15. De handeling versnelt tot een soepele, cliffhangervrije serie acties. Maar echt spannend wil het niet worden.

Duel wordt zelfs grappig, daar in Slovenië. Zo is Jelmers tolk meer geïnteresseerd in taal dan in de urgentie van de zaak (‘”Ja, dat was allemaal niet zo fijn wat Janko zei,” zei Edo lijzig. “Kijk, wij in Nederland houden het meestal op ‘ik trap je ballen omhoog’ of ‘ik schop je de tyfus’, maar de Slovenen preciseren in de regel hun bedreigingen.”’). Was Duel een strip, dan had Jelmer een blonde kuif en heette Slovenië Bordurië, was het een variant op het nooit afgeraakte Kuifje en de Alfakunst. Het kan ook té luchtig.

Yoga Magazine

Die manco’s verduisteren wat het boekenweekgeschenk voor en na Slovenië wél goed doet, en dat is ingaan op de vraag wat kunst goede kunst maakt: authenticiteit, conceptvastheid, publieksgerichtheid? Zwagerman weet die met elkaar strijdende zielen in één borst, die van Jelmer, te vangen en presenteert zijn dilemma’s overtuigend en geestig. Tegelijk kopieert hij met grote precisie genres, kunstschandalen, kunstperformances en een museumdirecteur (Gijs van Tuyl), om zo de kunst en de literatuur te tonen aan een veel groter publiek – bijna een miljoen lezers kunnen het boekenweekgeschenk bemachtigen – dan alleen de kenners.

Dat is precies het ideaal van Emma Duiker, alleen stuurt die een echte Rothko (à 30 miljoen euro) naar de mensen, en toont Zwagerman ons een mindere versie van hemzelf. De plot verloopt vlot, maar loopt vertraging op tijdens de Sloveense episode, de thematiek is sterk, maar wordt weggeduwd door de slapstick. Diep gaat het nergens, urgent wordt het niet. Ook daarin loopt Duel parallel aan Untitled Revisited.

Onder de vele mindere boekenweekgeschenken van de afgelopen jaren zie ik een parallel met het geschenk 2002, Anna Enquists De ijsdragers, dat onder eenzelfde niet-literaire ambitie gebogen ging: wel breed, niet diep. Daarin hadden een ontsporende midlifecrisis, een weggelopen dochter en een relatie onder druk gerust volstaan voor een langzaam dooretterende, pijnlijke geschiedenis van verlies, maar voor we daaraan toekomen, rijdt een van de hoofdpersonen zich dood. Alsof het nog snel even af moest, en in Jelmers koortsachtige en vlotte zoektocht vind je zo’n zelfde haast, net zo’n gretigheid om ook op andere fronten te slagen dan alleen op het bijna-essayistische, conceptuele.

Zwagermans romans zijn consistenter, urgenter, dwingender dan deze novelle. Toch is dit werk niet vreemd aan dat oeuvre, thematisch (de kunstwereld van Gimmick!) en qua vakmanschap (uiterst leesbaar) en structuur (het sleutelkarakter van Chaos en rumoer). De wens om discussie (zoals bij De buitenvrouw) is ook aanwezig, en de traditionele ambassadeursfunctie van het boekenweekgeschenk geldt ditmaal ook het denken over moderne kunst. Als ambassadeur voor Zwagermans oeuvre laat Duel vooral zien wat Zwagerman kan – niet meer. Wat hij kán, hoeveel meer hij kan, daarvoor moeten we meer dan het boekenweekgeschenk lezen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: