"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ecologieën

Maandag, 23 november, 2020

Geschreven door: Atte Jongstra
Artikel door: Cyril Lansink

Vrolijke essays over natuurbeleving door de eeuwen heen

[Recensie] Ecologie is de leer van de natuur die de nadruk legt op de samenhang van alles. Het gaat om de “gehele wetenschap van de betrekkingen van het organisme met de haar omringende buitenwereld, waartoe ook alle bestaansvoorwaarden kunnen worden gerekend,” de organische en de anorganische. Aldus citeert Atte Jongstra de bioloog Ernst Haeckel (1834-1919) die het begrip het eerst gebruikte.

Maar de gedachte is ouder dan het begrip, stelt Jongstra vast in het programmatische openingshoofdstuk van het fraai vormgegeven en geïllustreerde Ecologieën, waarin hij erudiet maar vooral speels in de geschiedenis op zoek gaat naar sporen van de ecologische idee voordat het begrip zelf al bestond.

Het resultaat is een volstrekt eigenzinnig boek waarin de meest uiteenlopende onderwerpen over de relatie van mens en natuur aan bod komen. Daarbij mijdt Jongstra zoals hij zelf zegt de gebaande paden; liever houdt hij zich bezig met half vergeten schrijvers, dichters en denkers, bevreemdende natuurliefhebbers, onbekende geschriften, bizar lijkende denkbeelden en onwaarschijnlijke gebeurtenissen.

En zo maken we kennis met een grasetende man, leren we over de blotehoveniersbeweging, lezen we het verhaal van de priester die al prekend dodelijk getroffen werd door de bliksem, en volgen we de auteur in zijn halfslachtige poging om het boomalfabet onder de knie te krijgen. Verder vraagt de auteur aandacht voor de schrijfster Boekenkrant

“No, let me here a poore Old Oake still grow;
I care not for any vaine Delights to know.
For fruitless Promises I do not care,
More Honour tis, my owne green Leaves to beare.
More Honour tis, to be in Natures dress,
Then any Shape, that Men by Art expresse”

En de eik wint het pleit! Want op het laatst legt de houthakker de bijl erbij neer:

“I’ll spare your Life, and not cut downe you Tree.”

Mooi is ook Jongstra’s herinterpretatie van de moord bij Dokkum op Bonifatius in het jaar 754. Barbaarse heidenen die een vrome bisschop die de Blijde Boodschap kwam brengen afslachtten, zoals de christelijke overlevering het wil? Nee, zo simpel ligt het niet. Wat de Friezen woedend maakte was niet die boodschap op zich maar het geweld waar een en ander mee gepaard ging: de kerstenende missionaris en zijn gevolg kwamen met bijlen, velden hun eiken en ontheiligden hun bos. Houthakker van God – dat klinkt toch anders dan martelaar voor het ware geloof. Bonifatius’ dood was niet zomaar een moord, maar kwam voort uit ecologisch verzet, aldus de conclusie van de auteur.

Niet elk stuk in dit rijke boek is even overtuigend. Jongstra’s voorliefde voor het anekdotische, het associatieve en zijn neiging om zoveel mogelijk zijpaden in te slaan: het deed deze lezer wel eens afdwalen of afhaken. In de ecologie mag de samenhang, de ‘alles is in alles’-gedachte, dan de kern zijn, het boek Ecologieën kenmerkt zich zelf door een wel erg los verband, waarvoor vooral de toevallige en soms buitenissige interesses van de auteur leidend zijn. Het heeft dan ook niet voor niets een meervoudstitel.

Misschien is grasduinend lezen dan ook de aangewezen manier om dit boek tot je te nemen. Het zou in ieder geval passend zijn voor het onderwerp en ook recht doen aan het schrijfproces waarmee het boek tot stand is gekomen. “Het ene sprietje brengt je op het andere,” zoals Jongstra het in zijn ‘methodische’ verantwoording noemt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles