"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een ander leven

Donderdag, 4 juni, 2020

Geschreven door: Rudi Meulenmans
Artikel door: Marnix Verplancke

Reis langs Engelse landhuizen en tuinen

[Recensie] Een jaar of vijf geleden trouwde Rudi Meulemans met Luc, de man waaraan hij al anderhalf decennium zijn hart had verpand. Ze gingen op huwelijksreis naar Zuid-Engeland en kwamen in Gunby Hall terecht, een pareltje dat er alleen nog staat omdat het eigendom is van de National Trust. Meer bepaald een man had het gered, las Meulemans in het gidsje dat hij aan de inkom had meegenomen, James Lees-Milne. Deze secretaris van de Trust had tijdens WO II de Britse legertop kunnen overtuigen dat de landingsbaan die net op de plek waar Gunby Hall stond zou komen misschien ook wel wat verderop kon worden aangelegd. Een mooie man, dacht Meulemans, terwijl hij de foto van Lees-Milne bekeek die discreet op een tafeltje in de hoek van de mooiste kamer stond, over hem zou hij wel wat meer willen weten.

Eens terug thuis in Brussel, ging hij op onderzoek uit en ontdekte hij dat Lees-Milne niet alleen zijn hele carrière landhuizen had gered, maar dat hij ook de auteur was van de tweedelige biografie van Harold Nicolson waar hij zo van had genoten. Dus speurde hij verder en kreeg hij een idee. In augustus 1947 maakten Lees-Milne, Nicolson en diens vrouw Vita Sackville-West een elf dagen durende reis door Zuidwest-Engeland, waarbij ze niets anders deden dan landhuizen en tuinen bezoeken en genieten van hun schoonheid. Want over een ding waren de drie het eens: dat de oorlog een einde had gemaakt aan een leven gevuld met boeken, kunst, goed eten en drinken en voldoende personeel. Voortaan zou het socialisme het overnemen en zou het land een grote supermarkt worden, waarbij schoonheid en elegantie op de schop zouden gaan. Die reis, besloot Meulemans, zou hij met zijn man overdoen. Ze zouden dezelfde plekken bezoeken, in dezelfde hotels slapen en in dezelfde restaurants eten. En als het even kon zouden ze ook dezelfde melancholie voelen. En dus vertrokken ze aan de vooravond van het Brexit-referendum opnieuw naar Engeland.

James Lees-Milne kwam uit de landelijke lower upper class, maar wou in feite een stapje hoger zetten. In Oxford, tussen de Bright Young Things waarover Evelyn Waugh, Anthony Powell en Henry Green zo flamboyant schreven, bloeide hij open. Hij reciteerde er de poëzie van Vita Sackville-West en beleefde zelfs een korte liaison met John Gielgud. Harold Nicolson stamde uit een notoire diplomatenfamilie. Het was logisch dat hij zelf ook die weg op zou gaan. En dat deed hij. Op het einde van WO I was hij bijvoorbeeld raadgever van de Britse premier Lloyd George tijdens de vredesgesprekken met Duitsland en hij had slechte voorgevoelens bij de vernedering die vooral de Fransen Duitsland wilden opleggen. Hier komt opnieuw oorlog van, schreef hij aan zijn vrouw Vita Sackville-West, met wie hij vijf jaar eerder getrouwd was, tot wanhoop van haar familie, die Harold beneden hun stand vonden. Vita behoorde immers tot de upper upper class. Ze werd geboren op Knole, een van de grootste en rijkelijkste kastelen van Engeland, dat ze na de dood van haar ouders naar haar neef zag gaan omdat ze als vrouw de titel en het bijbehorende landgoed niet kon erven. Ze werd dichteres, romancier, een opmerkelijke figuur aan de rand van de Bloomsbury Group en het hoofdpersonage in Virginia Woolfs Orlando. Want inderdaad Vita en Virginia waren jarenlang geliefden. Toen Vita en Harold in 1913 trouwden, wisten ze van elkaar dat ze wat seks betrof mensen van hun eigen geslacht verkozen, maar dat ze op intellectueel niveau elkaar nooit zouden bedriegen. En dat bleef zo, tot Vita’s dood bijna een halve eeuw later.

Met Lees-Milnes dagboeken in de hand reisden Meulemans en zijn man het drietal achterna, wat leidt tot de soms toch ietwat obligatoir aanvoelende beschrijving van een twintigtal landgoederen. Als lezer hou je er best je laptop bij, want mits even googelen krijg je die kastelen ook echt te zien, en dat helpt wel. Maar om al die stenen en bloemperken is het Meulemans uiteindelijk niet te doen. Waar hij echt naar op zoek is, is een remedie tegen de pijn veroorzaakt door de vergankelijkheid van de tijd. De autotrip van Jim, Harold en Vita, zoals hij zijn voorgangers noemt, was in feite een elf dagen durend afscheid van een wereld en een filosofie waar ook hij aan verknocht is. Waarom landhuizen beschermen terwijl zoveel mensen honger leiden, kreeg de National Trust vlak na de oorlog het verwijt. Jim, Harold en Vita vonden het ronduit domme kritiek, want die huizen toonden een verleden dat ook in de toekomst belangrijk zou zijn. Plaats daar maar eens een zak aardappelen tegenover. Alleen de schoonheid kon troost bieden.

Geschiedenis Magazine

Net zoals in zijn vorige boek, Voorbij de grenzen, waarin hij op zoek ging naar de Amerikaanse cultschrijver Glenway Wescott en die zelfs een beetje werd, merk je dat Meulemans zich ook hier sterk identificeert met zijn personages. Ook hij vindt de hedendaagse wereld teleurstellend en zoekt liever troost in de schoonheid. In het derde deel van Een ander leven, het deel ook waarin het boek zijn magistrale finale kent, wordt dit echt bijzonder precair. Nog maar pas terug uit Engeland zegt Luc immers dat hij tijdens hun trip op slag verliefd is geworden op een andere man, dat hij hem opgezocht heeft en dat hij Meulemans voor hem wil verlaten. Maandenlang lijkt niets hem nog te kunnen troosten. Omdat Luc hem verlaten heeft voor een Engelsman, is ook zijn geliefde Engeland bezoedeld. Hij kan geen Engelse boeken meer lezen en geen Engelse films meer zien, maar toch moet hij terug, voor zijn boek. En het is daar dat hij opeens een nieuw verband ziet tussen zijn personages en hemzelf. Zij schreven omdat ze hun verdriet trachtten te temmen, omdat ze geboren waren in een snel veranderende tijd die hen uitrangeerde. Net zo, beseft hij, schreef hij Een ander leven om zijn liefdesverdriet te temmen.

Eerder verschenen in Trouw