"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een dubbbelsnoer van licht

Zondag, 20 augustus, 2017

Geschreven door: Willem J. Ouweneel
Artikel door: Wolter Huttinga

De relatie tussen de christelijke kerk en het Jodendom

Recensie van Willem J. Ouweneel: Een dubbbelsnoer van licht.

De schrijver

Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) is een bekend christelijk veellezer en veelschrijver. Hij promoveerde in de biologie, de filosofie en de theologie en publiceerde ontelbare boeken, gemiddeld zo’n vier per jaar. Hij bekleedde tal van docentschappen en hoogleraarsfuncties in binnen- en buitenland, vooral aan evangelisch georiënteerde instellingen.

Thematiek

Kookboeken Nieuws

Eén van de vele thema’s die Ouweneel sinds jaar en dag bezighouden is de relatie tussen de christelijke kerk en het Jodendom. Daarover gaat dit boek. Het blijkt het derde deel in een serie te zijn waarin Ouweneel ‘snoeren’ met historisch belangwekkende personen aaneenrijgt. Na een snoer van befaamde vrouwen en beroemde componisten werkt hij deze keer een dubbelsnoer uit: steeds worden beroemde christelijke denkers gecontrasteerd met invloedrijke Joodse denkers en rabbi’s uit dezelfde periode. Op deze manier lijkt het boek impliciet een soort dialoog op gang te willen brengen die in werkelijkheid nooit heeft bestaan. Helaas, vindt Ouweneel.

Centrale stelling

Het is een erg dik boek, maar de kern van wat de auteur wil betogen kun je al vrij gauw vinden. Hij betoogt dat Jodendom en Christendom beide het ‘licht van God’ uitstralen en bewaren, maar dat ze wel allebei een blinde vlek hebben: “De blinde vlek van de Joden is Jezus, de blinde vlek van de christenen is Israël.” Het is zijn diepe overtuiging dat beiden op dat punt ooit “de schellen van de ogen zullen vallen”. Ouweneel moet vooral de christelijke voorvaderen, hoe hoog hij ze ook heeft zitten, voortdurend tot de orde roepen. De één heeft zich nog negatiever over de Joden uitgelaten dan de ander.

Taal en compositie

De opzet is aardig: portretteer christelijke denkers en zet er Joodse prominenten uit dezelfde periode naast. Maak aan de hand van dat contrast duidelijk hoe ze wel of niet contact hadden en hoe het schuurde. Een belangrijk probleem is echter: de Joden en de christenen hadden nooit contact en ze moesten vrijwel zonder uitzondering niets van elkaar hebben. Op zich pijnlijk genoeg, maar ook Ouweneel realiseert zich: “mijn verhaal begint eentonig te worden”. Het werkt dus niet echt als boek. Verder kan Ouweneel het niet laten om de hoofdstructuur van het boek volkomen te vertroebelen door de ‘portretten’ aan te vullen met ‘medaillons’ (kleinere biografische stukjes) en ‘excursen’. Hoewel zijn schrijfstijl verder aan de praterige kant is, leest het boek best lekker weg. En dat heb je wel nodig als je het einde wilt halen.

Reden om dit boek niet te lezen

Het boek is te dik en is vooral bezig met informatie over de lezer uit te storten. Ouweneel weet heel erg veel over heel erg veel en verzuimt nooit ons iets daarvan mee te delen. Daardoor is de lol er op een gegeven moment wel vanaf. Doordat het over zoveel verschillende personen gaat, boeten de portretten ook aan precisie in: “Augustinus heeft meer dan wie ook de christelijke leer in één machtige greep gevat en gesystematiseerd”. Ik denk niet dat kenners van Augustinus de kerkvader hier erg in herkennen.

Reden om dit boek wel te lezen

Dit was mijn eerste Ouweneel, maar, zoals gezegd, was dit bepaald niet Ouweneels eerste. Die veelschrijverij van hem maakte me vooraf nogal wantrouwend: hoe goed kan zo’n boek zijn als het deel uitmaakt van een onstuitbare schrijfdrift die voor hem op hetzelfde vlak ligt als ademen en spijs verteren? Ik moet zeggen dat het me al met al niet tegenviel. Door de bladzijden ploegend raakte ik gefascineerd door het onderwerp en de denkers die hij bespreekt en waarvan ik vooral aan Joodse zijde een heleboel niet kende. Ouweneel is een beminnelijke opa die alles weet en er mooi over kan vertellen.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur: