"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het spel meespelen

Vrijdag, 4 juni, 2021

Geschreven door: Joan Didion
Artikel door: Nico Voskamp

Een generatie onderweg naar nergens

[Recensie] Het waren de hippies, de beatniks en de dromers die na de Tweede Wereldoorlog weer een beetje idealen koesterden van een vredige wereld. Niet dat ze die over het algemeen omzetten in daden; in de vroege zestiger jaren was het makkelijker om daarvan te dromen, niet zelden geholpen door geestverruimende middelen. Een golf van ongewassen beatniks trok door Afghanistan of Tibet ter bezinning en bouwde weer thuis hun eigen communes. Alles werd beter. Ooit, weet je wel.

De late jaren zestig stelden dat beeld van een gelukzalig ideaal een beetje bij. Leven van de lucht was toch lastig, bloemenkransen vlechten zorgde niet voor een loonstrookje. Het leven was weerbarstiger dan het leek, het viel eigenlijk in sommige gevallen zelfs een beetje hoe zeg je dat, tegen. Over die tijd gaat dit boek van Joan Didion, in Amerika, over Maria en Carter.

Die twee hebben een wat gecompliceerde relatie. Zij is een vastgelopen filmster. Een paar succesvolle films gehad, wat geld op de bank, leuk huis, zwembad – ze hoeft er alleen maar wat plezier aan te beleven. Dat is een probleem. Maria heeft geen doel meer in het leven. Ze wordt niet meer gevraagd voor filmrollen, mensen kennen haar van horen zeggen maar ze is ook weer niet zó beroemd dat ze voor rode lopers wordt uitgenodigd, en ze heeft Carter.

Carter is ook succesvol – als filmproducent. Het verschil tussen hem en Maria is dat hij nog wél volop aan het werk is. Hij heeft connecties, maakt nieuwe films, is een graag geziene gast op de party’s. Ooit waren Maria en hij minnaars. Maar nu niet meer. Ze probeert wel weer wat gevoelens voor hem te krijgen, maar ja.

Foodlog

“De eerste nacht in de drukkende hitte van het motel in de woestijn keerde Carter Maria zijn rug toe zonder iets te zeggen. De tweede nacht stond hij op en ging in het bed in de andere kamer liggen.
‘Wat is er,’ zei Maria, die in het donker in de deuropening stond.
‘Het gaat niet beter.’
‘Hoe weet je dat?’
Hij zei niets.
‘We hebben het niet eens geprobeerd.’
‘Jij wil het niet.’
‘Wel waar.’
‘Nee,’ zei hij. ‘Je wil niet.’
Maria draaide zich om. Daarna ging zij of Carter meestal in de andere kamer slapen. Soms zei hij dat hij moe was, en soms zei zij dat ze wilde lezen, en soms zei niemand iets.”

Deze tekst zegt het wel: het leeft niet meer. In een zelfgeschapen perpetuum mobile van lethargie, pillen en drank brengt Maria haar dagen door. Joan Didion vat de uitzichtloosheid van Maria trefzeker in haar constante verwarring, bedwelming (pillen, drank) en kleine oplevingen met opvlammende hoop die echter al snel weer de bodem wordt ingeslagen. Om iets te doen te hebben, doodt ze de tijd bijna elke dag met honderden kilometers autorijden door de Mojavewoestijn en af en toe een pauze voor een koude cola.

Een ontmoedigend boek dat de duistere kanten van het schijnbaar maakbare leven van The American Dream laat zien. Didion schreef een confronterend en rauw verhaal over de fundamentele onmaakbaarheid van het bestaan. Prima geschikt op herfstavonden met veel vallende blaadjes – met niet te veel drank erbij.

Ook verschenen op Nico’s recensies

Boeken van deze Auteur:

Het spel meespelen

Het jaar van magisch denken