"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een land zonder grenzen

Dinsdag, 16 april, 2019

Geschreven door: Nir Baram
Artikel door: Jos van Dijk

Verslag van een uitzichtloos conflict

[Recensie] Voor het verslag van een reis door Israël en de bezette gebieden is Land zonder grenzen een intrigerende titel. Nergens vinden we zulke zwaar bewaakte grenzen en absurde grenscontroles. Toch probeert Nir Baram één land te zien met twee bevolkingsgroepen die elkaar in zijn ogen uiteindelijk toch een keer zullen moeten zien te vinden. Hij bezocht als journalist van de Israëlische krant Haäretz in 2014 Joodse nederzettingen in bezet gebied, orthodox-religieuze scholen, Palestijnse vluchtelingenkampen, dorpen en stadswijken die ingesloten zijn door de muur, de Tempelberg en het verdeelde Jeruzalem. Baram kwam tot schokkende ontdekkingen die wij niet langer kunnen negeren.

In Israël heerst inzake het Israëlisch-Palestijnse conflict grote onverschilligheid. Veel mensen geloven niet meer in een oplossing. “Het lijkt alsof alles al gezegd is.” De muur tussen Israël en de bezette gebieden symboliseert de situatie die in de afgelopen twintig jaar is gegroeid: de Palestijnen zitten gevangen in een versnipperd gebied zonder enige bewegingsvrijheid, er is geen enkel contact meer en het geweld lijkt nooit op te houden. Nir Baram legt zich daar niet bij neer en gaat bij Joden en Palestijnen op bezoek om van beide kanten te horen hoe zij de huidige situatie beoordelen en wat ze van de toekomst verwachten.

Nir Baram (1976) komt uit een politieke familie. Zijn vader en grootvader waren minister in de Israëlische regering voor de Arbeidspartij. Hij heeft eerder al vijf romans geschreven, waaronder Goede Mensen, over collaboratie in nazi-Duitsland en Sovjet-Rusland, en Wereldschaduw over globalisering en idealisme in de huidige tijd. Een land zonder grenzen is hoogstaande journalistiek. Baram beschrijft de pijnlijke realiteit van een – zoals het er nu voor staat – uitzichtloos conflict. Zijn observaties veranderen alle verhalen van politici in Europa over een ‘vredesproces’ waarin twee conflicterende partijen worden opgeroepen de wapens neer te leggen in illusoire prietpraat. Ze laten ook zien dat de afstandelijkheid van het westen ten opzichte van het conflict en de voortgaande steun aan Israël de huidige situatie alleen maar bestendigt en de uitzichtloosheid verlengt.

Hoe denkt men aan de basis over de toekomst?

Wat wij hier over het algemeen horen, dat zijn de stemmen van Israëlische en Palestijnse politici en westerse diplomaten. Nir Baram laat geen politici aan het woord, maar kolonisten, studenten van jeshiva’s, de orthodox-joodse religieuze scholen, Palestijnse boeren, studenten en handelaren. En hij beschrijft wat hij ziet op de West-Bank, in een Palestijnse ghetto bij Jeruzalem en een kibboets aan de grens met de Gazastrook. Je zou wensen dat elke politicus die zich uitspreekt over het conflict kennis neemt van zijn verhaal en wat de mensen die hij op zijn reis ontmoet hem hebben verteld.

Boekenkrant

Zoals het verhaal van de Joodse kolonist die in de jaren negentig een van de omstreden buitenposten heeft gesticht. Hij zat samen met zijn vrouw in het huis van haar ouders, in een nederzetting vlak bij Karnee Sjomron en zei tegen haar dat hij zin had om een daad te stellen. Als hij dat echt meende, reageerde ze, dan wilde ze een nederzetting, precies daar – en ze wees naar het stuk dat door het raam te zien was. Hij besloot haar verzoek in te willigen. Er was daar alleen maar grond, verder helemaal niets, zelfs geen weg. Ze zetten er een tent op en woonden er bijna alleen (…) “Als we dat niet hadden gedaan, hadden de Arabieren dat land in bezit genomen. Ik heb er zelfs schapen geteelt om zo veel mogelijk grond in beheer te krijgen.”‘ (p. 45-46).

Nog nooit een Jood gezien

Palestijnen bestaan niet en de meeste Joden houden zich dus ook niet met hen bezig, althans zo lang ze het hen niet lastig maken. De studenten van de jeshiva zijn eigenlijk alleen bezig met de interpretatie van hun heilige boeken en de vele godsdienstige stromingen die daaruit voortkomen. Ze hebben nauwelijks meningen over het politieke conflict waar ze middenin zitten. Een jongen zegt dat hij geen geweld wil gebruiken. “Maar Arabieren moeten begrijpen dat ik de overheerser ben. Als er iemand bang moet zijn hier, dan kan dat maar beter de Arabier zijn.” (p. 135). Palestijnen op hun beurt kunnen niet om de Joden heen. Ze weten meer van Joden en hun geloof dan andersom. Mannen die jarenlang gevangen hebben gezeten in Israël melden dat ze Hebreeuws hebben geleerd en boeken hebben gelezen van Joodse geleerden. Maar Nir Baram ontmoet ook jongeren die nog nooit een Jood hebben gezien, zoals er ook vele Joodse jongeren in Israël zijn die nog nooit een Palestijn hebben gezien. Het verschil is dat Israëli’s onverschillig zijn en Palestijnen wanhopig, zegt een van zijn gesprekspartners. Met alle gevolgen van dien.

Twee staten, één thuisland

Nir Baram beschrijft wat hij ziet en wat zijn gesprekspartners zeggen koel en zakelijk. Af en toe gaat hij ook met hen in discussie. Maar Baram gaat verder dan andere linkse Israëlische schrijvers zoals Grossman en Oz. Hij gaat daadwerkelijk over de grens als lid van een gemengde Israëlisch-Palestijnse werkgroep, ‘Twee staten, één thuisland’, die het plan heeft gelanceerd van een confederatie van twee naties waarvan de burgers volledige bewegingsvrijheid hebben in het gehele gebied. ‘We zien de ruimte tussen de Jordaan en de zee als een gemeenschappelijk thuisland van beide volken, die op alle vlakken met elkaar verbonden zijn in het historische geheugen en hun religie. Binnen dit thuisland verwerkelijken twee volken hun nationale ambities door middel van twee onafhankelijke soevereine staten met erkende grenzen, gebaseerd op de grenzen van 4 juni 1967.’ Die grenzen zijn open, er is vrije verkeer voor burgers van beide landen en zij mogen binnen die ruimte ook hun eigen woonplaats kiezen. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen Joden en Palestijnen. Niemand wordt zijn huis uit gezet.

Het is een poging een nieuwe politieke middenweg te vinden tussen het  twee statenplan, dat volgens velen ten dode is opgeschreven, en de eenheidsstaat onder Joods bestuur waarin Palestijnen blijvend worden onderdrukt, een perspectief dat inmiddels aan realiteit begint te winnen. Maar elke oplossing zal volgens Baram ook een acceptabele verwerking van het verleden moeten inhouden. Het is ook in 2016 niet mogelijk tot enige overeenstemming te komen als de gebeurtenissen in 1948, waarbij de Palestijnen uit huis en haard werden verdreven, worden genegeerd. Het is niet alleen de holocaust die dit conflict tot het moeilijkste maakt van wat we de afgelopen decennia hebben meegemaakt.

Eerder verschenen op Sargasso