"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een nieuwe naam

Vrijdag, 25 februari, 2022

Geschreven door: Jon Fosse
Artikel door: Elisabeth Francet

Woordeloze essentie

[Recensie] In zijn huis in Dylgja ziet Asle zichzelf opnieuw staan kijken naar het schilderij met de twee strepen die elkaar kruisen, een bruine en een lila. Waar ze elkaar kruisen, lichten de zich vermengende kleuren mooi op. Voor het eerst sinds jaren vergaat Asle de zin, de noodzaak om te schilderen. Hij zit voor het raam en kijkt naar de zee. Misschien moet hij toch maar ingaan op Åsleiks uitnodiging om samen kerst te vieren bij diens zus Guro. Anders blijft hij toch maar in bed liggen, alleen met Brage en zijn gedachten aan Ales, die er al jaren niet meer is. Enkele dagen eerder ontfermde Asle zich over Brage, de hond van de andere Asle (die hij ‘zijn Naam’ noemt), nadat die met een delirium tremens in de sneeuw ten val was gekomen en onderkoeld raakte. Sindsdien ligt zijn Naam in het ziekenhuis in Bjørgvin (Bergen). Asle mag hem niet bezoeken. In het ziekenhuis wimpelen ze hem af. Asle verlangt nu alleen nog naar stilte: dat de stilte als sneeuw op hem neerdaalt en hem bedekt.

Voor wie de vorige delen van de septologie van Jon Fosse las (Een nieuwe naam – Septologie VI-VII een feest van herkenning. Wie nog onbekend is met Fosses magnum opus, krijgt de mogelijkheid om (los van de andere delen) via dit sluitstuk rechtstreeks in het verhaal te stappen en alsnog kennis te maken met de kunstenaar Asle, zijn Naam, hun schilderijen, geliefden en omgeving. Ter recapitulatie dan wel ter introductie, schetst Fosse bij aanvang de hoofdlijnen van het verhaal. Door zijn trage, repetitieve manier van schrijven gunt deze auteur de lezer sowieso alle tijd om elk beeld rustig te observeren, de sobere taal op te nemen en het bedwelmende samenspel tussen beide te herkauwen.

Het is adventstijd. De tijd van lutefisk en pinnekjot, gerechten waarop Asle en zijn buurman Åsleik dol zijn. Enkele dagen geleden nog bracht Asle zijn schilderijen naar Galerie Beyer in Bjørgvin. Nu gelooft hij er niet meer in. Hij is moe. Wanneer Asle ’s nachts wakker wordt, is het alsof zijn geliefde Ales nog steeds naast hem in bed ligt. Dan neemt hij zijn rozenkrans, slaat een kruis en bidt langdurig tot God. Dankzij Ales en de geschriften van Meister Eckhart bekeerde Asle zich tot het katholieke geloof. Toch bracht hem dat niet nader tot God. De Heilige Geest ziet hij als scheppingskracht en als het verbindende element tussen God en de mens, lichaam en ziel, maar ook – toen de dood zijn wereld binnentrad – als breuklijn tussen God en hemzelf.

Nog voor hij de Middelbare School had afgewerkt, werd Asle toegelaten op de Kunstschool in Bjørgvin. Diezelfde dag ontmoette hij Ales, kregen ze verkering en beloofden ze elkaar eeuwige trouw. Om het even welk beeld uit zijn herinnering kan Asle zo oproepen en schilderen. Lange tijd moest hij schilderen om een teveel aan beelden kwijt te raken. Nu hij omringd is door de dood, kan hij alleen nog pijn, verdriet en verlangen schilderen. Asles rouw reikt ver en diep. Alleen in het geloof en in beelden vindt hij genade. In woorden gelooft hij niet. Er moet een bepaalde eenheid van vorm en inhoud zijn. In een goed schilderij vallen vorm en inhoud samen. Een goed schilderij maken is voor Asle zowel gebed als biecht als boetedoening.

Boekenkrant

Zoals ieder jaar, zou Åsleik ook nu weer een schilderij van Asle uitkiezen als cadeau voor zijn Zus, die dezelfde Naam draagt als zij die op Brage paste, de nacht dat Asle de andere Asle bewusteloos in de sneeuw aantrof. De twee Guro’s lijken als twee druppels water op elkaar. Asle kan ze zo uit het hoofd schilderen. Asles Naam – de andere Asle – is (eveneens) zowat een exacte kopie van hemzelf, met zijn zwartfluwelen jasje, zijn bruine schoudertas en het lange haar samengebonden in een staartje. Zijn Naam schildert ook en frequenteerde als student dezelfde cafés als Asle. Beiden raakten aan de drank. De ene Asle trouwde met Ales, die hem van de drank afhielp. De andere Asle trouwde met Liv. Ze kregen een kind. Toen kwam Siv in Asles leven en ondernam Liv een zelfmoordpoging. In zijn herinnering ziet Asle zijn Naam staan, met in zijn armen het kind en op de grond voor hem een huilende vrouw. Tevergeefs probeert hij die beelden weg te schilderen. Mogelijk lijkt dit complex en gezocht, maar dat is het allerminst. Fosse beschrijft, herhaalt, verbeeldt, schildert als een volleerd kunstenaar, in die mate dat de constructie volkomen harmonieus oogt.

Asle had meteen succes als schilder toen hij aan de Kunstschool begon. Alle schilderijen van zijn debuuttentoonstelling bij Beyer waren meteen verkocht. Ales studeerde kunstgeschiedenis en ging iconen schilderen. Fosses septologie wemelt van de iconische beelden. Wanneer Asle iets schildert, verandert hij het beeld in zekere zin in iets van hemzelf. Ziet hij zichzelf op die manier in andere tijden en gedaanten? Is zijn kunst een vorm van bezwering? Fosses repetitieve woordkeuze, in doorlopende tekst zonder interpunctie, geeft de telkens terugkerende beelden een bijna mythische kracht. Zo is er de speelplaats in de sneeuw, waar Asle in zijn herinnering de schommel duwt waarop Ales zit. De twee Asles samen vormen eveneens een iconische figuur: altijd in hetzelfde zwartfluwelen jasje, met hun bruine schoudertas, het haar in een kleine paardenstaart bijeengebonden.

Fosse laat zijn personages de schaarse woorden die ze uitspreken een, twee, drie maal herhalen, alsof het bijbehorende beeld pas dan tot hen doordringt. In hun moeizame gesprekken vallen lange stiltes en zelden zijn de personages in beweging; meestal staan ze stil of kijken ze om. Ornamenten en loze woorden zijn in Fosses werk onbestaand. Zijn universum contrasteert dan ook sterk met onze hedendaagse, razendsnelle wereld, waar nauwelijks plaats is voor stilte, traagheid, afstand en diepgang.

Met dit imposante sluitstuk van zijn septologie, dringt Fosse andermaal door tot de woordeloze essentie van zowel het leven als de kunst, die elkaar in het hoofd van de kunstenaar voortdurend overlappen en doorkruisen. Het leven van de jonge en de oude Asle vermengt zich met het leven van zijn Naam, eveneens de oude en de jonge, net zoals de twee strepen op het doek, waaraan Asle niet meer wil werken. Het kruis is voor hem het symbool van de paradox, het geloof een niet met het verstand te vatten contradictie.

Asle bidt, maar weet niet meer tot wie en waarom. Hij wil zijn verlangen een gebed laten worden. De dag voor kerstavond besluit hij alsnog naar Bjørgvin te rijden om de rest van zijn werk bij Beyer af te leveren en zijn Naam te bezoeken. Het wordt een dag van overgave: alles zal één worden. Door Asle afstand te laten nemen van al wat overbodig is in het leven en de kunst, zuivert Fosse als het ware ook zijn eigen werk. Hij vereenvoudigt de septologie met dit sluitstuk tot één enkel puur beeld.

Eerder verschenen op Geen dag zonder boek

Boeken van deze Auteur:

Een schitterend wit

Een nieuwe naam

Ik is een ander

Melancholie II

Melancholie I

De andere naam