"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een plek om lief te hebben

Woensdag, 5 september, 2018

Geschreven door: Mariëtte Wolf
Artikel door: Joris Oddens

Geschiedenis van Carré

[Signalering] Geen ‘anekdotisch hallelujaverhaal’ maar een ‘onafhankelijke cultuurhistorische studie’ had Mariëtte Wolf voor ogen toen zij begon aan een jubileumboek ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Koninklijk Theater Carré. Een hallelujaverhaal is het toch een beetje geworden, maar dat valt de auteur nauwelijks aan te rekenen. Het is moeilijk je niet te laten meeslepen door de euforische krantencommentaren die door de jaren heen zijn verschenen nadat artiesten aan de Amstel hun grootste triomfen vierden: eerst het circus van oprichter Oscar Carré, later het variététheater van Frits van Haarlem, de revue’s met Johan Buziau en Heintje Davids, de onemanshows van Toon Hermans en Freek de Jonge, en hitmusicals als Cats en Les Misérables.

Wolf maakt de lezer deelgenoot van deze successen, maar richt de schijnwerpers ook op crisismomenten, waarop het spektakel vooral te vinden was in de coulissen. Een bonte stoet ruziënde directeuren en commissarissen passeert de revue, maar zij staan allen in de schaduw van Reinder Zwolsman. Zijn concern krijgt in de jaren zestig Carré in handen en dreigt het theater met de grond gelijk te maken. Na jarenlange onderhandelingen wordt dit lot afgewend door een overname van de gemeente. Inmiddels verkeert Carré door cultuurbezuinigingen en hevige concurrentie wederom in zwaar weer. Dit met verve geschreven jubileumboek geeft de nieuwe directie een argument in handen in haar strijd tegen de teloorgang van het beroemdste theater van Nederland.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Schrijven Magazine