"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een politiek van de vijandschap

Zondag, 10 maart, 2019

Geschreven door: Achille Mbembe
Artikel door: Jos van Dijk

Het vreemde is de vijand

Waarom beslist de toevallige plek waar we geboren zijn zo definitief waar we recht op hebben? Een nieuw boek over het koloniale verleden van het westen en de hedendaagse consequenties daarvan.

[Recensie] Achille Mbembe (1957) is een politiek filosoof uit Kameroen. Hij is opgeleid aan de Sorbonne en nu als docent geschiedenis en filosofie werkzaam in Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Zijn boek Kritiek van de zwarte rede is een bijdrage aan het debat over racisme, slavernij en het koloniale verleden van westerse landen. Mbembe plaatst zichzelf in de traditie van Frantz Fanon, wiens Verworpenen der aarde in de jaren zestig en zeventig populair was in de Derde Wereldbeweging. Mbembes boek werd twee jaar [2015/red.] geleden wisselend ontvangen. Hij schreef “een pijnlijk precieze deconstructie van het rassenbesef” volgens Peter Vermaas in de NRC. Carel Peeters in VN geloofde niet in zijn oproep tot verzoening: “hij stort bakken onverzoenlijk verwijt uit over Europa”.

Een politiek van vijandschap is het nieuwste boek van Mbembe. Nu verbindt hij het oorspronkelijke geweld van de koloniale machten aan actuele conflicten in de westerse samenleving, het terrorisme en de migratiecrisis.

Wij en zij

De kerngedachte in Mbembes filosofie betreft de wegkwijnende universaliteit van waarden, normen, onderling respect. Politiek ontaardt in wat de omstreden Duitse filosoof Carl Schmitt zag als eerste opgave: het onderscheid tussen ons en onze tegenstanders. Scheiding en afscheiding tussen de eigen groep, de – superieure – soortgelijken, en de anderen, de vijanden “die het op ons gemunt hebben” zien we in de geschiedenis van het kolonialisme evenzeer als in die van het fascisme en nazisme. Met de concentratie- en vernietigingskampen als uiterste consequentie. Afstanden tussen groepen werden gemaximaliseerd om de onverschilligheid ten aanzien van het geweld en de onderdrukking door de veroveraars, de bezetters en de dictaturen te bevorderen.

…zoals de liberale democratieën het nog niet zo lang geleden nodig hadden de mensheid op te splitsen in meesters en slaven, hangt hun overleven in onze tijd af van het opsplitsen van de mensheid in een kring van soortgelijken en niet-soortgelijken, ofwel vrienden en ‘bondgenoten’ en vijanden van de beschaving. Zonder vijanden kunnen ze zichzelf maar moeilijk overeind houden. Of dergelijke vijanden in feite al of niet bestaan, doet er weinig toe. Het is voldoende dat ze worden gecreëerd, gevonden, ontmaskerd en aan het licht gebracht.” (p.80)

Uitzonderingstoestand

De veiligheids- of controlestaat die de liberale democratieën hebben ontwikkeld doet volgens Mbembe afbreuk aan de democratie. Steeds vaker wordt een beroep gedaan op een uitzonderingstoestand waarin mensenrechten worden genegeerd als het om anderen, ‘vijanden’, gaat. Internationale wetgeving gebaseerd op universele mensenrechten staat onder druk. Het doet denken aan de praktijk van het kolonialisme waarin de ‘inboorlingen’ geen beroep konden doen op rechten die hun ‘meesters’ hadden. In feite stonden ze buiten de wet en konden ze zonder restricties met alle geweld gedisciplineerd en onderworpen worden. Wat in koloniale tijden gold, geldt nog steeds, waarschuwt Mbembe:

“Men kan niet het thuis tot ‘beschermd gebied’ verklaren en intussen ver weg, bij de ander, chaos en dood aanwakkeren. Vroeg of laat zal thuis worden geoogst wat in den vreemde is gezaaid.’”(p.62)

Zoektocht

Mbembe’s boek is bepaald niet gemakkelijk. Ik heb het lezen ervaren als een zoektocht door een ondoorgrondelijk woud van abstracte filosofische beschouwingen, met verwijzingen naar Franse denkers zoals Foucault en Bataille, afgewisseld met regelmatig verrassend heldere inzichten. Niet alleen over het kolonialisme en de apartheidspolitiek maar ook over de politiek van Israël in de bezette gebieden. Daar is de ruimtelijke en wettelijke afscheiding tussen mensen tot in het absurde doorgevoerd. Veel verder dan tijdens het apartheidsbewind in Zuid-Afrika, meent Mbembe.

“Aangezien de verstrengeling van de verschillende raciale segmenten de regel was geworden kon de dialectiek van nabijheid, afstand en controle nooit de ongekende hoogte bereiken die in het geval van Palestina nu is waar te nemen.”(p. 69)

Schuldcomplex

Een politiek van vijandschap is een belangrijke bijdrage aan het politieke debat waarin heden en verleden op een originele en scherpzinnige manier aan elkaar zijn verbonden. Het is wel buitengewoon jammer dat Mbembe zijn betoog niet wat toegankelijker heeft gemaakt voor het grote publiek. Delen van zijn beschouwingen vond ik niet alleen abstract maar soms zelfs volstrekt duister en raadselachtig. Met wat meer moeite kun je het ook wel eenvoudiger verwoorden, lijkt mij. Anderzijds vind ik het ook wat slordig als hij ‘de liberale democratieën’ als mensen opvoert met eigen gedachten, een eigen wil en (‘haat-‘)gevoelens. Zijn stelling dat “de democratie de kolonie in zich draagt” is op z’n minst discutabel. Het kolonialisme was een zaak van elites binnen nauwelijks gedemocratiseerde samenlevingen. De anti-koloniale beweging heeft sinds de 19e eeuw daarbij een belangrijke rol gespeeld, eerst bij de afschaffing van de slavernij en later in het dekolonisatieproces. Mbembe moet nu niet iedereen in het westen een schuldcomplex aanpraten. Dat kan er toe leiden dat lezers zijn waardevolle inzichten voor reflectie op hedendaagse politieke conflicten ook gemakkelijker terzijde leggen. En dat zou jammer zijn.

Eerder verschenen op Sargasso