"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een politiek van vijandschap

Zondag, 17 november, 2019

Geschreven door: Achille Mbembe
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Buiten de democratie lopen de levende doden

De schrijver
[Recensie] Filosoof en politiek theoreticus Achille Mbembe (Kameroen, 1957) heeft veel geschreven over geschiedenis en politiek van Afrika en staat bekend als post-koloniaal denker. Hij werd bij een breder publiek bekend door zijn Kritiek van de zwarte rede. Mbembe promoveerde aan de Sorbonne in Parijs en werkt aan universiteiten over de hele wereld, waaronder die van Yale en Berkeley. Tegenwoordig is hij verbonden aan de Universiteit van Johannesburg.

Waar gaat het boek over?
We hebben filosofen nodig die zich buigen over racisme in westerse democratieën. Veel problemen in onze hedendaagse wereld zijn terug te voeren op koloniale verhoudingen, aldus Mbembe. “In de koloniale samenlevingen had medelijden geen woonplaats meer”. Dat gebrek aan medelijden, die harteloosheid was het gevolg van één cruciaal onderscheid, dat tussen ‘ons’ en ‘hen’, de rechteloze ‘ander’ die Mbembe zonder aarzeling ‘de Neger’ noemt. Dit onderscheid ziet Mbembe terug bij westerse democratieën. Zij hebben grote behoefte aan een vijand. In contrast met die vijand kunnen zij zichzelf profileren als vredelievende samenlevingen met een zuivere vorm van politiek. Zij herinneren zich bij voorkeur niets meer van hun verleden, schrijft Mbembe, “vooral hun eigen misdrijven en wandaden niet”. Buiten de democratie lopen de ‘levende doden’, mensen zonder uitzicht op een beter leven, in vluchtelingenkampen en oorlogsgebieden. Zij bedreigen de democratie, net als de terroristen. Daarom verlenen democratieën zichzelf het recht om deze vijanden van de democratie te doden. Mbembe noemt dat necropolitiek.
Een belangrijke figuur in Mbembes betoog is psychoanalyticus Frantz Fanon (1925-1961), die als cultuurcriticus steeds heeft gewezen op de irrationele onderstroom van kolonialisme en racisme. Wat gebeurt er als een zwarte en een blanke elkaar ontmoeten? Tussen hen in staat de mythe van de neger, zegt Fanon, die door Mbembe voornamelijk met instemming wordt geciteerd. En die mythe is er een van angst en afgrijzen. Waardoor er geen ontmoeting is tussen twee mensen, maar tussen een witte man of vrouw en zijn eigen angsten.

Intrigerende zin
“Elke aanslag die een paar mensen het leven kost, geeft automatisch het recht op rouw op commando.”

Redenen om dit boek niet te lezen
De eerste zin luidt: “Een boek in handen hebben is één ding, weten wat je ermee aan moet is nog iets anders”. Daarmee verwoordt Mbembe het probleem. Hij heeft een boek willen schrijven dat geladen is met energie, want zijn onderwerpen gedijen niet bij een fluweelzachte aanpak, vindt hij. Hij nodigt de lezer uit om erin rond te struinen, en naar believen in en uit de tekst te stappen. Maar rondstruinen doe je voor je plezier! Helaas is Mbembes stijl net zo zwaar als zijn thematiek, ook al omdat hij gebruikmaakt van psychoanalytische begrippen die je eerst moet accepteren voordat je kunt begrijpen welke inzichten eruit kunnen volgen. Accepteer je dat vocabulaire niet, dan lees je veel algemeenheden zonder concrete onderbouwing. Zoals: “Sprekend over ‘de mensheid in haar geheel’ moeten we ook erkennen, dat deze nu in haar verbrokkeling op een dodenmasker lijkt”.
Met grote armzwaaien bespreekt Mbembe de oorlog, de plantage, de kolonie, de haat. Door al die associaties in de breedte, verliest hij scherpte.

Boekenkrant

Redenen om dit boek wel te lezen
We hebben filosofen nodig die zich buigen over racisme in westerse democratieën, over de gevolgen van neokolonialisme en over de nietsontziende manier waarop mensen uit niet-westerse samenlevingen het recht op een veilig leven wordt ontzegd. Mbembe vindt het verband tussen deze onderwerpen onontkoombaar. Interessant is ook zijn losjes geformuleerde ‘ethiek van de passant’. Die definieert mensen in de eerste plaats als reiziger, altijd op weg en niet gebonden aan afkomst of nationaliteit. Passanten houden altijd een zekere afstand tot de plek waar ze verblijven, maar tonen zich er ook verantwoordelijk voor.

Eerder verschenen in Trouw en op Tanny Dobbelaar.

Zie eveneens de recensies geschreven door Jos van Dijk en Arnold Heumakers.