"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een prachtig leven: Hoe vind je zin in je bestaan?

Zondag, 18 april, 2021

Geschreven door: Frank Martela
Artikel door: Lenna Bartens

Een psychologisch antwoord op een filosofische vraag

Velen van ons komen op een moment in ons leven in een existentiële crisis terecht. In die door wanhoop gekleurde momenten vragen we ons af waar we het allemaal eigenlijk voor doen: wat is de zin van het leven? Frank Martela onderzoekt de herkomst van die vraag en geeft er vervolgens een antwoord op in zijn boek Een prachtig leven: hoe vind je de zin in je bestaan?

[Recensie] De opzet van het boek is helder: eerst legt Martela uit waarom wij de vraag naar de zin van het leven überhaupt stellen, daarna analyseert hij de herkomst van de vraag en ten slotte komt hij met een antwoord. Dit antwoord is meteen een belofte aan de lezer en de intentie van het boek: het verschaffen van inzichten die iedereen, ongeacht iemands culturele achtergrond, kan toepassen en de weg zullen wijzen “naar een vervullender en zinvoller leven”.

Gelukkig Fin

Martela is Fin en daarmee inwoner van het gelukkigste land ter wereld, als je het onderzoek van het World Happiness Report mag geloven. Verder is hij zowel filosoof als onderzoeker in de psychologie, gespecialiseerd in de vraag naar de zin van het leven. Een prachtig leven is dan ook interdisciplinair.

Pf

Mensen zijn in staat tot reflectie. Dit heeft ons veel gebracht maar het is tegelijkertijd een mentale vloek: we nemen niet zoals dieren genoegen met instinctieve doelen (enkel het overleven), maar zoeken altijd naar rechtvaardiging van gebeurtenissen en handelingen. Hierin ligt volgens Martela ook de oorsprong van onze behoefte aan zingeving. Onze zingevingsdrang komt voort uit onze neiging tot reflectie: reflecterend op ons leven zoeken we naar een overkoepelende zin die achter alle gebeurtenissen schuilt. Martela gebruikt het concept van het absurde, de ervaring dat het leven zinloos is, als uitgangspunt. Volgens hem zijn er bepaalde filosofen (die hij niet verder identificeert) die het absurde aannemen als “sombere existentiële waarheid”. Hiertegenover zet Martela de bevindingen uit de psychologie waaruit blijkt dat mensen het leven als zinvol ervaren. Het onderzoek van Gallup bijvoorbeeld, dat 14.000 mensen uit 132 landen vroeg “of hun leven een belangrijk doel of zin heeft”, toont aan dat het merendeel, 91% van de ondervraagden, die vraag instemmend beantwoordt.

Genealogie van het zin-vraagstuk

Vervolgens schakelt Martela over naar de historie van de zingevingsvraag. Tijdens het grootste deel van de geschiedenis had de mens volgens Martela helemaal geen reden om deze vraag te stellen, omdat ze niet twijfelde aan het antwoord op deze vraag. Dit illustreert Martela met een voorbeeld: de vraag “Geloof je in elektriciteit?” is voor ons als de vraag naar zingeving voor Europeanen van vijfhonderd jaar geleden. Men had een mystiek wereldbeeld: het bestaan van God en geesten was een zekerheid. Aristoteles en Thomas van Aquino stelden wel de vraag wát ons doel was, maar dát er een doel was betwijfelden zij nooit. We hebben de zingevingsvraag te danken aan de verlichting en de verandering van een mystiek naar een wetenschappelijk wereldbeeld. Thomas Carlyle heeft de vroegste formulering van de vraag op zijn naam staan in zijn boek Sartor Resartus uit 1833. Met het wetenschappelijke wereldbeeld kwam namelijk het besef dat de mens enkel een verbinding van moleculen is zonder inherent doel, nut of waarde. Dit inzicht bracht de mogelijkheid dat wij helemaal geen opgelegd doel hebben, zoals al die eeuwen ervoor was gedacht, en dit hield veel denkers en filosofen vanaf die tijd bezig. Vervolgens voegde de romantiek een invloedrijk idee toe aan de vraag: wie waarachtig wil leven moet zijn leven in hoge mate als zinvol ervaren.

Martela’s antwoord

Uiteindelijk zoekt Martela het antwoord op de vraag door te stellen dat de vraag zelf verkeerd is. We moeten ons niet afvragen wat de zin is ván het leven, maar wat de zin is ín het leven. De vraag moet volgens hem dus gesteld worden vanuit onszelf: hoe kunnen wij ons leven als zinvol ervaren? Nu verlaat Martela de filosofie en gaat hij te rade bij de psychologie om ons een waardensysteem te bieden van waaruit we onze zingeving het best kunnen ervaren. Dit waardensysteem is universeel omdat het uitgaat van de wezenlijke menselijke conditie. Gebaseerd op de zelfbeschikkingstheorie van Edward Deci en Richard Ryan zijn er drie psychologische basisbehoeften die ieder mens heeft: autonomie, competentie en verbondenheid. Martela voegt hier een vierde waarde aan toe: welwillendheid. Vervolgens beargumenteert hij waarom deze waarden belangrijk zijn en geeft hij concrete aanwijzingen hoe je deze waarden kan maximaliseren in je leven om zo de ervaring van zinvolheid te beleven.

En de filosofie dan?

Wat ik mij afvraag is waarom Martela het antwoord zoekt in de psychologie. Heeft de filosofie niets te zeggen over zingeving? Zeker wel. Martela heeft een enge opvatting van zin. Volgens hem moeten we de vraag wat de zin is van het leven herformuleren naar wat de zin is in het leven. Een betere formulering zou zijn dat hij de vraag “wat is de zin in míjn leven” beantwoordt. De vraag naar de zin van het leven hoeft namelijk helemaal niet alleen te slaan op individuele levens: het kan ook een vraag naar de zin van het leven van de mensheid zijn, naar al het leven op aarde of zelfs naar alles wat bestaat. Dit is een gemis, want de filosofie heeft wel degelijk antwoorden te bieden. Susan Wolf heeft bijvoorbeeld een werk geschreven genaamd Meaning in Life and Why It Matters. Volgens haar ontstaat zin “…when subjective attraction meets objective attractiveness”. Met subjectieve aantrekkingskracht bedoelt ze dat iedereen van andere dingen houdt. Het houden van iets is echter niet genoeg om zin te ervaren in je leven, je zou namelijk ook van dingen kunnen houden die slecht zijn voor jou of je omgeving. Het object van je affectie moet het dus wel waard zijn om van gehouden te worden, en ook moet de waarde daarvan buiten jezelf liggen. Dit is waar ‘objective attractiveness’ naar verwijst. Net zoals Martela richt Wolfs theorie zich ook op waarde in het leven. Ze geeft hier echter een filosofische onderbouwing voor.

Valkuil

Martela heeft een prettige schrijfstijl. Hij is humoristisch en beschrijft filosofische ideeën op een toegankelijke manier. Hij geeft bijvoorbeeld voorbeelden uit de psychologie die filosofische concepten concretiseren. Ook maakt hij gebruik van verwijzingen naar films en literatuur om filosofische ideeën te illustreren. De lezer die vaker over dit onderwerp leest komt in dit boek bekende elementen tegen. De waarden die Martela uiteindelijk via de psychologie aandraagt als leidraad voor een zinvoller bestaan klinken, zoals hij zelf aangeeft “… misschien niet revolutionair, maar daarin ligt precies hun kracht”. Dat toegankelijke is ook zijn valkuil: de oplossingen die hij vanuit de psychologie aandraagt zijn wel heel praktisch toepasbaar, maar ze doen geen recht aan de oplossingen vanuit de filosofie. Sterker was geweest als hij de antwoorden voor een filosofisch vraagstuk ook had gezocht in de filosofie.

Eerder verschenen in iFilosofie