"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een rijk alleen

Maandag, 9 april, 2012

Geschreven door: Niels Lohman Gerson
Artikel door: Wouter Schaart

Coming-of-age roman nog te onvolwassen

Van mijn mooiste herinneringen weet ik niet of ik ze wel heb meegemaakt’ verklaart Mos Lupin, de jonge protagonist van de roman Een rijk alleen van Niels Gerson Lohman (1985). In de roman jaagt hij zijn eigen herinneringen na en – wanneer die de greep op de zijne begint te verliezen – ook die van zijn vader. Zo komt hij terecht op het Filipijnse eiland Siquijor, op zoek naar iets dat wellicht nooit heeft bestaan. Met Een rijk alleen heeft Gerson Lohman een intiem coming-of-age verhaal geschreven over gouden herinneringen en verlies.

Voor het overgrote deel speelt de roman zich af tijdens de kinderjaren van Mos, waarin hij samen met zijn grote broer Beer opgroeit. Hij beleeft een gouden jeugd in een groot grachtenpand aan de Keizersgracht, met duizend kamers, forten van kussens en kleden, legotafels, gameboys en een kabelbaan waarmee Mos en Beer de biertjes voor de bandleden van papa’s bandje naar beneden takelen. Door middel van kinderlijk-naïef taalgebruik en omschrijvingen weet de auteur een levendige en fantasierijke kinderwereld op te roepen:

Als Tata praat, maakt hij korte snerpende geluiden met een Duits accent, zodat we altijd opletten. Het klinkt als ‘Rats!’ en ‘Pats!’ en soms doet hij trompetten na met zijn wang. ‘s Avonds vertelt hij verhalen over Kikker en Pad of Sam en Moos. Hij maakt de geluiden van een paard, dan briest hij vanonder zijn dikke witte snor of doet ka-ta-klop met zijn handen.

Al snel begint het fijne wereldje van Mos echter beetje bij beetje af te brokkelen. De vader van de broertjes blijft steeds vaker weg en komt op een gegeven moment helemaal niet meer terug. Bovendien rijst de vraag of de kindertijd van Mos eigenlijk wel zo mooi was als hij het zich herinnert. Sterk zijn de neutraal geschreven passages, vanuit Mos bezien althans, waarin de spanning voor de lezer desalniettemin voelbaar is. Zo beschrijft Mos alleen de handelingen en bewegingen die hij zijn moeder ziet maken in gesprek met ‘oom Ronnie’, terwijl het onderwerp van de conversatie – de naderende scheiding van zijn ouders – zich wel laat raden. De grootste schok komt wanneer Mos’ broer Beer door een tragisch ongeval om het leven komt. Uiteindelijk krimpt het wereldje van Mos tot het formaat van een mapje op het bureaublad van zijn computer, waarin hij informatie verzamelt over het eiland Siquijor. Daar huizen de reuzenvuurvliegjes, waarvan de vader van Mos altijd vertelde dat ze hem de weg hadden gewezen toen hij eens een keer was verdwaald.

Bergen

Maar het zijn uiteindelijk de vuurvliegjes van het vuureiland die onze jonge held uit de droom helpen. Langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij het beeld dat hij heeft over zijn verleden, zijn familieleden en over zichzelf drastisch moeten bijstellen:

Na de dood van Beer zei ik tegen mezelf dat hij altijd ruzie maakte, zodat ik me verlost voelde. Ik had het rijk alleen. Stiekem plukte ik de vruchten van zijn dood. Maar eigenlijk vierde ik de dood van een herinnering aan mezelf, Beer was mijn geweten. Hij wist als enige hoe geniepig ik kon zijn.

Jammer genoeg blijft de roman, met de soms zware en ook interessante thema’s waarover deze handelt, nog te veel op de oppervlakte. Gerson Lohman lijkt niet echt de keuze te kunnen maken of hij nu een coming-of-age verhaal over jeugd en herinnering wil schrijven, of een absurd reisverhaal met kleurrijke bannelingen ergens buiten ruimte en tijd. Groeien we nu met het personage mee of gaat het om iemand die terugkijkt? Gerson Lohman weet in ieder geval ook in het latere deel van de roman de kinderlijke toon maar moeilijk los te laten. Hoewel het voor het beschrijven van de kinderjaren van Mos effectief is en de schrijver zo nu en dan mooie kinderlijke observaties maakt, komt dit taalgebruik op den duur wat geforceerd, haast als een ‘trucje’ over. Het resultaat is een onevenwichtige roman, waarvan de thema’s en gebeurtenissen te weinig zijn uitgewerkt, en die daardoor maar moeilijk weet te raken of te ontroeren.

Ondanks dat geeft deze jonge Amsterdamse auteur met zijn debuut ook blijk van een verbeeldingskracht, taalgevoel en originaliteit, waaruit zeker een belofte spreekt voor de toekomst. Een rijk alleen is eerder het vermoeden van een roman; een verzameling kleine schetsen, verhaaltjes, herinneringen en observaties, waarbij elk hoofdstuk van een passende illustratie is voorzien. Een auteur met potentie, maar een die op veel punten nog tot wasdom zal moeten komen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.