"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een vage buitenlander

Woensdag, 24 februari, 2010

Geschreven door: Benno Barnard
Artikel door: Lotte Brugman

Overdosis anglofilie maakt Engeland vlak

Salonsocialist, links conservatief, maar vooral: anglofiel. Zo typeert dichter Benno Barnard zichzelf in zijn boek Een vage buitenlander. Daarin beschrijft hij zijn liefde voor Engeland, waar hij als jong kind heeft gewoond, als adolescent een jaar studeerde en waar hij nu, als volwassen man, naar terugkeert. Een jaar lang woont hij met zijn gezin in Rye, een klein plaatsje ten zuidoosten van Londen. In het boek vertelt hij over tochten en tochtjes door Engeland, waarbij hij al naargelang zijn bestemming, waarnemingen en associaties iets vertelt over de Engelse geschiedenis, literatuur of cultuur. In het boek tref je om en om anekdotische hoofdstukjes en hoofdstukken die meer algemeen van aard zijn.

Een aantal bekende Britten passeert de revue, onder wie Darwins grootvader George, Queen Victoria, Churchill, Cromwell, Paul McCartney en Samuel Johnson, auteur van (de eerste echte) The Oxford English Dictionary. Als Barnard enige verwantschap met zijn helden kan aantonen, al is het maar een zeer indirecte, laat hij dat niet na. Hij voelt zich bijvoorbeeld vereerd Paul McCartney zijn ‘buurman’ te mogen noemen, ook al verblijft die het grootste deel van het jaar elders en ziet hij hem haast nooit. Van die trots is een deel koketterie en een deel met een goed Brits gevoel voor zelfspot beschreven.

Barnard zegt gemeenplaatsen te willen vermijden, maar doet dit slechts met wisselend succes. Het notoir vieze eten (hoe achterhaald dat idee ook is), de beleefde geslotenheid van de Engelsen, het zorgstelsel, de regen; ze worden allemaal besproken. Barnard doet dat in een heel eigen stijl. In Een vage buitenlander is een dichter aan het woord, dat staat als een paal boven water. Neem bijvoorbeeld deze zin:

‘Het zilver reflecteerde als een nauwkeurig meetinstrument de toewijding van het personeel en bewees dat het maatschappelijk systeem, waarin iedereen zijn plaats kende, tot opluchting van iedereen nog intact was – alleen revolutionairen en domoren begrepen niet dat de wereld er alleen maar slechter op kon worden.’

Heaven

Soms lijkt Barnard dit bloemrijke en meeslepende, hoewel soms wat trekkerige proza te vergeten. Dan komt een bijna journalistieke stijl aan de oppervlakte: de dichter wordt verslaggever. Een verslaggever die soms onverwacht geestig uit de hoek komt, dat wel, vooral in de vaak nogal droge historische verhandelingen. Zoals in de passage waarin hij het gedicht ‘Jerusalem’ van William Blake bespreekt:

‘In zijn gedicht verplaatst Blake ons naar een nieuw Engeland, of liever gezegd naar een nieuw Jeruzalem in het oude Engeland. Hij verwijst daarbij naar het fantastische verhaal over Jezus die als kind in gezelschap van Jozef van Arimathea naar Engeland reisde. Later keerde Jozef terug met de Graal, die het bloed van de geëxecuteerde Van Nazareth bevatte. Hij begroef het stuk serviesgoed in een heuvel nabij Glastonbury, waar een draak het bewaakt, tot op de dag dat Merlijn wakker wordt en de sleutel van de stadspoort van Jeruzalem aan Harry Potter overhandigt.’

Met af en toe een dergelijk hoogtepunt kabbelt Barnards anglofiele betoog door ‘Zijn Engeland’ als een bergbeekje dat in het laagland uitwaaiert door zompig grasland. Daarbij lijkt hij zich soms nauwelijks te bekommeren om de lezer, die regelmatig dreigt te verdwalen. Waar leidt Barnard ons heen? Zoekt hij de sporen van zijn verleden? Schrijft hij dit boek voor zijn vader, zijn verre Engelse voorvaderen of als pleidooi voor Engeland? Het enige terugkerende thema is Barnards anglofilie.

Daarbij komt dat hij nogal conservatief is, wat zich onder meer uit in een voorliefde voor de Engelse interieurs en een aversie tegen nieuwbouwwijken en ‘automobielen’. Aanvankelijk is dat wel vermakelijk, ook omdat je verwacht dat er op een gegeven moment wel zal moeten worden gesproken over Engelands schaduwkant: tienerzwangerschappen, verloederde buitenwijken en vetzucht, om maar wat te noemen. Dat blijft echter uit, op een schoorvoetende kanttekening na, waarinj Barnard ruiterlijk toegeeft dat hij liever de andere kant op kijkt, zodat hij zich volledig op zijn idyllische Engeland kan richten. De auteur mag dat prettig vinden, het maakt zijn visie ook eenzijdig en oppervlakkig, soms zelfs saai. Hij construeert Zijn Engeland met veel toewijding en liefde, maar het is de vraag hoe interessant dat is voor Ons.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: