"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Elizabeth Finch

Vrijdag, 22 april, 2022

Geschreven door: Julian Barnes
Artikel door: Marnix Verplancke

Verdwaald in de liefde

[Recensie] In de nieuwe roman Elizabeth Finch van Julian Barnes blikt een man terug op een paar decennia fascinatie en adoratie voor een vroegere lerares, niet beseffend dat ieder verhaal een leugen is.

Elizabeth Finch, krijgen we vanaf de eerste paragrafen van de nieuwe roman van Julian Barnes mee, was een mysterieuze, zelfzekere en bijzonder erudiete vrouw. Ze droeg klassieke kleren en hield altijd de nodige afstand. Ze was niet ouderwets, maar leek haar tijd ontstegen, immer hoogstaand, onafhankelijk en heerlijk Europees. Of zo beschrijft Neil haar toch, de verteller van het boek die decennia geleden, toen er van sociale media of laptops nog geen sprake was, een cursus Cultuur en beschaving bij haar volgde. Hij was toen midden de dertig, een mislukte acteur die champignons was beginnen kweken en zijn vrouw met de noorderzon had zien vertrekken. Zij was degene die, wanneer hij haar over zijn opleiding vertelde, “Ach, acteur,” verzuchtte, “het volmaakte voorbeeld van kunstmatigheid die authenticiteit tot stand brengt.” En ja, geeft Neil ons na een uitputtende beschrijving van Elizabeth Finch van een pagina of tien nog mee, “Natuurlijk leed ze aan migraine.”

Wat Neil, die aan zijn lerares terugdenkt met zoveel achting dat hij ze altijd met voor- en familienaam noemt, vooral van Elizabeth Finch meedraagt is haar attitude tegenover kennis. Ik sta hier niet om jullie uit te leggen hoe de wereld in elkaar steekt, zei ze, maar wel om jullie te leren nadenken als onafhankelijke geesten. Wantrouw vooral ieder woord dat met mono begint, bezweerde ze hen, zoals monocultuur, monogamie – wat toch enig gemor uitlokte onder de studenten – en monotheïsme. Vooral dit laatste was een gesel gods voor haar, omdat het christendom niet alleen een einde maakte aan het hellenisme en de verdraagzaamheid waarmee het polytheïsme gepaard ging, het installeerde in de plaats die ene, strenge god, die absolute gehoorzaamheid eiste en de bekering, of meestal het bloed, van al degenen die er andere ideeën op nahielden. Het was allemaal begonnen met de dood van Julianus de Afvallige, voegde ze er dan steevast aan toe, de laatste heidense Romeinse keizer die toen hij in Perzië een christelijke lans door het lijf kreeg de profetische woorden sprak: “Gij hebt overwonnen, o Galileeër.” Waar de dichter Algernon Swinburne 1500 jaar later “O bleke Galileeër” van maakte. Waarom, o waarom, vraagt Neil zich af. Wou hij daardoor echt iets zeggen over Jezus’ huidskleur, of had hij gewoon nood aan een paar lettergrepen om het vers te laten kloppen?

Het is een van de al te schaarse momenten dat Barnes zich in Elizabeth Finch van zijn herkenbare scherpe humor bedient. Zeker tijdens het lezen van het tweede van deze uit drie delen bestaande roman krabden we ons toch een paar keer in het haar. Dat bestaat immers uit een lang essay van Neil over Julianus de Afvallige. Neil was Elizabeth na het jaar dat hij les van haar had gekregen blijven ontmoeten. Een paar keer per jaar spraken ze af om te lunchen. Steeds bij dezelfde Italiaan waar ze de pasta van de dag bestelden en zij steevast het gesprek opende met “En wat heb je voor me?”, waarna zij een uur en een kwartier later weer verdween. Dat die kleine ontmoetingen, die Neil vooral op een intellectueel niveau volstrekt verslingerd aan haar maakten ook voor Elizabeth veel betekenden, bleek toen ze twintig jaar later stierf en al haar papieren en boeken aan hem naliet. Het essay, waarin vooral de nawerking van Julianus, van bij Montaigne en John Milton, over Edward Gibbon en Lord Byron tot Henrik Ibsen en zelfs Hitler gaat, distilleert Neil uit haar papieren. Alleen is Neil niet zo’n puik schrijver als degenen waar hij het over heeft. Het leidt tot vijftig pagina’s taai proza waarvan je je afvraagt hoe Barnes het in zijn hoofd heeft gehaald om ze te schrijven?

Boekenkrant

Maar gelukkig is er dus ook een derde hoofdstuk, waarin blijkt dat Elizabeth Finch veel van doen heeft met twee eerdere romans van Barnes, het tien jaar geleden verschenen Alsof het voorbij is, waarin hij het had over de feilbaarheid van het menselijk geheugen, en het zes jaar jongere Het enige verhaal, ook al over een relatie tussen een jongere man en een oudere vrouw, en waarin het idee centraal stond dat we altijd onze eigen geschiedenis verzinnen. Want uiteindelijk gaat Neil beseffen dat niet iedereen in Elizabeth het genie zag dat hij erin ontwaarde en dat zijn verliefdheid zijn kijk misschien wel volstrekt vertekend heeft.

Het lijkt erop dat Julian Barnes in Elizabeth Finch op filosofische wijze wou afrekenen met ons tijdsgewricht dat ten onder gaat aan monomaan en dus onverdraagzaam denken. Dat hij zijn heldin het slachtoffer laat worden van een schandaal waarin haar woorden uit hun context worden getrokken en zij als een verraadster van de Britse cultuur wordt neergezet, is ongetwijfeld een knipoog naar het populistische nationalisme van Boris Johnson – en de wijze waarop de Britse pers daarvan smult. Een makkelijk boek is het daardoor allerminst geworden, maar wel een bijzonder boeiend.

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

Engeland, Engeland

Alsof het voorbij is

Het enige verhaal

Alsof het voorbij is

Het enige verhaal