"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

En knielde voor hem neer

Donderdag, 5 oktober, 2006

Geschreven door: Nicolien Mizee
Artikel door: Nicole Bauritius

De man, de engel en de drie vrienden

Weersta de verleiding en lees de tekst op de achterkant van het boek niet, maar begin op de eerste pagina en laat je meevoeren in het verhaal. Dat begint op perron 2 op Amsterdam Centraal. Daar zit Mischa, een dakloze. Je denkt even aan een sociaal drama te beginnen en straks kennis te maken met de faciliteiten van het Leger des Heils en de inloophuizen, maar dan dreigt er een man tussen perron en trein te vallen. Mischa reageert bliksemsnel en voorkomt een ongeluk. De man, Rinus, vindt het wezen dat hij voor zich ziet een heerlijke verschijning en neemt Mischa mee naar huis.

In Rinus’ souterrain voelt Mischa zich gelijk thuis, tussen het pluche, de mooie spullen en de fonkelende glazen. Rinus heeft geen mooie bedoelingen met Mischa: hij wil hem voor de nacht en daar moet het bij blijven. Hij vertrouwt geen mens en is achterdochtig. Dat laatste geldt ook voor Mischa en daarbij verdraagt hij geen fysiek contact. Rinus’ kan zijn bedavontuurtje daarom wel vergeten, maar Mischa blijft; juist op het wantrouwen in de mens vinden deze twee elkaar.

De relatie die ontstaat tussen Rinus en Mischa is geen relatie in de romantische zin van het woord. Mizee toont hoe mensen ook op een andere manier van elkaar kunnen houden, hoe je in zachtheid met elkaars onhebbelijkheden kunt omgaan. Ze zet treffend neer hoe deze twee mensen op elkaar gesteld raken en laat de gebeurtenissen evenwicht in de relatie brengen. Rinus helpt Mischa aan onderdak, Mischa waakt over Rinus’ gezondheid. De twee gebroken polsen die Mizee Rinus’ aanmeet, maken dat de twee ook fysiek met elkaar in contact moeten treden, omdat niemand anders dan Mischa Rinus kan helpen bij zaken als aankleden en naar de wc gaan. Mischa wordt zo gedwongen een deel van zijn afkeer tot contact te overwinnen.

Door de precieze plaatsbepalingen sta je zo met beide benen in Amsterdam, dat je in eerste instantie het gevoel hebt met En knielde voor hem neer een zeer realistisch verhaal te lezen. Het verhaal laat zich uiteindelijk echter beter duiden als een sprookje. Mischa, hoewel veelal met ‘hij’ aangeduid, is man noch vrouw. Mischa is een door en door goed wezen en misschien wel een beschermengel. Hij heeft drie vrienden van de middelbare school, die eenmaal in contact gebracht met de criminele Rinus, elk hun eigen verlangen ten aanzien van hem koesteren. Een voor een komen ze op bezoek, om elk hun eigen wens kenbaar te maken aan Rinus. Uiteindelijk stelt de wens van vriend nummer drie Rinus in staat om iets goeds te doen, een volkomen altruïstische daad te stellen. De schoonheid van het verhaal schuilt hierin, dat Mizee Rinus laat stralen op zijn eigen terrein. Hij hoeft niet te veranderen, maar hij kan vanuit zijn slechte daden onder invloed van Mischa oprecht iets betekenen voor een ander.

Boekenkrant

Mizee schetst haar personages kleurrijk. Sylvester, een van Mischa’s vrienden, is een prachtig uitgewerkte mislukte dichter op een achterafkamertje met een slecht werkende petroleumkachel. Dokter Meyer schittert in zijn rol als enige vertrouweling van Rinus en de Russische ex-prostituee Rosy is overtuigend neergezet als vriendin van een van de andere jongens.

Mizee schrijft een origineel verhaal en weet een bijzondere wereld te scheppen waarin het hedendaagse Amsterdam het decor vormt van een sprookjesachtig verhaal. Deze mengeling maakt wel dat het verhaal moeilijk aan te duiden is: het enige in het boek dat niet op zijn plaats wil vallen is de titel. ‘En knielde voor hem neer’ komt uit een liedje dat in het boek voorkomt (p. 120), maar waarom juist dit de kern van het boek zou weergeven blijft duister.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.