"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

En toen De Stijl

Donderdag, 2 maart, 2017

Geschreven door: Joost Swarte
Artikel door: Chris Reinewald

Wijze kater op atelierbezoek

[Recensie] De kubistische schilder Piet Mondriaan komt zijn ordelijke atelier binnen en wat ziet hij?
Een aantrekkelijke vrouw. Nog naakt ook! Eén probleem: ze is geheel uit vierkantjes opgebouwd.

Deze prachtige tekening van Joost Swarte uit 1984 wijst er op dat de grootmeester van de klare lijn al vroeg geïntrigeerd en geamuseerd was door De Stijl. Deze, mede door Mondriaan ontwikkelde, radicale geometrische schilders- en bouwstijl viert nu haar eeuwfeest. Na de Mondriaan-biografie, die ons moet overtuigen dat de kunstenaar echt niet een aseksuele vrouwenvrezer was, is er nu ook Joost Swarte’s heerlijk lichtvoetig prentenboek over De Stijl.

En toen De Stijl, het prachtig getekende en gekalligrafeerde boek is even leuk voor kinderen als voor volwassenen. Swarte typeert raak, zoals hij eerder ook treffend Nescio illustreerde. Net als met zijn tweeluikjes in de tekeningenbundels Niet Zo-Maar Zo vertelt Swarte zijn verhaal steeds over twee pagina’s in beeld en tekst. Of beter gezegd: dat doet een rode kat, die steeds ergens verstopt zit in het kleurige tafereel op de linkerpagina. Op rechts staat een rode lijntekening met kort vraaggesprek. Kat: “En als het werk gedaan is?” Mondriaan: “Dan ga ik dansen. Ik ben er dol op. Natuurlijk op jazzmuziek.” (Overigens weten we inmiddels welke jazzplaten Mondriaan bezat.)

De wijze kater bezoekt ook andere De Stijl-grootheden als Theo van Doesburg, architecten Rietveld en Oud en Bart van der Leck, die in vier schilderijen een figuratief doek met uitgaande fabrieksarbeiders steeds verder abstraheert tot balkjes en vierkantjes. Timmerman/architect Gerrit Rietveld monteert zijn rood-blauwe stoel: in de huiskamer van het Rietveld-Schröderhuis.

Heaven

Mevrouw Schröder zit aan het raam een brief te schrijven. De man in de stofjas, die Rietveld helpt, moet Gerard van de Groenekan zijn. Na Rietvelds dood mocht hij diens meubels blijven maken. Geestig is ook de tiende tekening waarmee Swarte de essentie van het Duitse opleidingsinstituut Bauhaus samenvat. We zien een ascetische kleurentheoreticus: Johannes Itten, architect/directeur Water Gropius en Theo van Doesburg die er kort doceerde, maar werd weg gebonjourd. Studenten penselen een soort – allesbehalve geometrische maar wel abstracte – Kandinskytjes.

Op de pagina rechts roept Theo door een toeter de popperige Bauhaus-studenten op hun balkonnetjes de essentie van de De Stijl-kleuren toe: “Geel-Blauw-Rood.”

Ook met minder bekende Stijl-kunstenaars maken we kennis. De Uruguayaanse Joaquin Torres Garcia kende ik niet. Verdere personages: Piet Zwart, grafisch ontwerper en ontwerper van de eerste moderne Nederlandse keuken voor Bruynzeel, Vilmos Huzar, die ook edelsmeedde en een sigarettenpakje ontwierp. Ko Verzuu leidde een werkplaats in een sanatorium waar patiënten knus in bed samen aan een geometrisch vrachtwagentje knutselen.

Achterin staat gedetailleerd vermeld welke voorwerpen Swarte naar waarheid afbeeldde.

Met zijn typerende isometrische tekenwijze, uit de architectuur, let Swarte net als Van der Leck op de kleinste details: de dikte van de lijn, een vlakje hier of daar, want die maken een wereld van verschil. Daar is niks kinderachtigs aan. Puur kijkplezier!

Voor het eerst verschenen op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.