"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Enkele reis Indonesië

Woensdag, 8 februari, 2017

Geschreven door: Hilde Janssen
Artikel door: Maarten Reijnders

Vier Amsterdamse vrouwen die voor Indonesië kozen

[Recensie] Terwijl veel Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog Nederlands-Indië de rug toekeren, leggen vier jonge Amsterdamse vrouwen de omgekeerde route af. Eind 1946 vertrekken Dolly en de zusjes Miny, Annie en Betsie Kobus met de boot naar Java. Ze hebben alle vier een Indonesische man getrouwd en willen zich vestigen in het land dat zich in die jaren probeert los te maken van de Nederlandse kolonisator.

Een warm bad is het bepaald niet, zo beschrijft journaliste Hilde Janssen in haar meeslepende boek Enkele reis Indonesië. In aparte sloepen worden de vier vrouwen nog voor aankomst van de boot gezet. Zij behoren immers niet meer bij de “Nederlands-gezinden”. Door hun huwelijken met Indonesiërs hebben ze gekozen voor de “vijand’. Een vijand waarop nog behoorlijk wordt neergekeken bovendien, getuige de bordjes “Verboden voor Inlanders en honden” bij restaurants, zwembaden en sociëteiten.

Gelet op het vijandige klimaat mag het niet verbazen dat de vier dappere Nederlandse vrouwen alleen maar meer sympathie krijgen voor de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en sterk naar elkaar toe trekken. Zo wordt de basis gelegd voor een levenslange vriendschap die zelfs nauwelijks onder druk komt te staan als hun politieke overtuigingen later flink uiteen beginnen te lopen.

De drie zusjes Kobus, die uit een zeer progressief nest komen, moeten weinig hebben van de staatsgreep van Soeharto in 1965 en nog minder van de daaropvolgende “communistenjacht”, die met name voor Miny grote persoonlijke gevolgen heeft. Haar man Nanang wordt jarenlang op valse gronden opgesloten. Miny moet twee van haar kinderen naar Nederland sturen en heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.

Boekenkrant

Dolly leidt daarentegen een luxeleventje. Met dank aan haar man die goede banden onderhoudt met het regime, en haar zoon Yapto die leider is van de Pemuda Pancasila: een “jongerenorganisatie” die het leger hielp met het opknappen van vuile klusjes. Een intrigerend gegeven waarover ik graag nog meer had willen lezen. Helaas kreeg Janssen Yapto niet te spreken. Sinds hij in de documentaire The act of killing werd geportretteerd als een vrouwonvriendelijke rijkaard houdt Yapto de media liever op afstand. Inclusief Hilde Janssen die zo’n mooi boek schreef over zijn moeder.

Ook verschenen in Wordt Vervolgd