"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Feuilletons

Dinsdag, 21 december, 2021

Geschreven door: Jeroen Brouwers
Artikel door: Quis leget haec?

Een naïeve accountant uit de grote stad Salto

[Recensie] Jeroen Brouwers bedacht ooit dat er te weinig literaire tijdschriften waren en besloot toen om er zelf maar één op te richten. Dat werd Feuilletons, uitsluitend bedoeld voor nieuw werk van eigen hand. Er werd een uitgeverij bedacht, ‘Noli me tangere’ in Zutendaal, zijn toenmalige woonplaats en het eerste deel werd gevuld met aantekeningen, polemieken en een paar artikelen.

Ruim driehonderd pagina’s, maar je bent er zo doorheen, alleen al omdat de eerste 50 pagina’s ‘Journalen’ gezet zijn in een absurd groot lettertype. Die Journalen zijn meteen het minst boeiend. Wat gedachten over hoe Utopia eruit ziet (hij komt toch uit op zes planken) en een dagboekfragment met een aardig verhaal over de vergeten schrijver en journalist Henri van Wermeskerken.

Het tweede deel is interessanter. Hier gaat Brouwers in op Willem Elsschot en zijn biograaf, de Belg Jean Surmont. Deze laatste krijgt het aardig uitgemeten van Brouwers;

“Het als ‘biografie’ gepresenteerde werk…had ook de ondertitel ‘Tussen lulkoek en larie’ kunnen meekrijgen…Het werkstuk van Surmont kon niet lamlendiger, kon niet slordiger, kon niet slechter. Qua Elsschotkunde vertegenwoordigt het zoveel als wind die door dorre bladeren woelt: er staat in het boek niet één mededeling die iedere Elsschotofiel niet al jaren eerder heeft gehoord…”

Hereditas Nexus

Daar kan Surmont het mee doen. Brouwers gaat ook in op de aparte nationalistische trekjes van Willem Elsschot. Waarom schreef hij een gedicht op de foute en gefusilleerde August Borms? Ook Louis Paul Boon kwam er niet uit. Verder krijgt ook Rudy Kousbroek er van langs in dit tijdschrift. Brouwers is getergd en staat duidelijk niet boven de materie, maar goed, anders hebben we ook geen polemiek natuurlijk.

Ik was geboeid door het verhaal van de mij onbekende Uruguayaanse schrijver en zelfmoordenaar Horacio Quiroga. Die heeft in zijn leven behoorlijk wat voor zijn kiezen gekregen maar schijnt desondanks prachtige verhalen geschreven te hebben met als terugkerend thema de bedreiging van het menselijk bestaan door de natuur. Een voorbeeld;

“Een naïeve accountant uit de grote stad Salto, ‘een vreedzame, mollige, blozende jongeman’, trekt opgewekt het oerwoud in, vindt in een boomstam wilde honing en doet zich daar gulzig te goed aan. Het blijkt een moorddadige lekkernij te zijn, die verlamming veroorzaakt. Machteloos neergestort, ziet hij in ‘ultieme angst’ hoe er over de grond iets massaals en zwarts op hem toestroomt…’Om hem heen kleurde de allesverslindende strafexpeditie de grond donker, en de accountant voelde de stroom vleesetende mieren onder zijn lange onderbroek omhoogkruipen.’”

Brouwers sluit Feuilletons af met een pleidooi voor het roken en tegen de hypocriete tabakshaat in met name de Verenigde Staten. Van wisselende kwaliteit dus dit éénmanstijdschrift, maar nog altijd boeiend genoeg.

Eerder verschenen op Quis leget haec?