"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

From the holy mountain

Zondag, 22 augustus, 2021

Geschreven door: William Dalrymple
Artikel door: Richard Kroes

[Recensie] Het is wat lastig in deze tijd van corona, maar uiteindelijk ben ik erin geslaagd om William Dalrymple’s From the Holy Mountain uit te lezen. Het noodlot was me sowieso niet erg goed gezind, want vlak na de veel te lang uitgestelde aankoop van het boek rolde onze kinderwagen – met boek – een Amsterdamse gracht in. De kleine zat er gelukkig niet in. De kinderwagen was al snel weer droog en schoon, maar een boek drogen? Dat is nog een hele opgave.

From the Holy Mountain is een journalistiek reisverslag door het Midden Oosten. Dalrymple reist de route na die Johannes Moschos in 578-607 nam om een hele rits kloosters te bezoeken, in gezelschap van zijn leerling Sophronios, de man die in 637 – als patriarch – Jerusalem overgaf aan de tweede kalief, Omar Ibn al Kattab. Moschos reisde door een landschap dat volledig christelijk was, maar dat slechts enkele decennia daarna zou veranderen in het hart van de islamitische wereld.

Niet dat Moschos’ wereld ineens islamitisch werd, integendeel. Christenen vormden nog lang de meerderheid en nog eeuwen daarna leefden er enorme groepen christenen in de islamitische wereld. De kruisvaarders waren stomverbaasd toen ze contacten legden met Nestoriaanse bisschoppen die hen verhaalden van een bloeiende geloofsgemeenschap nog verder naar het oosten, met kerken, kloosters en alles.

Op enig moment is daar verandering in gekomen en Dalrymple tekent de recente geschiedenis van die gestage maar zekere teloorgang van het christendom in het Midden-Oosten op. Johannes Moschos zag begin zevende eeuw het begin van het einde, aldus Dalrymple: de tijd vlak voor de Arabische veroveringen, waarin de Perzen en de Byzantijnen elkaar militair uitputten en er van buiten de grenzen van het Byzantijnse rijk steeds vaker plundertochten werden ondernomen door diverse nomadische stammen. Dalrymple zag de start van de eindfase: over enkele decennia – zo voorspelt hij – zijn er geen christenen meer in het Midden Oosten (het boek is van 1997).

Yoga Magazine

Het snelle en volledige verdwijnen van christenen uit de islamitische wereld is namelijk een recente ontwikkeling, ingeleid in de negentiende eeuw – toen westerse imperiale mogendheden zich steeds intensiever met de rest van de wereld gingen bemoeien – en uitgevoerd (als je dat iets te veel op planmatigheid duidende woord mag gebruiken) in de loop van de twintigste eeuw.

Eigenaardig genoeg is de geschiedenis van christenen in elk land namelijk anders. In Libanon maakten de Maronieten het zichzelf onmogelijk door hardnekkig vast te blijven houden aan hun machtspositie, zonder rekening te houden met andere bevolkingsgroepen. Dat mondde uit in de burgeroorlog, die net voorbij was toen Dalrymple het land bezocht. Planmatig kun je dat niet noemen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Armeniërs en Grieks Orthodoxen in het Ottomaanse Rijk en daarna Turkije.

Daar tussenin zitten landen als Egypte, waar aanslagen door fundamentalisten de ene helft van het werk doen, en de overheid die probeert zoveel mogelijk gras voor de voeten van die fundamentalisten weg te maaien door zichzelf zo islamitisch mogelijk te presenteren de ander helft voor zijn rekening neemt. De Kopten worden door de overheid met rust gelaten zolang ze maar niet klagen over hun positie van verder complete rechteloosheid.

Verrassend genoeg zit ook Israel in die groep, het land dat zich er – zonder grondwet, maar daarom niet minder trots – op laat voorstaan de enige democratie in het Midden Oosten te zijn. Ook daar zijn christenen rap verdwenen. Dat gebeurt deels omdat het Palestijnen zijn (in 1948 was een grote minderheid van de Palestijnen christen), maar ik was verrast te lezen dat ook het leven van kloosterlingen en heremieten (die laatsten kwamen daar tot kort voor 1997 nog voor) niet zeker is. De een na laatste heremiet was in zijn grot vermoord en de laatste is naar het klooster op de berg Athos gevlucht, kort voor Dalrymple’s bezoek.

Voor de moord werd een verwarde Israeli opgepakt, maar het is slechts een topje van een ijsberg die bestaat uit intimidaties, vernielingen en een gerichte campagne om land op te kopen dat uiteindelijk via brievenbusfirma’s in Panama in handen van kolonisten blijkt te zijn gevallen. De verdenkingen rond intimidaties en vernielingen gaan richting de plaatselijke Haredim, die soms ook heel open zijn over hun motieven.

In 1922 bestond 52% van de bevolking van Jerusalem uit Christenen en 10% van het Britse mandaatgebied. In 1997 was dat respectievelijk 2,5% en een kwart procent. Van de christelijke bevolking vertrok 60% in 1948 en tussen de zesdaagse oorlog en 1992 vertrok nog eens 40%.  Er wonen nu (= 1997) meer in Jerusalem geboren christenen in Sydney dan in Jerusalem. De teruggang van de christelijke bevolking in het heilig land is volgens Dalrymple de grootste in het Midden Oosten, met als enige uitzondering het verdwijnen van Armeniërs en Grieks Orthodoxen in Anatolie, de enige opruiming die ook echt planmatig is gegaan.

Dalrymple’s onderwerp is de teloorgang van de christenen in het Midden Oosten, maar en passant weet hij goed aan te geven dat wat voor de christenen in Israel geldt, evengoed geldt voor de moslims. Het enige verschil is dat het voor de christenen makkelijker is om te emigreren: ze zijn doorgaans beter opgeleid. Hetzelfde geldt voor Libanon, waar de christelijke –  en dus goed opgeleide – elite ook massaal zijn heil in het buitenland heeft gezocht.

Voor alle andere landen die hij bezoekt: Turkije, Syrië en Egypte geldt dat het inmiddels islamitische landen zijn. De dynamiek is daar geheel anders en verschilt ook per land. Ik heb er als voorbeeld Israel uit gehaald om te laten zien dat het niet alleen ‘de islam’ is. Ergens is het jammer dat Dalrymple niet ook landen als Libië, Mauritanië, Algerije en Marokko heeft meegenomen, en naar het oosten: Irak en Iran. Hoe is het daar gegaan, en kunnen we patronen ontdekken? Daar houdt Dalrymple zich niet heel erg mee bezig.

Hij schrijft immers een reisverslag met verhalen, die boeiend, ontnuchterend, leerzaam, verschrikkelijk en soms hilarisch zijn. De monniken die hij nog overal aantreft in kleine aantallen blijken bijvoorbeeld in de meest onwaarschijnlijke wonderen en verschijningen te geloven, en bizarre samenzweringstheorieën zijn ook niet van de lucht. Die laatsten gaan heel vaak over de vrijmetselaars (‘alle presidenten van de VS waren vrijmetselaar, behalve Kennedy, en je weet hoe het daarmee afgelopen is’) en opvallend weinig over Joden.

Een laatste observatie die de moeite waard is te vermelden: vóór de koloniale periode was het in de gehele islamitische wereld gebruikelijk en geaccepteerd dat moslims en joden ook christelijke heiligdommen bezochten. Dalrymple gaat op zoek naar de pelgrimsoorden die destijds door alle geloven werden bezocht om een gunst van een christelijke heilige af te smeken. Al die plekken blijken. nog steeds – zij het op lokaal niveau – te functioneren. Zelfs op de West Bank vindt hij een graf van Sint Joris de drakendoder (al-Khidr voor moslims), dat nog steeds door moslims wordt bezocht. Alleen de joden komen er niet meer.

Het zijn dat soort vondsten, kleine restanten van een betere tijd, nog overal te vinden als je ernaar weet te zoeken, die het boek alleszins de moeite waard maken.

Eerder verschenen Apoftegma