"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gasten van de Führer

Dinsdag, 19 augustus, 2014

Geschreven door: Rosine De Dijn
Artikel door: Chris Reinewald

Zwarte uitwijkelingen

[Recensie] Begin september 1944 raakte Noord-Duitsland overspoeld door zo’n zestigduizend Nederlandse en Belgische vluchtelingen: collaborateurs. Nadat de Geallieerden Europa van nazi-Duitsland bevrijdden wilden zij ontkomen aan een afrekening. Ze belandden in en om Lüneburg in rommelige opvangkampen waar ze veelal aan hun lot werden overgelaten. Ondertussen raakten de Belgische leiders verwikkeld in een onderlinge machtsstrijd. Rosine De Dijn belicht de menselijke kant van deze Belgische ‘zwarte uitwijkelingen.’

Geschiedenis wordt geschreven door overwinnaars. Vanuit dat perspectief spreken de verliezers: de vijanden, meelopers zelden over hun motieven. Zij werden – terecht – bestraft voor hun verraad, al was dat een minimale foute keuze, gedwongen door bepaalde omstandigheden. Collaborateurs leerden te – moeten – zwijgen over hun besmet verleden. Tegen hun omgeving, tegen hun familie spraken ze uit schaamte of zelfbescherming nergens meer over. Ook niet als hun onrechtvaardigheden waren aangedaan. Omdat de generatie die de Tweede Wereldoorlog bewust meemaakte afneemt zijn het vaak hun (klein)kinderen die de (familie)verhalen uit overlevering willen navertellen of reconstrueren.

Vergelijkbaar met de Nederlandse historica Zonneke Matthée zocht de Duits-Vlaamse Rosine De Dijn naar verhalen van kleine collaborateurs. Matthée slaagde erin om met anonieme Nederlandse NSB vrouwen te spreken. Slechts een enkeling bleef volharden in haar gelijk en beschouwde de opgelegde straf als een onrecht dat ze was aangedaan.

Voor haar eufemistisch getitelde boek De gasten van de Führer onderzocht De Dijn meer specifiek de lotgevallen van de duizenden Vlaamse ‘zwarte’ families die – net als de Nederlandse NSB’ers – halsoverkop in 1944 naar noord-Duitsland vluchtten.

Boekenkrant

Anders dan Matthée vond De Dijn weinig mensen die bereid waren iets persoonlijks te vertellen. Dus nam zij haar toevlucht tot archieven: in België en in diverse kleine stads- en streekarchieven in noord-Duitsland. Tussendoor vertelt ze over haar speurtocht naar een eigen familieverhaal over de kleine collaboratie van haar vader, lid van de Verdinaso.

Een sleutelrol spelen archiefstukken van de Vlaams nationaalsocialistische schrijfster Jet Jorssen. Door haar zoetige romans en verontwaardigde pamfletten geeft zij een relatief betrouwbaar beeld als getuige van de vlucht en noodgedwongen verblijf in Duitsland, de dramatische terugkeer en bestraffing in België.

De Dijn schetst een indringend, invoelend maar noodgedwongen incompleet beeld van de chaos en verwarring. Als geïnteresseerd lezer blijf je achter met een knagende twijfel over onze 21steeeuwse drang tot volledige openheid. Moet je het Grote Zwijgen respecteren? Gelukkig vond De Dijn van niet: “Zwijgen leidt tot verbittering en kweekt legendes.”

Eerder gepubliceerd in EOS Memo


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: