"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tegen totalitarisme

Zondag, 5 september, 2021

Geschreven door: George Orwell
Artikel door: Marjan Slob

Schrijven vanuit een wanhopige tederheid

[Recensie] Hoewel hij al in 1950 stierf, is George Orwell dankzij zijn heldere proza nog steeds heel leesbaar. Maar dat je hem nog steeds wilt lezen, is te danken aan zijn blik. Met

Niet dat Orwell daarbij altijd een serieuze toon aanslaat. Zelf hield hij van het satirische werk van Jonathan Swift (de schrijver van Gulliver’s Travels), en hij lijkt iets van Swifts satirische geest over te nemen als hij de spot drijft met arbeiders die lezen ‘te duur’ vinden maar wel eindeloos sigaretten paffen, of als hij een professioneel recensent kenschetst als een “geknakte figuur in een kamerjas” die reacties op boeken ‘uitvindt’ terwijl hij er spontaan eigenlijk geen mening over heeft.

Het interessantst is Orwell echter in zijn expliciet politieke essays, die uitblinken vanwege hun aandacht voor menselijke drijfveren. Zo lees je het langere essay Notities over nationalisme niet vanwege de tamelijk eigenaardige definitie van nationalisme die Orwell hier ontvouwt, maar vanwege de observatie dat een nationalist zijn geesteskracht inzet ‘voor zowel opschepperij als kleineren’, en dat zijn gedachten altijd uitgaan “naar overwinningen, verliezen, triomfen en vernederingen. In zo’n kenschets valt moeiteloos iemand als Baudet te herkennen. Ook stelde Orwell al in de jaren veertig dat Britse arbeiders hebben geprofiteerd van het plunderen van de koloniën. Socialisten moeten het eerlijke verhaal vertellen, vindt hij: mondiaal socialisme zal Britse arbeiders (in ieder geval op korte termijn) raken in hun portemonnee.

In deze bundelstaatook het heerlijke essay Politiek en de Engelse taal waarin Orwell zijn zes beroemde schrijfregels toelicht. Inleider Thomas Heij zegt weliswaar streng dat we die schrijfregels ‘in context’ moeten zien, maar ook in onze tijd en contreien maakt slordig taalgebruik het gemakkelijker om “dwaze gedachten” te hebben, zoals Orwell stelt. Wie stilistische kwesties te min vindt, zal qua denken aan precisie verliezen.

Boekenkrant

Orwell is scherp, grappig en aards. En hij ontroert, omdat hij zo humaan is. Zijn grote pijn was (aldus fan en filosoof Richard Rorty) dat wij inmiddels beschikken over de middelen om menselijke gelijkheid mogelijk te maken, en daar voluit op zouden kunnen inzetten – maar dat doen we niet. Waar mindere geesten na zo’n ontgoochelende constatering vluchten in nationalisme of totalitaire denksystemen, raakte Orwell vervuld van een ‘wanhopige tederheid’ voor de mensheid. De menselijke aard maakt onze kans op een zonnige toekomst klein, denkt Orwell. Maar zie hoe het leven – ieders leven! – desondanks altijd de moeite waard is.

Juist die aandacht voor reële, dagelijkse levens, en voor de toevalligheden die hun loop bepalen, maakt dat Orwell geen moment kon geloven dat ‘de mensheid’ of ‘de geschiedenis’ zich noodzakelijk naar een bepaald doel zouden ontwikkelen. Geen enkele ingreep valt in zijn ogen dan ook te rechtvaardigen met een beroep op dergelijke grootheden. Concreet betekent dit dat de staat moet afblijven van het gevoelsleven van individuen. En intellectuelen moeten geen grote en pompeuze woorden in de mond nemen, want die maken maar blind voor het leven hier en nu. “Iets schrijven van enige betekenis, dat kan alleen als men de waarheid van wat men zegt vóélt,” wist Orwell. 

Eerder verschenen in de Volkskrant

Op 27 september is Thomas Heij, vertaler van Tegen totalitarisme, te gast bij DLVAlive online. Roeland Dobbelaer gaat met hem in gesprek over de actualiteit van van Orwell naar aanleiding van recensie van dit boek van Roeland Dobbelaer.